Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
"Huurovereenkomst". Verder is in het contract uitdrukkelijk bepaald dat UNC bedrijfsruimte beschikbaar stelt en dat MeubelVision daartegenover een vergoeding betaalt:
"de aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op de ingangsdatum op jaarbasis € 24.000,- (€ 2.000,- x 12) (…). Met uitzondering van de (start)periode 1-5-2015 tot en met 31-12-2016, waar de jaarbasis € 21.000,- (€ 1.750,- x 12) bedraagt (…)."Daarmee is voldaan aan de essentialia van een huurovereenkomst (artikel 7:201 BW).
"We hebben altijd gezegd dat als er geen inkomsten zijn, er ook geen huur zou zijn."Het standpunt van UNC dat de kantonrechter uit dit verweer niet heeft kunnen afleiden dat volgens [geïntimeerde] de afspraak is gemaakt dat MeubelVision pas huur zou gaan betalen als zij winst maakte, omdat er volgens UNC een onderscheid moet worden gemaakt tussen de begrippen winst en inkomsten, verwerpt het hof. Zonder (voldoende) inkomsten immers geen winst.
"De vennoten trachten een vruchtbare samenwerking op te bouwen met een winstgevende onderneming. Vervolgens konden zij alsdan de bruikleenovereenkomst omzetten in een huurovereenkomst, zodat eiseres[UNC]
huurpenningen kon ontvangen."Ook al heeft de kantonrechter het standpunt van [geïntimeerde] niet gevolgd dat er sprake was van een bruikleenovereenkomst, de kantonrechter heeft dat verweer zonder meer in die zin kunnen uitleggen dat volgens [geïntimeerde] de nadere afspraak is gemaakt dat MeubelVision pas huur zou gaan betalen als zij winst maakte. Ook het hof vat het verweer van [geïntimeerde] in die zin op. Het standpunt van UNC dat de kantonrechter buiten de rechtsstrijd is getreden is onjuist. Onderdeel II van grief 1 in principaal hoger beroep gaat niet op.
"De vergoeding die Huurder verschuldigd is voor de door of vanwege Verhuurder te verzorgen levering van zaken en diensten wordt bepaald overeenkomstig artikel 18 van de algemene bepalingen. Op deze vergoeding wordt een systeem van voorschotbetalingen met latere verrekening toegepast, zoals daar is aangegeven."
"Door of vanwege Verhuurder wordt de levering van de volgende zaken en diensten verzorgd:n.v.t".
"Indien partijen zijn overeengekomen dat door of vanwege Verhuurder bijkomende levering van zaken en diensten wordt verzorgd, stelt Verhuurder daarvoor door Huurder verschuldigde vergoeding vast op basis van de kosten die met de levering van zaken en diensten en de daaraan verbonden administratieve werkzaamheden zijn gemoeid. (…)"