Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante],
[appellanten] c.s.,
Elxis,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“(…) Naar aanleiding van ons gesprek van gisteren heb ik de opdrachtbevestiging aangepast, zoals besproken heb ik een extra termijn van 5.000 euro bij oplevering van de villa toegevoegd.
“(…) Due to all these, we have lost our trust in you (…) and we do not longer wish to continue our cooperation since it is more than clear that it is impossible to deliver our Villa, as agreed in April 2018. (…)”.In diezelfde e-mail hebben [appellanten] c.s. de koop-/aannemingsovereenkomst ontbonden en om terugbetaling van het door hen reeds aan de ontwikkelaar betaalde bedrag groot € 50.000,00 verzocht.
“De, u bekende, voor cliënten harde deadline”voor oplevering van de woning in april 2018 niet haalbaar bleek, dat inmiddels vaststaat dat de woning in het geheel niet aan [appellanten] c.s. opgeleverd zal worden en dat [appellanten] c.s. daarvoor Elxis mede aansprakelijk achten,
“omdat sprake is van toerekenbaar tekortschieten uwerzijds als professioneel deskundige met specifieke expertise op het gebied van onroerend goed transacties in Griekenland.”. Ook heeft de gemachtigde bij deze brief Elxis aansprakelijk gesteld voor de hierdoor door [appellanten] c.s. geleden en nog te lijden schade en heeft hij Elxis verzocht en gesommeerd tot terugbetaling van het bedrag groot € 7.700,00.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
primair:voor recht te verklaren dat Elxis (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst, althans in de op haar rustende zorgplicht als goed opdrachtnemer en dat [appellanten] c.s. gerechtigd waren tot en terecht tot ontbinding van de overeenkomst zijn overgegaan, alsmede te bepalen dat Elxis aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [appellanten] c.s. geleden schade;
grieven 1 tot en met 8van [appellanten] c.s. hebben betrekking op deze vraag en ook
grief Ivan Elxis houdt hiermee verband. Het hof zal deze grieven hierna gezamenlijk beoordelen.
“Elxis bemiddelt bij de aankoop van een bouwperceel en een nog te bouwen villa te Pogonia, Griekenland”en dat Elxis
“de gehele notariële afwikkeling van de transactie”zal
“verzorgen en de aanneemovereenkomst voor de bouw van de villa”zal
“opstellen”.In haar e-mail van 19 april 2017 heeft Elxis aan [appellanten] c.s. medegedeeld dat Elxis voorts
“uiteraard alle handelingen, die niet met naam en toenaam in de opdrachtbevestiging worden genoemd maar in alle redelijkheid wel voor de aankoop noodzakelijk zijn”zal
“verrichten c.q. faciliteren”,waarbij gedacht moet worden aan
“de aanvraag van een Grieks fiscaal nummer, het opstellen van een aankoopvolmacht, het eventueel bij volmacht tekenen van aktes, doen van aangifte overdrachtsbelasting en betalen van overdrachtsbelasting, notaris en kadaster uit jullie naam (indien door jullie gewenst en in overleg), de eerste aanmelding van de aankoop van helperceel bij de Griekse belastingdienst (E9-formulier), de kadastrale overschrijving van de koopakte, de opstelling en evt. ondertekening van een akte van kwijting etc.”.
“(…) Tijdens het aankoop- en bouwtraject wordt u deskundig begeleid door ons kantoor. Wij hebben al 25 jaar ervaring met de bemiddeling en juridische afhandeling van onroerendgoedtransacties in Griekenland en bieden u complete aankoopbegeleiding. Zo worden contracten tweetalig opgesteld, zodat u deze in uw eigen taal kunt lezen, verzorgen wij de notariële overdracht en regelen wij voor u alle zaken die bij de aanschaf van een woning in Griekenland komen kijken. (…)”.
“juridische afhandeling van onroerendgoedtransacties in Griekenland”en mededeelt
“complete aankoopbegeleiding”te verzorgen en de rol van Elxis voorafgaand aan de ondertekening van de bemiddelingsovereenkomst, leiden het hof, bezien in samenhang met de hiervoor aangehaalde bepalingen uit de bemiddelingsovereenkomst en de e-mail van Elxis van 19 april 2017, tot de conclusie dat [appellanten] c.s. redelijkerwijs mochten verwachten dat Elxis op basis van de bemiddelingsovereenkomst die diensten zou leveren die essentieel zijn voor de correcte juridische afhandeling en afwikkeling van de aankoop van het bouwperceel en de daarop te bouwen vakantiewoning.
