Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Asito,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de niet-ontvankelijkheid van de appellant in zijn hoger beroep. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die de arbeidsovereenkomst tussen partijen had ontbonden en de transitievergoeding had toegewezen aan de appellant. Het hoger beroepschrift was echter pas na het verstrijken van de appeltermijn ontvangen, wat leidde tot de vraag of er sprake was van verschoonbare termijnoverschrijding.
De appellant had zijn hoger beroepschrift op 19 maart 2021 aangeboden voor aangetekende postbezorging, maar dit was pas op 24 maart 2021 ter griffie ontvangen. De termijn voor het instellen van hoger beroep was drie maanden, en de laatste dag van deze termijn was 23 maart 2021. Het hof oordeelde dat de vertraging in de postbezorging voor rekening en risico van de appellant kwam. De appellant had het risico genomen door het hoger beroepschrift pas op het laatste moment ter bezorging aan te bieden, en had dit kunnen vermijden door het stuk per fax te verzenden of de bezorging te verifiëren.
Het hof concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de strikte termijnoverschrijding rechtvaardigden. Daarom werd de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en werd hij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de geïntimeerde, Asito Transport Stationsreiniging B.V. De kosten werden vastgesteld op € 772,- aan verschotten en € 557,- aan salaris voor de advocaat, met de verklaring dat deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad was.