Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Staat der Nederlanden(Ministerie van Justitie en Veiligheid),
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De stand van zaken tot aan het verwijzingsarrest van de Hoge Raad
3.Het verwijzingsarrest van de Hoge Raad
4.De motivering van de beslissing na verwijzing
Er zijn vanuit het AMK zorgen gemeld rondom de opvoedingssituatie en de ontwikkeling van [de zoon] . De ouders van [de zoon] zijn gescheiden. Ouders zijn niet in staat invulling te geven aan de omgangsregeling, welke is uitgesproken door de rechter. Er is meerdere keren sprake geweest van huiselijk geweld waarvan [de zoon] getuige is geweest. Bemiddeling cq hulpverlening door de Waag, mediation en advocaten heeft niet mogen baten. Ouders lijken het belang van [de zoon] uit het oog te verliezen en te verzanden in hun machtstrijd. Onderzoek is nodig om te bezien of hulp in het gedwongen kader geïndiceerd is.
Vader is rond zijn 12e misbruikt door een volwassen man. Op zijn 20e is hij zelf jongens tussen de 11 en 14 jaar gaan misbruiken. Vader is hiervoor twee keer veroordeeld en behandeld. Voor zover bekend heeft er geen recidive plaatsgevonden. Vader heeft moeder direct bij aanvang van hun relatie over zijn pedofilie verleden verteld.
Vader heeft begeleiding gehad van de Waag voor zijn pedofilie en dit traject goed doorlopen. Behandelaars van de Waag hebben gesteld dat er geen aanleiding is aan te nemen dat er een verhoogd risico is voor geweld van vader richting [de zoon] . De behandelaar van de Waag ziet geen aanleiding om nu te spreken over een verhoogd risico voor seksuele handelingen van vader bij [de zoon] . Vader heeft een hulpverleningstraject doorlopen. Vader is aldoor open geweest over wat hem bezig houdt en wat hem overkomt. Vader is momenteel onder begeleiding van de behandelaar de heer [de behandelaar] van de Waag. De behandelaar richt zich op persoonlijkheidsvragen van vader.
voldoende geïnformeerd door persoonlijke, telefonische gesprekken met ouders en tevens kennis te hebben genomen van de toegestuurde stukken van ouders en informatie van professionele informanten om tot een weloverwogen besluit te komen in het onderzoek.
Vader vertelt ook dat de problemen rond seksueel misbruik een half leven achter hem liggen. Er is volgens vader geen enkele actuele reden om hier steeds op in te gaan en dat moeder dit gegeven gebruikt om het eenhoofdige gezag over [de zoon] te krijgen. Volgens vader is er geen actuele aanleiding waarom moeder hier plotseling bang voor is geworden. Voor vader is het pijnlijk dat telkens opnieuw zijn zedenverleden wordt besproken. Maar voor vader is het positief dat zowel het AMK als de voorzieningen rechter duidelijk heeft geconcludeerd dat er geen risico’s zijn op dit gebied. Voor vader is het in eerste instantie niet duidelijk waarom tijdens het raadsonderzoek aandacht wordt besteed aan de onderzoeksvraag of er mogelijk risico’s zouden kunnen zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag richting [de zoon] . Vader wil graag weten waarom dit een onderdeel van het raadsonderzoek en advies zou moeten uitmaken.
Moeder vindt het voor [de zoon] belangrijk dat hij regelmatig en consequent contact heeft met zowel haar als vader. [de zoon] heeft recht op beide ouders. Moeder merkt hier wel bij op dat zij zich ernstige zorgen maakt over het pedofiele verleden van vader. Moeder moet er niet aan denken dat vader zich vergrijpt aan [de zoon] . Ook is moeder bang dat vader, vanwege zijn agressieprobleem, [de zoon] gaat slaan. Om meerdere redenen is het voor moeder moeilijk te begrijpen dat in het kader van de voorlopige voorzieningen de verblijfplaats van [de zoon] aan vader is toegekend. Moeder is van mening dat het pedofiele verleden van vader, het feit dat hij haar ernstig fysiek heeft mishandeld en de mate waarop hij controle probeert uit te oefenen over haar, minder zwaar hebben gewogen dan het risico dat werd ingeschat dat zij met [de zoon] naar Amerika zou vluchten.
