Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Sevilla Beheer B.V.,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidLennoc B.V.,
Lennoc Development B.V.,
EUClaim B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De verdere beoordeling van het geschil in hoger beroep
“waarbij de claims voor wat betreft genoemde landen en routes het juridische eigendom van Sevilla (worden)”niet tot een verschillende betekenis bij partijen heeft geleid ondanks dat deze tekst nog juridische verduidelijking behoeft. Het hof begrijpt lid 1 van artikel 6 als een vastlegging van de voorgenomen wensen van partijen en de daarmee beoogde verplichtingen, zoals de exclusiviteitsverlening aan Sevilla ten aanzien van het Territorium.
“(d)eze vergoedingenstructuur per claim (…) als bijlage 3 (is) toegevoegd.”Het hof stelt vast dat partijen in hun omvangrijke processtukken met geen woord hebben gerept over deze verwijzing en ook niet genoemde bijlage hebben overgelegd. Ter zitting in hoger beroep heeft de advocaat van Lennoc verklaard dat zij zich recent heeft gerealiseerd dat a) abusievelijk naar bijlage 3 wordt verwezen omdat het om bijlage 2 gaat en dat b) de bedoelde bijlage niet in het geding is gebracht. Wat hier ook verder van zij, deze bijlage maakt geen onderdeel uit van de processtukken en evenmin hebben partijen in hun processtukken ter onderbouwing van hun standpunten naar deze bijlage verwezen.
“Hoe was het ook weer? Met raad en daad?”(zelfde productie). Vervolgens vindt op 3 november 2012 (productie 49 Sevilla, eerste aanleg) een mailwisseling plaats tussen [naam1] en [naam4] . De toon van de e-mails is over en weer omgeslagen. In de hiervoor genoemde e-mail van 1 november 2012 is commentaar van [naam1] opgenomen waarop [naam4] (“HP”) weer reageert. Aan het hiervoor geciteerde punt 8 is toegevoegd:
on holdte zetten en te beproeven of met DAS een samenwerking voor Spanje van de grond kon komen. Ook toen Sevilla op 1 november 2012 te kennen gaf om
“Spanje weer te starten”, en uit de daaropvolgende e-mails van 2 en 3 november 2012, kan niet worden afgeleid dat Sevilla de termijn van artikel 6.3 als fatale termijn heeft beschouwd of dat zij, bijvoorbeeld nadat duidelijk was dat de samenwerking met DAS tot niets had geleid, Lennoc alsnog aan die termijn wilde houden. Ten aanzien van de beoogde samenwerking inzake Trans-Atlantische routes heeft Sevilla, nadat de gesprekken met Bates niet tot concrete resultaten hadden geleid, ook geen kenbare actie meer ondernomen, laat staan dat zij Lennoc kenbaar heeft gemaakt dat zij artikel 6.3 als fatale termijn beschouwde. Het hof is dan ook van oordeel dat, met name door hetgeen zich na ondertekening van de Overeenkomst heeft voorgedaan, partijen aan de termijn genoemd in artikel 6.3, voor zover die aanvankelijk al als fataal zou zijn bedoeld, waarvoor onvoldoende is gesteld, nadien het fatale karakter hebben ontnomen. Lennoc is door het verstrijken van de termijn genoemd in artikel 6.3 dus niet tekortgeschoten of in verzuim geraakt.
“vinger aan de pols”wilde houden en daarom [naam4] had voorgedragen. Dit komt ook overeen met hetgeen uit de overgelegde producties volgt: [naam4] was intensief betrokken bij de uitbreidingsplannen van Lennoc, [naam4] houdt [naam2] frequent op de hoogte van de ontwikkelingen en [naam2] is ook regelmatig in cc opgenomen bij mailwisselingen. Sevilla heeft ter onderbouwing van haar standpunten (bijvoorbeeld ten aanzien van de verzoeken om de in artikel 6.3 genoemde informatie aan te leveren) veelvuldig verwezen naar e-mails van [naam4] .
Ik kijk er naar uit dit BP morgen met je te bepreken. Ik heb nog wel enkele vragen. Ik sluit de incident lijst MAD van dit jaar YTD bij. Dan krijg je een goed gevoel bij de aantallen. Net als in Nederland licht het aantal vertragingen rond de .30% en het aantal annuleringen is hoger. Zodra we weten wat er nodig is zullen we beter inzicht kunnen geven.” [naam1] stuurt later die dag op een aanvullend verzoek van [naam4] aanvullende gegevens toe. [naam4] en [naam1] hebben op 28 juni 2012 de hiervoor genoemde RvC vergadering gehad en hebben daar samen een actielijst opgesteld. Deze luidt:
6. Ontwikkeling Spanje
on holdhadden gezet vanwege de mogelijke samenwerking met DAS. Sevilla wilde dat begin november 2012 weer oppakken, maar zoals hiervoor al is vastgesteld, heeft Sevilla na de e-mail van 3 november 2012 van [naam1] niets meer van zich laten horen over het opzetten van een eigen organisatie in Spanje en welke ondersteuning zij daarbij wenste van Lennoc.
governancetussen Sevilla en Lennoc, waarmee vooral de onderlinge verhoudingen tussen de diverse organen en het functioneren (waaronder de besluitvorming) daarvan binnen Lennoc wordt bedoeld. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de e-mail van 23 april 2013 waarin [naam1] schrijft over een vertrouwensbreuk tussen de RvC en de directie (productie 51, Sevilla eerste aanleg). Ook is er een dispuut over lening D zoals genoemd in de Overeenkomst, zoals onder meer volgt uit de mail van 17 augustus 2015 waarin [naam2] aangeeft verbaasd te zijn dat er nog geen overeenstemming bestaat over de tekst van de vaststellingsovereenkomst (productie 56, Sevilla eerste aanleg). Uit de verdere correspondentie valt af te leiden dat de pogingen van partijen om de tussen hen levende conflicten over tal van onderwerpen buitengerechtelijk op te lossen, niet tot enige resultaat hebben geleid (zie onder meer de brieven van 2 november 2016 en 19 mei 2017 van Sevilla, productie 66 en 69, Sevilla eerste aanleg). De stelling van Sevilla dat het geschil over de
governancevan belang is voor de verweten tekortkoming in artikel 6 van Lennoc heeft zij in onvoldoende mate toegelicht.
on holdte zetten om eerst de mogelijkheden met DAS te onderzoeken;
Ok je hoort het!);
on holdzetten vanwege DAS - gedane mededeling dat in Spanje een advocaat, administratieve man en marketing man klaar stonden om te starten (verslag van de RvC van 28 juni 2012 onder punt 6, productie 44 Sevilla, eerste aanleg) en zo aan Lennoc duidelijk gemaakt wat haar verwachtingen hieromtrent waren. Evenmin heeft Sevilla enige kenbare actie ondernomen in relatie tot de VS en de Trans-Atlantische routes.
“Stand van zaken 12 februari 2014”(productie 34, Lennoc, eerste aanleg) is onder het kopje
“Europees Netwerk”het volgende opgenomen:
op gespannen voet’ staat met de Overeenkomst (productie 58, Sevilla eerste aanleg). Deze opmerking maakt hij in het kader van de pogingen van partijen om hun diverse conflicten op te lossen.