De vrouw is met drie grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Deze grieven zien op de partneralimentatie (grief I), de verdeling van de polis bij [A] (grief II) en de te verrekenen lasten (grief III).
De vrouw verzoekt het hof
I. de bestreden beschikking te vernietigen voor wat betreft de afwijzing van haar verzoek om de man te veroordelen om partneralimentatie aan haar te voldoen en:
primair
de man te veroordelen om gedurende de periode dat zij geen zelfstandige woonruimte heeft tot het moment dat zij dat wel heeft partneralimentatie te voldoen van € 165,- bruto per maand en vanaf het moment dat zij zelfstandige woonruimte heeft van € 1.608,- bruto per maand,
subsidiair
de man te veroordelen om gedurende de periode dat zij geen zelfstandige woonruimte heeft tot het moment dat zij dat wel heeft partneralimentatie te voldoen van € 165,- bruto per maand en vanaf het moment dat zij zelfstandige woonruimte heeft van € 827,- bruto per maand,
meer subsidiair
de man te veroordelen om gedurende de periode dat zij geen zelfstandige woonruimte heeft tot het moment dat zij dat wel heeft partneralimentatie te voldoen van € 165,- bruto per maand en vanaf het moment dat zij zelfstandige woonruimte heeft van € 648,- bruto per maand,
althans een zodanige bijdrage vast te stellen als het hof juist acht;
II. te verklaren voor recht dat de man de partneralimentatie verschuldigd zal zijn voor de duur van twaalf jaren vanaf de datum van ontbinding van het huwelijk;
III. de bestreden beschikking te vernietigen voor wat betreft de beslissing inzake de polis bij [A] en te bepalen dat de vrouw niet verplicht is enig bedrag aan de man te voldoen;
IV. de man op grond van artikel 21 en 22 jo. artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te gelasten om de aangifte en de aanslagen die zien op het belastingjaar 2019 in het geding te brengen;
V. de bestreden beschikking te vernietigen voor wat betreft de verdeling van de goederen en de man te veroordelen tot betaling van € 1.597,28 aan haar ter zake van verschillende te verrekenen lasten, te vermeerderen met de helft van de teruggave die de man over 2019 van de belastingdienst heeft ontvangen;
kosten rechtens.