Uitspraak
InBev,
Reimborg,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat deze procedure over?
3.Het oordeel van het hof
grieven 1 en 2, die gaan over de weergave van de feiten, heeft InBev geen belang meer omdat het hof die feiten opnieuw heeft vastgesteld en daarbij met deze grieven rekening heeft gehouden.
grief 3op tegen de veroordeling tot het jaarlijks opstellen van een onderhoudsplan dat met de gemeente moet worden afgestemd. Daarvoor is volgens haar geen rechtsgrond, er is geen leemte die moet worden ingevuld en ook is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat InBev een plan moet opstellen terwijl onduidelijk is welke werkzaamheden voor rekening van InBev komen.
grief 4voert InBev aan dat zij ten onrechte is veroordeeld tot herstel van het ingezakte dakdeel. De kantonrechter heeft geen rekening gehouden met het feit dat de huuroverkomst veel jonger is dan het dak, waarvan de kap oorspronkelijk is en geen dakbeschot heeft. Daarmee is het dak zeer onderhoudsgevoelig, zoals ook de deskundige heeft opgemerkt. Bij verschuiving van pannen kan water binnenkomen en de deskundige sluit niet uit dat zich eerder aantasting en verzakking van het dakvlak heeft voorgedaan. Volgens InBev was het proces dat heeft geleid tot de nu vastgestelde verzakking al ruimschoots aan de gang voordat zij huurder werd; er was een latent gebrek.
grief in incidenteel hoger beroepbetoogt Reimborg dat de kantonrechter ten onrechte haar vordering tot aanbrengen van ontbrekende hanenbalken heeft afgewezen. Zo nodig wil zij bewijzen dat alle hanenbalken nog in 1990 aanwezig waren.
grief in voorwaardelijk incidenteel hoger beroepwaarmee Reimborg ter discussie stelt of zij terecht is belast met bewijs van de oorzaak van het dakprobleem. De voorwaarde is niet vervuld.
grieven 5 en 6stellen aan de orde dat de termijn van 30 dagen voor schilderwerk en onderhoudsplan en 45 dagen voor dakherstel onredelijk kort was (mede gelet op bouwstops, winterse weersomstandigheden en de noodzaak tot verwijdering van steigers in verband met Koningsdag). Ook gelet op de monumentenstatus zou een redelijke termijn voor het buitenschilderwerk zes maanden en voor het dak tien maanden zijn. Reimborg gaf tijdens het werk ook aan dat kwaliteit belangrijker was dan snelheid, maar zij heeft toch op
muizenroosters tegen roest behandelen
grief 7betoogt InBev dat zij ten onrechte is veroordeeld in de proceskosten van eerste aanleg. Hoewel het hof het vonnis van de kantonrechter gedeeltelijk zal vernietigen, zal de proceskostenveroordeling in stand blijven. De directe aanleiding voor en het zwaartepunt van die procedure was de aansprakelijkheid voor het ingezakte dak, waarover de gemeente Reimborg had aangeschreven en waarvoor deskundigenonderzoek noodzakelijk bleek. Grief 7 faalt.