ECLI:NL:GHARL:2021:5884

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
15 juni 2021
Zaaknummer
200.258.831/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindarrest na minnelijke regeling in hoger beroep met vaststellingsovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 15 juni 2021 een eindarrest gewezen na een eerder tussenarrest van 16 maart 2021. Partijen, [appellant] en [geïntimeerde], hebben na het tussenarrest een minnelijke regeling bereikt, die in dit eindarrest wordt vastgelegd. De zaak betreft een civielrechtelijk geschil waarin [appellant] in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De partijen hebben een vaststellingsovereenkomst opgesteld waarin zij afspraken maken over de financiële afwikkeling van hun samenwerking tot en met 31 december 2020, alsook over de verdeling van toekomstige winsten en kosten vanaf 1 januari 2021. Het hof heeft de vaststellingsovereenkomst letterlijk overgenomen en bepaald dat de eerdere vonnissen van de rechtbank worden vernietigd voor zover daarvan in de overeenkomst wordt afgeweken. Tevens is bepaald dat de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.258.831/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/181369)
arrest van 15 juni 2021
in de zaak van
[appellant],
wonende te [A] ,
appellant in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: eiser in conventie, gedaagde in reconventie,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. J. Boelens, die kantoor houdt te Assen,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [B] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellant in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. P.N. Huisman, die kantoor houdt te Groningen.

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 maart 2021 hier over.
1.2
Partijen hebben ieder een akte na tussenarrest ingediend ( [appellant] met een productie).
1.3
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling van de vordering

Partijen hebben het hof laten weten dat zij na het tussenarrest een schikking hebben bereikt. Zij hebben de schikking schriftelijk vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Zij verzoeken het hof die vaststellingsovereenkomst vast te leggen in een arrest.
2.2
De vaststellingsovereenkomst, die het hof letterlijk overneemt, luidt aldus:

Te betalen vergoeding
Partijen hebben vanaf het begin van de samenwerking tot en met 31 december 2020 over en weer gelden verrekend en daarnaast heeft [geïntimeerde] naar aanleiding van het tussen partijen gewezen vonnis d.d. 30 januari 2019 een bedrag aan achterstallige betalingen en proceskosten geïnd. Uit het door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gewezen arrest
d.d. 16 maart 2021 volgt dat er gedeeltelijke herberekening dient plaats te vinden op de sommen welke door middel van het vonnis en de verrekeningen zijn geïnd. Partijen spreken in dit kader het volgende af:
[geïntimeerde] zal binnen 14 dagen na het wijzen van het arrest waarin de onderhavige
schikking wordt opgenomen een bedrag voldoen ter hoogte van € 15.792,- op de
derdengeldenrekening van de advocaat van [appellant] , te weten Schut & Koelemaij
advocaten, met het rekeningnummer [nummer] t.n.v. Stichting beheer derdengelden Schuth en Koelemaij, o.v.v. ‘ [appellant] / [geïntimeerde] - HB’.
In dit bedrag zijn alle in geschil zijnde posten (zowel gemaakte kosten als genoten
inkomsten), over en weer, opgenomen, althans wordt dit veronderstelt het geval te zijn.
Partijen hebben na betaling van het bedrag over en weer, voor de periode van het begin van de samenwerking tot en met 31 december 2020, niets meer van elkaar te vorderen en verlenen elkaar over die periode over en weer finale kwijting.
Winstdeling vanaf 2021
Voor de periode vanaf 1 januari 2021 houden partijen een 50% / 50% verdeling aan voor de door de samenwerking gegenereerde inkomsten door het in licentie (uit)geven van de software producten genaamd cashcare en nuvopos en een eventuele opvolger van deze programma’s.
Installatiekosten
Installatiekosten van de software worden van de winstdeling voornoemd uitgezonderd, waarbij de partij die de installatie bij een klant heeft verricht 100% van de installatiekosten toekomt.
Kosten vanaf 2021
Voor de door partijen te maken kosten vanaf 1 januari 2021 houden zij aan hetgeen het
gerechtshof heeft overwogen in r.o. 4.18 en 4.19 van het arrest d.d. 16 maart 2021. Dat
wil zeggen dat iedere partij de kosten draagt die horen bij de aan hem toebedeelde taak
conform de artikelen 3 en 8 van de samenwerkingsovereenkomst en dat voor andere
kosten die in het algemene belang van de samenwerking dienen te worden gemaakt, door
de ene partij eerst toestemming zal worden gevraagd aan de andere partij, waarna bij het
verkrijgen van die toestemming iedere partij de helft van de kosten zal dragen.
1nformatieverstrekking
Partijen spreken af om elkaar over en weer op de hoogte te houden van nieuwe klanten
en de voorwaarden waaronder de overeenkomst met de klant is aangegaan door middel
van het sturen van een e-mailbericht naar de andere partij binnen 14 dagen nadat er een
overeenkomst met een nieuwe klant is aangegaan. Dit zodat beide partijen op de hoogte
zijn van het bestaan van de klanten.
Partijen verstrekken elkaar over en weer binnen 14 dagen na het einde van een kwartaal
een overzicht met het actuele klantenbestand en de geïnde gelden. Dit zodat over en weer
duidelijkheid wordt verkregen over de bestaande klanten en de geïnde gelden. Op verzoek
dienen partijen elkaar over en weer de nodige controleerbare informatie te verstrekken
door middel van het beschikbaar stellen van de facturen binnen 14 dagen nadat een
dergelijk verzoek door de ene partij aan de andere partij is gedaan.
Proceskosten
Ieder der partijen zal de door hem gemaakte kosten in verband met de procedure in hoger
beroep zelf dragen.
Intentieverklaring(en) met betrekking tot de toekomst
Partijen spreken af dat na drie maanden na het arrest waarin onderhavige schikking is
opgenomen partijen elkaar over en weer schriftelijk te kennen geven of en zo ja, hoe zij
de samenwerking wensen voort te zetten, zodat de communicatie hierover en/of over
voorstellen om op den duur eventueel tot een beëindiging van de samenwerking te
komen, weer op gang komt.’
2.3
Het hof zal voldoen aan dit eensluidende verzoek van partijen. Dat betekent dat de vonnissen van de rechtbank, waartegen beide partijen beroep hebben ingesteld, zullen worden vernietigd voor zover daarvan in de vaststellingsovereenkomst wordt afgeweken en dat het hof zal bepalen dat de in de vaststellingsovereenkomst neergelegde afspraken tussen partijen zullen gelden en dat het hof partijen veroordeelt om die afspraken na te komen. Het hof zal de proceskosten in hoger beroep compenseren.

3.3. De beslissing

Het hof:
vernietigt de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland van
5 september 2018 en 30 januari 2020 voor zover daarvan wordt afgeweken in de in punt
2.2 geciteerde vaststellingsovereenkomst;
bepaalt dat tussen partijen geldt wat is vastgelegd in de in punt 2.2 geciteerde vaststellingsovereenkomst en veroordeelt partijen hun verplichtingen uit die vaststellingsovereenkomst na te komen;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat partijen ieder de eigen kosten dragen;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J. Smit, H. de Hek en H.M. Fahner en is door de rolraadsheer, in aanwezigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2021.