“all procedures with the
“if there isn’t any objection”-
“we will be able to sign our private agreement about your villa construction”.Per e-mail van 27 maart 2017 hebben [appellanten] c.s. aan de ontwikkelaar - met Elxis in cc - onder meer melding gemaakt van een lopende discussie over
“the possibilities of extra square meters”en bij e-mail van 6 april 2017 heeft Elxis [appellanten] c.s. er
“Voor de goede orde”op gewezen dat er slechts een
“algemene aankoopvolmacht”ondertekend zou kunnen worden
, “omdat de splitsing van het perceel nog niet heeft plaatsgevonden en dus ook de exacte kadastrale gegevens van het perceel nog niet bekend zijn”en dat afgesproken kan worden dat Elxis pas namens [appellanten] c.s. actie zal ondernemen
“zodra wij schriftelijke opdracht van jullie hebben ontvangen om tot aankoop van het specifieke perceel over te gaan.”.Hieruit leidt het hof af dat [appellanten] c.s. reeds vóór ondertekening van de koop-/aannemingsovereenkomst op 20 maart 2017 en in ieder geval vóór ondertekening van de bemiddelingsovereenkomst op 6 april 2017 op de hoogte waren, althans op de hoogte behoorden te zijn van (een aantal van) de door hen benoemde risico’s.
“(…) Indien bij artikel 2.2 geen correcte bouwvergunning blijkt te kunnen worden verkregen (conform de definitieve tekeningen), zal de verkoper de kopers schadeloos stellen door het perceel terug te kopen, waarbij er door de kopers geen schade zal worden geleden. (…)”.In artikel 12 van de koop-/aannemingsovereenkomst is bepaald:
“De eigendom in kwestie is uitgekozen op voordracht van de aannemer, zodat deze geschikt is voor de bouw van de woning die de aannemer door middel van deze overeenkomst overeenkomt te bouwen. Derhalve garandeert de aannemer dat de uitgifte van een bouwvergunning en de bouw van de woning mogelijk is; de serie schetsen zoals die met de opdrachtgevers wordt overeengekomen zal zonder essentiële wijzigingen worden goedgekeurd door de Bouwdienst die bevoegd is voor de uitgifte van een bouwvergunning.”en in bijlage IV bij deze overeenkomst staat vermeld:
“(…) Conform artikel 2 van de onderhandse overeenkomst zal de verkoper, wanneer er geen correcte bouwvergunning blijkt te kunnen worden verkregen (conform de definitieve tekeningen), de kopers schadeloos stellen door het perceel terug te kopen, waarbij er door de kopers geen schade zal worden geleden. (…)”.In artikel 6 van deze overeenkomst is bepaald
: “De woning zal door de aannemer worden opgeleverd binnen twaalf (12) maanden na uitgifte van de bouwvergunning en in ieder geval niet later dan 15/04/2018, wat de uiterste opleverdatum is. De aannemer zal ten alle tijden proberen de opleverdatum zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden, zonder enig toegeving op de geleverde kwaliteit.”en in artikel 8 is opgenomen:
“Wanneer de bouwwerkzaamheden niet zijn onderbroken om redenen van overmacht zoals bedoeld in artikel 7, en aannemer door zijn schuld en toedoen de woning te laat oplevert na 15/04/2018, zal hij verplicht zijn aan opdrachtgevers als boeteclausule en vergoeding voor niet-aantoonbare schade, een bedrag van 330 euro per dag te betalen voor elke dag vertraging na 15/04/2018, of, indien er sprake is van overmacht, voor elke dag dat de duur van het feit waaruit de overmacht bestond wordt overschreden. Dit bedrag dient na afloop van iedere maand aan de opdrachtgevers te worden betaald.”.
“een courtage (…) van € 27.700,00”verschuldigd zijn voor
“haar bemiddelingsdiensten”,dat de
“courtage zal (…) worden voldaan”door betaling van
“i) € 7.700,00 binnen 7 dagen na ondertekening van de opdrachtbevestiging, ii)
“voor de betreffende termijnen facturen”zal versturen aan [appellanten] c.s. Daarmee is naar het oordeel van het hof in deze overeenkomst het recht op loon in elk geval deels afhankelijk gesteld van de uitvoering van de bemiddelde overeenkomst. Naar het oordeel van het hof hebben [appellanten] c.s. onvoldoende onderbouwd gesteld om te kunnen concluderen dat het niet uitvoeren van de koop-/aannemingsovereenkomst niet aan hen toe te rekenen is. Het enkel wijzen op nalaten van Elxis als gevolg waarvan [appellanten] c.s. de koop-/aannemingsovereenkomst hebben moeten ontbinden, is daartoe, gezien hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen over de uitvoering van de bemiddelingsovereenkomst, onvoldoende.
Grief 9van [appellanten] c.s. en
grief IIvan Elxis hebben hierop betrekking. Het hof zal deze grieven hierna gezamenlijk beoordelen.
5.De slotsom
6.De beslissing
in principaal en incidenteel hoger beroep: