Uitspraak
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 21 september 2018 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] een portemonnaie (met inhoud) en/of een hoeveelheid geld (€ 700,00) en/of een creditcard en/of een rijbewijs, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 21 september 2018 te [plaats3] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld (via een pinautomaat), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten een Creditcard / Mastercard op naam van die [benadeelde partij] , bij een [naam] bankfiliaal met die Creditcard is gaan pinnen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;