Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling in hoger beroep
grieven I en IIkomt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank dat de buitengerechtelijke ontbinding geen effect heeft gesorteerd, omdat [geïntimeerde] niet in verzuim is komen te verkeren vanwege schuldeisersverzuim van [appellant] . Dit schuldeisersverzuim bestond er volgens de rechtbank uit dat [appellant] , door het niet tijdig leveren van de benodigde materialen en het verrekenen van facturen van [geïntimeerde] , deze in financiële problemen heeft gebracht en hem heeft belet de overeengekomen prestatie te verrichten.
datpartijen zich hebben verkeken heeft hij niet betwist. Dat partijen nadat [geïntimeerde] in februari 2017 met zijn werkzaamheden was begonnen nieuwe fatale termijnen zijn overeengekomen is niet door [appellant] gesteld, noch is dat anderszins gebleken. Wat [appellant] in dit verband over een mogelijk beroep op dwaling van [geïntimeerde] heeft aangevoerd kan buiten beschouwing blijven, nu het ontbreken van een dergelijk beroep niet tot een ander oordeel leidt wat betreft de ontbinding van de overeenkomst. Hetzelfde geldt voor hetgeen door partijen naar voren is gebracht omtrent het al dan niet bestaan van schuldeisersverzuim aan de zijde van [appellant] .
grieven I en IIvan [appellant] falen om die reden.
€ 131.191,24, met wettelijke rente. Die vordering is terecht afgewezen door de rechtbank.
grief III) en de afwijzing van een deel van zijn vorderingen (
grief IV).
€ 21.780,- inclusief btw, gebaseerd op 350 uren voor de Jaguar x € 45,- + 50 uren voor de Riley x € 45,-. [appellant] bestrijdt niet het uurtarief, wel het aantal uren.
[appellant] heeft de opgave van [geïntimeerde] doorgegeven aan Classic Car Taxatie, die op basis daarvan na inspectie van de auto’s een indicatie heeft gegeven van het aantal uren dat nog nodig is om de beide auto’s te kunnen afleveren. Nu [appellant] niet gemotiveerd heeft betwist dat [geïntimeerde] werkzaamheden heeft verricht en de door hem ingeschakelde deskundige kennelijk geen aanleiding heeft gezien, na zijn inspectie van de auto’s, de opgave van [geïntimeerde] over het aantal uren dat aan de auto’s is besteed te betwijfelen, ziet het hof geen aanleiding om van een ander aantal uren dan 350 uit te gaan of [geïntimeerde] op te dragen nader bewijs daarvoor te leveren. Daarvoor schiet de motivering van de betwisting van [appellant] te kort, nu hij ook niet aangeeft hoe veel uren dan wel met de werkzaamheden gemoeid zijn geweest. De enkele stelling dat het aantal uren dat door [geïntimeerde] is opgegeven niet klopt is daarvoor niet toereikend.