In januari 2010 is vader (…) gestart met gesprekken met de heer [de behandelaar] van de Waag. Er is door de Waag nooit een diagnose of doorverwijzing ten aanzien van agressieproblematiek gedaan en met pedofiele gevoelens heeft het traject bij de Waag niet te maken, zoals de heer [de behandelaar] ook aangeeft.
Er is geen sprake van agressieproblematiek in engere zin; derhalve is de behandeling daar dan ook niet op gericht. (…) Behandeling van de problematiek rondom pedofilie ligt al ruimschoots achter de [vader]… De [vader] heeft daar jarenlang intensieve behandeling voor gehad. (…) Zoals al eerder aangegeven zijn er in de behandeling tot nu toe geen risicofactoren gebleken op agressief en/of seksueel grensoverschrijdend gebied.
De Raad voor de Kinderbescherming kan begrip op brengen dat dit voor vader een afgesloten hoofdstuk is en hij hier niet telkens opnieuw mee geconfronteerd wil worden. Echter zal de vader ook begrip moeten kunnen opbrengen dat het onderwerp zedendelicten maatschappelijk gezien, mede in combinatie dat hij nu vader is van een tweejarig zoontje, een gevoelig punt is. Het is niet ondenkbaar dat vader hier de rest van zijn leven mee geconfronteerd zal worden. (…) Ook kan de Raad voor de Kinderbescherming begrip op brengen dat moeder zich zorgen maakt over [de zoon] in combinatie met de gepleegde zedendelicten in het verleden door vader. Echter wil de Raad voor de Kinderbescherming hier wel bij opmerken dat moeder van deze achtergrond van vader op de hoogte was en er toch voor heeft gekozen een kind samen met vader te nemen. (…) De nadruk van het raadsonderzoek ligt met name op de ernstige verstoorde relatie in combinatie met huiselijk geweld. Gezien de jonge leeftijd van [de zoon] mag hij hier niet aan bloot worden gesteld.
Op 6 april 2011 heeft de moeder aangifte gedaan van seksueel misbruik door de vader bij [de zoon] . De Raad voor de Kinderbescherming heeft contact met de zedenpolitie gezocht in verband met de aangifte. Bij het afronden van het onderzoek kon de politie nog geen duidelijkheid verschaffen inzake een mogelijke vervolging van de vader.[Opm. hof: deze zaak is later door het OM geseponeerd.] De raadsonderzoeker heeft [de zoon] (toen drie jaar oud) gezien bij zowel vader als bij moeder thuis. De vader wil inmiddels wel het eenhoofdig ouderlijk gezag omdat de laatste zes maanden niet is gebleken dat het gezag met de moeder gedeeld kan worden. Volgens de vader wil de moeder [de zoon] meenemen naar de Verenigde Staten en daar een leven met [de zoon] opbouwen waarin voor hem als vader geen plek zal zijn. De vader vindt het wel van belang dat er contact blijft bestaan tussen [de zoon] en de moeder en hij wil de zorg delen zolang dat in het belang van [de zoon] is.
De vader stelt dat er vanaf de start van de relatie openheid is geweest over de veroordeling van de vader wegens seksueel misbruik van minderjarigen, twintig jaar geleden; dit is bevestigd door ‘De Waag’. De vader vertelt daarover dat hij zichzelf heeft aangegeven en juridisch schoon schip heeft gemaakt. Hij heeft afgerekend met dader zijn en heeft gedurende drie jaar therapie gehad. De vader heeft geen twijfel dat hij ooit nog seksueel misbruik zal plegen. Betreffende zijn pedofiele verleden is de vader van mening dat de moeder angst aan het zaaien is.En voorts over de hulpverlening (op pag. 10):
De vader heeft in de jaren negentig intensieve behandeling gehad gedurende drie jaar wegens seksueel misbruik en zichzelf aangegeven bij de politie. De vader heeft in de vijftien jaar daarna op vrijwillige basis een aantal keren per jaar gesprekken bij ‘De Waag’ en is vorig jaar voor zijn eigen persoonlijke ontwikkeling elke twee weken in gesprek bij ‘De Waag’.
De moeder wil dat [de zoon] permanent aan haar toegewezen wordt en contact heeft met de vader. Zij denkt hierbij aan ongeveer één dag per week, het liefst onder begeleiding. (…) Ten slotte wenst de moeder advisering van professionele hulpverleners op het gebied van huiselijk geweld en misbruiksituaties om te helpen een goed en veilig plan op te stellen.Zij beschrijft voorts dat de vader steeds agressiever is geworden. Zij omschrijft als ideaal dat zij terug naar de Verenigde Staten zou gaan waar zij haar familie en haar werk heeft (pag. 9).
