Uitspraak
[de betrokkene] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De beslissing waartegen het hoger beroep is gericht
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
837,12 (achthonderdzevenendertig euro en twaalf cent).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze ontnemingszaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de betrokkene, geboren in 2000, die in hoger beroep ging tegen de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel en de terugbetalingsverplichting die door de politierechter was vastgesteld op € 1.313,-. Het hof heeft het voordeel geschat op € 837,12, na in mindering te brengen van een eerder verbeurdverklaard bedrag van € 962,20. De advocaat-generaal had gevorderd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 1.313,- zou worden geschat, maar het hof kwam tot een andere conclusie na het onderzoek van de zaak en de argumenten van de verdediging.
Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene voordeel heeft genoten uit de verkoop van MDMA, en heeft dit voordeel berekend op basis van de geregistreerde betalingen via 'Tikkies'. Het hof heeft de kosten van inkoop in mindering gebracht op het geschatte voordeel, wat resulteerde in een bedrag van € 837,12. De raadsvrouw van de betrokkene heeft betoogd dat het verbeurdverklaarde bedrag in mindering moet worden gebracht op de betalingsverplichting, wat het hof heeft overgenomen. Hierdoor werd de betalingsverplichting op nihil gesteld en werd de vordering tot betaling aan de Staat afgewezen.
De beslissing van het hof is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de eerdere beslissing van de politierechter vernietigd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel en de afweging van verbeurdverklaarde bedragen in ontnemingszaken.