Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen,
Stichting Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.M. Wolfert, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die op verzoek van de raad voor de kinderbescherming het gezag van de moeder had beëindigd. De raad stelde dat het gezag van de moeder een ernstige bedreiging vormde voor de ontwikkeling van de kinderen, die trauma's hadden opgelopen door toedoen van de moeder. Het hof heeft echter geoordeeld dat de raad de noodzaak van gezagsbeëindiging onvoldoende heeft onderbouwd. Het hof constateerde dat er geen recente verslagen van hulpverlening beschikbaar waren en dat de raad en de gecertificeerde instellingen niet in staat waren om de claims van mishandeling door de moeder adequaat te onderbouwen. Het hof heeft de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek in hoger beroep voor zover het betrekking had op de oudste minderjarige, maar heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor de andere minderjarigen en het verzoek van de raad tot beëindiging van het gezag van de moeder afgewezen. De moeder heeft zich in de afgelopen jaren terughoudend opgesteld en heeft de feitelijke uitoefening van het gezag door de vader niet bemoeilijkt. Het hof concludeert dat beëindiging van het gezag niet noodzakelijk is om de kinderen te beschermen.