In die situatie zou het nodig zijn om geregeld met [de zoon] naar Nederland te reizen zodat hij de vader kan zien. De moeder geeft aan bang te zijn dat de vader seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld naar [de zoon] toe. Zij vertelt dat [de zoon] een aantal weken (16 maart 2011) geleden in bad zat en wilde hij zijn vinger in zijn anus doen. Hij zei dat de vader aan zijn piemel zit en kietelt. (…) Zij heeft de vader hierover niet benaderd, maar heeft aangifte gedaan bij de politie. Zij geeft aan dat zij altijd de zorg heeft gehad dat dit later zou kunnen gebeuren. (…) Daarnaast heeft de vader een dagboek bij de moeder in bewaring gegeven, waarin gedetailleerd seksuele handelingen met minderjarige jongens worden beschreven, aldus de moeder.De moeder omschrijft de vader voorts als psychisch instabiel (pag. 11).
Hij heeft pedofilieneigingen en toont zich gewelddadig. (…) De moeder vindt het rapport van het AMK van maart 2010 incorrect. Zij geeft aan dat de vader niet genezen is van pedofilie. Zij gelooft niet dat de vader zijn pedofilie onder controle kan houden, ondanks de hulpverlening die hij krijgt. (…) Op basis van haar eigen bevindingen en de eigen woorden van de vader is de enige manier om ervoor te zorgen dat het onder controle is, om [de zoon] (of andere jongetjes) niet bloot te stellen aan de kans op misbruik, aldus de moeder.
Tijdens het onderzoek [van het consultatiebureau, toev. hof] heeft [de zoon] geen abnormale reactie gegeven. Ook niet bij onderzoek van de genitaliën. Er is geen agressief gedrag gezien in deze twintig minuten.
Haar vraag was vooral hoe zij met het dwarse gedrag van [de zoon] om moest gaan.
Wel heeft de moeder duidelijk aangegeven in de gesprekken dat zij zich zorgen maakt over de relatie tussen [de zoon] en de vader. Dit heeft te maken met de veroordeling van de vader in verband met pedofilie en het gebruik van geweld naar de moeder. Op basis van de signalen is de moeder geadviseerd hiervan melding te doen bij de Raad voor de Kinderbescherming.
aangegeven dat zij inderdaad dergelijke stukken heeft afgegeven aan, in elk geval, de Raad voor de Kinderbescherming en de directie van basisschool (…) Door deze wijze van handelen heeft zij, opzettelijk, de eer en goede naam van [de vader] aangetast door ruchtbaarheid te geven aan zijn strafrechtelijk verleden.Het uitgewerkte verhoor is bij de moeder bezorgd door de politie en daarop is toen verder geen commentaar gekomen van de moeder.
Met de beslissing tot het voorwaardelijk seponeren van dit strafbare feit is naar mijn mening recht gedaan aan de aangifte waaruit het signaal naar voren komt dat de informatie over het strafrechtelijk verleden van de [vader] gedurende langere tijd en aan verschillende instanties is verspreid. (…) Hoewel naar mijn oordeel sprake is van een bewijsbaar en kwalijk strafbaar feit dat zich gedurende langere tijd heeft voorgedaan, maakt die familierechtelijke/civielrechtelijke component in deze kwestie (verdere) inzet van het strafrecht mijns inziens niet opportuun.
Gelet op de omstandigheid dat het enerzijds gaat om een beslissing tot een (voorwaardelijk) sepot en anderzijds is gebleken dat strafrechtelijke documenten onderdeel vormen van de civielrechtelijke procedures tussen aangever en uw cliënte [de moeder, toev. hof] zal ik niet overgaan tot het overleggen van de processtukken (waarbij het in casu dus met name gaat om de aangifte).
Zoals hiervoor uiteen is gezet, zijn enkele aangiften geseponeerd wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs (code 02), enkele wegens gewijzigde omstandigheden (code 55) en is één aangifte voorwaardelijk geseponeerd. De voornaamste reden voor de beleidssepots is gelegen in de (sinds 2009 steeds) complexe(r geworden) familie-/civielrechtelijke verhouding tussen klager en [de moeder], waarvoor toepassing van het strafrecht zich niet leent.