In deze zaak gaat het om nadeelcompensatie voor de vennootschap Autobedrijf Booltink B.V. als gevolg van schade door uitvoeringswerkzaamheden van het project ‘N840 Leuth-Kekerdom’. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 22 juni 2021 een tussenuitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het hof de eerder ingediende stukken en argumenten van beide partijen heeft overwogen. Booltink, vertegenwoordigd door mr. J. de Wrede, heeft in eerste aanleg schadevergoeding geëist van de Provincie Gelderland, die werd bijgestaan door mr. M.G. Nielen. De zaak draait om de vraag of de schade die Booltink heeft geleden, als gevolg van de werkzaamheden, vergoed kan worden en in hoeverre er sprake is van een normaal maatschappelijk risico. Het hof heeft Booltink in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens over de omzet en brutowinsten van de werkplaats over de jaren 2009 tot en met 2012 in te dienen. Tevens heeft het hof de Provincie de kans gegeven om hierop te reageren. De Provincie heeft een brief van de schadecommissie overgelegd, waar Booltink op heeft gereageerd. Het hof heeft besloten dat Booltink alsnog de gelegenheid krijgt om inhoudelijk te reageren op de brief van de schadecommissie van 15 januari 2021. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden.