ECLI:NL:GHARL:2021:6531
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- D.W.J.M. Kemperink
- A.E.F. Hillen
- M.P.J.C. van Bavel
- Rechtspraak.nl
Fraude door werknemer en onrechtmatige daad in het kader van schadevergoeding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [appellante], en haar werkgever, de besloten vennootschap Konst B.V. [appellante] was van 10 november 2015 tot november 2017 in dienst bij Konst, waar zij werkzaam was bij een Gall & Gall winkel. In september 2017 ontstond er een vermoeden van fraude, waarbij [appellante] retouren op de kassa registreerde zonder dat daar daadwerkelijke retourproducten tegenover stonden. Na een onderzoek door R&F Investigations werd [appellante] geconfronteerd met de bevindingen en ondertekende zij een verklaring waarin zij instemde met een terugbetaling van € 41.500,- aan Konst. Later trok zij deze instemming echter in, wat leidde tot een rechtszaak.
Konst vorderde schadevergoeding van [appellante] op basis van onrechtmatige daad, en de kantonrechter kende een bedrag van € 21.500,- toe. Beide partijen gingen in hoger beroep: [appellante] omdat het toegewezen bedrag te hoog was, en Konst omdat het te laag was. Het hof oordeelde dat [appellante] inderdaad een onrechtmatige daad had gepleegd, maar dat er sprake was van misbruik van omstandigheden bij het ondertekenen van de verklaring. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en stelde de schadevergoeding vast op € 31.500,-, waarbij het hof de hoogte van de schade schatte op basis van de bewijsstukken die door Konst waren overgelegd. Het hof bekrachtigde de proceskostenveroordeling van de kantonrechter, maar veroordeelde [appellante] ook in de kosten van het hoger beroep.