Uit het deskundigenrapport blijkt dat de vragen 1 en 2 niet kunnen worden beantwoord door de deskundige, omdat de brondocumentatie (de dagstaten) van de door Ado verstrekte urenoverzichten niet meer beschikbaar is en de deskundige de overzichten niet meer op juistheid en volledigheid kon toetsen, dan wel zelfstandig kon reconstrueren. Om die reden ontbreekt volgens het rapport de benodigde grondslag om een antwoord te kunnen geven op vraag 3. Het antwoord op vraag 4 luidt:
“
Personeelsleden verantwoordelijk voor ondersteunende werkzaamheden als
administratie en planning zijn in dienst bij een andere (gelieerde) onderneming. De
personeelsleden in dienst bij ADO zijn allen chauffeur/magazijnmedewerkers.
Wel kan nog worden opgemerkt dat onder de uren “magazijn, op/overslag/onderhoud”
het onderhoud mogelijk kan worden toegewezen aan de transport activiteit. Nu de dagstaten niet meer beschikbaar zijn kan het aantal uren die hier betrekking op hebben niet meer worden achterhaald.”
Het antwoord op vraag 5 luidt:
“
In het licht van de geplaatste opmerkingen van de heer [C] tijdens de descente
plaatsen wij de volgende opmerkingen over de mogelijkheid op grond van andere (ook
niet financiële) informatie te komen tot een uitspraak over de aannemelijkheid van een
verdeling van de loonkosten.
De vraagstelling van het Gerechtshof houdt in dat er een vaststelling dient te worden
gedaan. Het doen van een uitspraak over de aannemelijkheid valt niet binnen deze
opdracht. De vraagstelling van het Gerechtshof ziet op vaststelling van het aantal uren
en de loonkosten. Het doen van een uitspraak over de verdeling op basis van andere
(ook niet financiële) gegevens behoort evenmin tot de onderzoeksopdracht.
Nu het Gerechtshof wellicht op basis van de thans beschikbare gegevens toch een
uitspraak zal willen doen over de verdeling achten wij het van belang om de volgende
financiële gegevens weer te geven.
Uit de overlegde jaarcijfers hebben wij de onderstaande omzetcijfers afgeleid:
Tabel 8
(Deze tabel is verwijderd naar aanleiding van de reactie van ADO op het concept deskundigenbericht. Zie hiervoor onderdeel 10 van dit deskundigenbericht.)
Bij de descente heeft de heer [D] opgemerkt dat de transport activiteiten en
opslag activiteiten niet apart worden vastgelegd.
ADO heeft opgegeven in de betreffende periode gebruik te hebben gemaakt van
12 vrachtwagens met bak, 2 busjes en 3 koerierswagens. Het aantal vergunningen
bedroeg in de jaren 2012, 2013 en 2014 respectievelijk 25,18 en 18. Het aantal fte’s in
deze jaren bedroegen respectievelijk 17, 12,75 en 12,27.”