Uitspraak
[eiser],
[geïntimeerde],
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“het huurder niet[is]
toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan, dan wel de huurrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen”op straffe van verbeurte van een boete per dag ter grootte van tweemaal de geldende huurprijs per dag.
4.Het geschil en de beslissing van de kantonrechter
5.De vordering in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief 1heeft betrekking op de afwijzing van de boete wegens onderhuur. Met
grief 2komt [eiser] op tegen de afwijzing van € 435,09 aan volgens hem door te belasten heffingen.
Grief 3beklaagt zich over de afwijzing van de gevorderde vergoeding voor telefoon- en internetkosten en
grief 4over de afwijzing van de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Tot slot keert [eiser] zich met
grief 5tegen de compensatie van de proceskosten.
Grief 1faalt.
grief 2. [geïntimeerde] moet daarom alsnog € 94,- betalen.
Grief 3faalt daarom.
Grief 4treft geen doel.
grief 5.