Uitspraak
1.[appellant1] ,
2.[appellant2] ,
3.SC Raw Materials B.V. (Raw Materials),
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde] .
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- Het beroepschrift van [appellanten] c.s.;
- Het verweerschrift van [geïntimeerde] ;
- Nagekomen stukken mr. Zee met een nadere productie en van mr. Budhu Lall produktie 28 en 29;
- Het verslag (proces-verbaal) van de op 24 maart 2021 gehouden zitting.
2.Waar gaat deze zaak over?
door hengeleden schade, alsmede een veroordeling tot vergoeding van die schade [3] . Daarbij gaat het om handelen van [geïntimeerde] dat aan zijn ziekmelding is voorafgegaan. In het hoger beroep in die zaak wordt gelijktijdig met deze zaak uitspraak gedaan. Intussen heeft [geïntimeerde] op grond van het arrest van 12 juni 2018 een zogenaamde schadestaatprocedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt, ter vaststelling van de
door hemgeleden schade. Daarin is nog geen uitspraak gedaan.
3.Het oordeel van het hof
nade ziekmelding van [geïntimeerde] is opgetreden als gevolg van onrechtmatig handelen van de voormalige zakenpartners van [geïntimeerde] .
voordat[geïntimeerde] zich ziek meldde. Het verwijt dat hem wordt gemaakt, is immers dat hij in die voorfase, in strijd met de afspraken, opzettelijk en in samenspraak met EFKO, risicovolle langetermijncontracten heeft afgesloten die hebben geleid tot zijn vertrek (na de ziekmelding heeft hij zich niet meer bij de Leaderlandvennootschappen gemeld). Voor een goed begrip voegt het hof hier het volgende aan toe.
lateregebeurtenis waarop de aansprakelijkheid van [appellanten] c.s. berust. Een dergelijke daling zou wel van invloed zijn op de hoogte van de schade, maar kan zelf niet worden aangemerkt als schade die (i) het gevolg is van de onrechtmatige daad van [appellanten] c.s. en (ii) van omstandigheden die mede aan [geïntimeerde] zelf kunnen worden toegerekend.