Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
J.T.M. VASTGOED B.V.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de curator van J.T.M. Vastgoed B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter te Enschede, waarin de vorderingen van de curator op basis van artikel 42 en 47 van de Faillissementswet (Fw) zijn afgewezen. J.T.M. Vastgoed B.V. was een vastgoedbedrijf dat in 2018 failliet werd verklaard, met mr. Leferink als curator. De curator stelt dat betalingen aan Ambojeba Holding B.V. vernietigbaar zijn, omdat deze betalingen de overige schuldeisers benadelen. De kantonrechter oordeelde echter dat de overeenkomst met Ambojeba niet vernietigbaar was, omdat de curator niet kon aantonen dat de betalingen de verhaalsmogelijkheden van de schuldeisers hadden benadeeld.
Het hof bevestigt het oordeel van de kantonrechter. Het hof stelt vast dat de overeenkomst met Ambojeba niet onverplicht was en dat de betalingen aan Ambojeba niet hebben geleid tot benadeling van de gezamenlijke schuldeisers. De curator had niet aangetoond dat de betalingen aan Ambojeba de verhaalsmogelijkheden van andere schuldeisers hadden verminderd. Bovendien was er geen bewijs dat er sprake was van overleg met het oogmerk om Ambojeba boven andere schuldeisers te bevoordelen, zoals vereist onder artikel 47 Fw.
De grieven van de curator falen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. De curator wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, en het arrest is uitvoerbaar bij voorraad.