ECLI:NL:GHARL:2021:7296

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
29 juli 2021
Zaaknummer
200.292.234/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in arbeidsovereenkomst geschil

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de niet-ontvankelijkheid van de appellant in zijn hoger beroep. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die de arbeidsovereenkomst tussen partijen had ontbonden en de transitievergoeding had toegewezen aan de appellant. Het hoger beroepschrift was echter pas na het verstrijken van de appeltermijn ontvangen, wat leidde tot de vraag of er sprake was van verschoonbare termijnoverschrijding.

De appellant had zijn hoger beroepschrift op 19 maart 2021 aangeboden voor aangetekende postbezorging, maar dit was pas op 24 maart 2021 ter griffie ontvangen. De termijn voor het instellen van hoger beroep was drie maanden, en de laatste dag van deze termijn was 23 maart 2021. Het hof oordeelde dat de vertraging in de postbezorging voor rekening en risico van de appellant kwam. De appellant had het risico genomen door het hoger beroepschrift pas op het laatste moment ter bezorging aan te bieden, en had dit kunnen vermijden door het stuk per fax te verzenden of de bezorging te verifiëren.

Het hof concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de strikte termijnoverschrijding rechtvaardigden. Daarom werd de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en werd hij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de geïntimeerde, Asito Transport Stationsreiniging B.V. De kosten werden vastgesteld op € 772,- aan verschotten en € 557,- aan salaris voor de advocaat, met de verklaring dat deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad was.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.292.234/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 8827618)
beschikking van 29 juli 2021
in de zaak van:
[appellant],
die woont in [woonplaats1] ,
hierna:
[appellant],
appellant,
in eerste aanleg: verweerder,
advocaat: mr. M.M. Pasman, die kantoor houdt in Haren,
tegen
Asito Transport Stationsreiniging B.V.,
die is gevestigd in Almelo,
hierna:
Asito,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: verzoekster,
advocaat: mr. L.S.F. ten Feld, die kantoor houdt in Almelo.

1.De procedure bij de rechtbank

1.1
Hoe de procedure bij de rechtbank is verlopen, blijkt uit de beschikking van 23 december 2020 van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere (hierna: de kantonrechter).
1.2
In deze beschikking heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden, waarbij het einde van de arbeidsovereenkomst is bepaald op 1 februari 2021. De kantonrechter heeft bepaald dat aan [appellant] de transitievergoeding toekomt. De proceskosten zijn gecompenseerd, in die zin dat partijen hun eigen kosten dragen.

2.De procedure bij het hof

2.1
Bij beroepschrift (met producties), binnengekomen ter griffie op 24 maart 2021, heeft [appellant] hoger beroep ingesteld van de onder 1.1 genoemde beschikking. Het beroepschrift strekt ertoe dat het hof met terugwerkende kracht de arbeidsovereenkomst tussen partijen herstelt met ingang van 1 februari 2021 en dat Asito wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten in beide instanties, met bijkomende vorderingen.
2.2
Het hof heeft de advocaat van [appellant] in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Hierop heeft mr. Pasman gereageerd met een faxbericht van 8 april 2021 met als bijlage een verzendbewijs.
2.3
Namens Asito heeft mr. Ten Feld per faxbericht van 15 april 2021 een schriftelijke uiteenzetting gegeven over de vraag of het hoger beroepschrift door [appellant] tijdig is ingediend.
2.4
Partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling. Uitspraak over de ontvankelijkheid van het hoger beroep is bepaald op heden.

3.De vaststaande feiten

3.1
Het hoger beroepschrift is op vrijdag 19 maart 2021 om 12:53 uur bij PostNL aangeboden voor aangetekende postbezorging.
3.2
Het hoger beroepschrift is binnengekomen ter griffie op woensdag 24 maart 2021.

4.De beoordeling in hoger beroep

4.1
De termijn voor het instellen van hoger beroep is drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak (art. 358 lid 2 Rv). De dag van de uitspraak is niet in die termijn begrepen, zodat de laatste dag van de hoger beroepstermijn 23 maart 2021 was. Het staat vast dat het hoger beroepschrift na het verstrijken van die termijn is ontvangen ter griffie, namelijk op 24 maart 2021. Verlenging van de hoger beroepstermijn met toepassing van de Algemene termijnenwet is in dit geval niet aan de orde.
4.2
[appellant] heeft een beroep gedaan op verschoonbare termijnoverschrijding. Van een aangetekend stuk mag worden verwacht dat dit binnen één of maximaal twee dagen wordt bezorgd. De opgetreden vertraging in de bezorging is in dit geval zodanig dat dit tot een verschoonbare overschrijding van de termijn moet leiden, aldus [appellant] , die verwijst naar een arrest van het hof van 16 december 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:10639).
4.3
Termijnen voor het instellen van een rechtsmiddel zijn van openbare orde. Aan dergelijke termijnen moet volgens de Hoge Raad strikt de hand worden gehouden. Slechts onder bijzondere omstandigheden is plaats voor een uitzondering. In de rechtspraak is een dergelijke uitzondering aanvaard voor de situatie dat degene die beroep instelt, door een fout of verzuim van het gerecht niet wist of redelijkerwijs kon weten dat de rechter uitspraak had gedaan, dan wel dat de uitspraak hem als gevolg van een hem niet toe te rekenen fout of verzuim pas na afloop van de termijn voor het instellen van hoger beroep is toegezonden of verstrekt. Gesteld noch gebleken is dat dergelijke omstandigheden in deze zaak een rol spelen.
4.4
Vertraging in de postbezorging komt in beginsel voor rekening en risico van de afzender, in dit geval [appellant] . De in deze zaak opgetreden vertraging in de bezorging is, net zoals in de zaak waarnaar [appellant] zelf verwijst, ook niet zodanig dat dit tot een verschoonbare overschrijding van de termijn kan leiden. Daarbij wordt opgemerkt dat bij een verzending op vrijdag 19 maart 2021, de bezorging normaal gesproken (de griffie is in het weekend gesloten en op maandag wordt geen post bezorgd) pas op dinsdag 23 maart 2021 zou hebben plaatsgevonden, derhalve op de laatste dag van de beroepstermijn. Door het poststuk pas op 19 maart 2021 ter bezorging aan te bieden, heeft [appellant] het risico genomen dat een kleine vertraging in de bezorging meteen fataal zou zijn. Dat risico had [appellant] eenvoudig kunnen vermijden door het hoger beroepschrift per faxbericht vooruit te zenden, danwel door op 23 maart 2021 te verifiëren of de bezorging had plaatsgevonden en in het geval dat niet zo was, het beroepschrift alsnog per fax toe te zenden. Het hof ziet dan ook geen grond voor het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. [appellant] zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn hoger beroep.
4.5
[appellant] zal als de in hoger beroep in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van Asito (salaris advocaat: ½ punt in tarief II).
De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die kosten aan de zijde van Asito tot aan dit arrest vast op € 772,- aan verschotten en op € 557,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat, en verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.W. Zandbergen, O.E. Mulder en W.P.M. ter Berg, en is in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op donderdag 29 juli 2021.