ECLI:NL:GHARL:2021:4786

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 april 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
TBS P20/0371
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar na positieve ontwikkelingen in resocialisatietraject

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1972. De rechtbank Den Haag had eerder op 20 oktober 2020 de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. Het hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist, maar gezien de positieve ontwikkelingen in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde, de maatregel niet met twee jaar maar met één jaar moet worden verlengd. De terbeschikkinggestelde heeft zich actief ingezet voor zijn behandeling en heeft vooruitgang geboekt, waaronder deelname aan therapieën en het opbouwen van een relatie. Het hof benadrukt dat de verlenging met één jaar niet betekent dat de terbeschikkingstelling na dat jaar automatisch zal worden beëindigd of opnieuw met één jaar zal worden verlengd. De beslissing is genomen na het horen van de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en de advocaat-generaal, en op basis van adviezen van deskundigen en de kliniek. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de mogelijkheid om de voortgang van het traject over een jaar opnieuw te toetsen.

Uitspraak

TBS P20/0371
Beslissing d.d. 22 april 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
verblijvende in [afdeling] op het adres [adres] te [plaats] , onder verantwoordelijkheid van Forensische Psychiatrisch Centrum (FPC) De Oostvaarderskliniek te Almere.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 20 oktober 2020, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 augustus 2003, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • het verlengingsadvies van de FPC De Oostvaarderskliniek van 30 juli 2020, met als bijlagen de wettelijke aantekeningen tot en met het 1e kwartaal van 2020;
  • de pro justitia rapportage van psycholoog P.E. Geurkink van 31 juli 2020;
  • de pro justitia rapportage van psychiater I. Maksimovic van 3 augustus 2020;
  • de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 31 augustus 2021;
  • het advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) van 11 september 2020;
  • de machtiging voor het transmurale verlof van de terbeschikkinggestelde van 17 september 2020;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte rechtsmiddel van de terbeschikkinggestelde van 23 oktober 2020;
  • de aanvullende informatie van FPC Oostvaarderskliniek van 8 december 2020.
Het hof heeft ter zitting van 8 april 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. van der Meer, advocaat te Groningen, en de advocaat generaal mr. V. Smink.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft op zichzelf geen bezwaar tegen de verlenging van de maatregel. Hij kan zich alleen niet vinden in de beslissing van de rechtbank om de terbeschikkingstelling – nadat deze maatregel vier keer eerder werd verlengd met een termijn van één jaar – dit keer te verlengen met een termijn van twee jaren. Die beslissing demotiveert hem. Hij heeft zich in de afgelopen periode volledig ingezet voor zijn traject. Ook heeft hij vooruitgang in zijn behandeling geboekt. Hij is aangemeld en geaccepteerd voor deelname aan de COSA-cirkel die alleen vanwege de Corona-crisis nog niet is opgestart. Hij volgt daarnaast individuele therapie, waarbij hij thans nog spreekt met behandelaren van de kliniek. Die gesprekken zullen wordt voortgezet bij [instelling] , waar hij inmiddels een intakegesprek heeft gehad en hij na een vervolggesprek zal worden geaccepteerd. Tijdens zijn terugplaatsing van de transmurale afdeling [afdeling] naar de kliniek heeft hij veel geleerd. Ten tijde van de indexdelicten had hij nooit een relatie gehad. Nu heeft hij eindelijk een volwaardige relatie met een partner, waarbij ook seksualiteit hoort. Hij en zijn partner gebruiken allebei libidoremmende medicatie, hetgeen invloed heeft op hun seksuele relatie. De terbeschikkinggestelde is samen met zijn partner begonnen met relatietherapie. Hij vindt het als zedendelinquent belangrijk om een goede seksuele relatie met zijn partner te krijgen omdat dit het risico op een terugval verlaagt. Er is een goede klik met de reclassering. De terbeschikkinggestelde begrijpt wel dat zijn traject niet binnen twee jaar kan worden afgerond, maar hij wenst dat de voortgang van het traject over een jaar opnieuw wordt getoetst. De deskundigen sluiten niet uit dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege dan wel een proefverlof na een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar aan de orde kan zijn. Een verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaar doet geen recht aan de positieve ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde en zijn huidige situatie. De raadsman heeft bepleit de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar te verlengen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Er is sprake van positieve ontwikkeling bij de terbeschikkinggestelde. Hij werkt goed samen. Hij heeft meer inzicht in zijn problematiek en neemt meer verantwoordelijkheid voor die problematiek. Tijdens de terugplaatsing van de transmurale afdeling naar de kliniek heeft hij veel geleerd. Hij is open over de relatie met zijn partner. Hij spreekt op een reële manier over de dilemma’s in verband met de seksuele relatie met zijn partner. De kliniek blijft in de aanvullende informatie bij haar advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar. Dit is ook geadviseerd door de pro justitia rapporteurs. Uit de inhoud van de verlengingsadviezen blijkt dat het traject langer dan één jaar zal duren. In dat geval is het uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd met een termijn van twee jaren. De officier van justitie heeft goede argumenten gegeven voor een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren. Maar de situatie is inmiddels veranderd. Er is een begin gemaakt met het traject dat wordt beschreven in de aanvullende informatie van de kliniek. Na een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar kan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan de orde zijn. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en tot verlenging van te terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank, gezien de situatie ten tijde van de zitting in eerste aanleg, op goede gronden en op juiste wijze heeft beslist om de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van twee jaar. Gelet op de ontwikkelingen sindsdien, zoals die ter zitting in hoger beroep zijn gebleken ziet het hof aanleiding om de maatregel niet met een termijn van twee jaar maar met een termijn van een jaar te verlengen. Het hof zal daarom de beslissing waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Indexdelicten
De rechtbank Den Haag heeft aan de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 21 augustus 2003 de maatregel van ter beschikkingstelling opgelegd ter zake van - onder meer - misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, te weten:
- met iemand beneden de leeftijd van 12 jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd, en met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
en
- met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadviezen van de kliniek en de pro justitia rapportage van psycholoog Geurkink en van psychiater Maksimovic volgt dat er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van pedofilie van het niet exclusieve type, een borderline persoonlijkheidsstoornis en een aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis. De kliniek schat in geval van beëindiging van het toezicht of de maatregel het risico op seksueel gewelddadig gedrag op de korte termijn in op matig. De terbeschikkinggestelde is doordrongen van de negatieve gevolgen voor hemzelf en voor zijn slachtoffers als hij opnieuw zou overgaan tot grooming en seksueel misbruik. De vaardigheden van de terbeschikkinggestelde om met stressvolle situaties om te gaan zijn sterk verbeterd. Zijn partner is een belangrijke steunfactor voor hem. Op de langere termijn zal het risico toenemen wanneer extra stresserende factoren in frequentie of ernst oplopen en de relatie van de terbeschikkinggestelde met zijn partner zou eindigen, waardoor hij contact kan gaan zoeken met minderjarige jongens. Geurkink schat het recidiverisico in op matig en oplopend naar hoog indien het huidige kader en het huidige toezicht met behandeling en begeleiding wegvallen. Maksimovic schat bij het wegvallen van het kader van de terbeschikkingstelling het recidiverisico in eerste instantie in op matig en op den duur op hoog.
Verlenging
Gelet op de advisering en op hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof laat zich bij de verlenging van de terbeschikkingstelling leiden door het uitgangspunt dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een termijn van één jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. Het hof ziet in dit geval aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De kliniek en de pro justitia rapporteurs hebben geadviseerd de verlengingsduur van de terbeschikkingstelling te beperken tot één jaar.
Uit de toelichting van de kliniek op haar verlengingsadvies komt naar voren dat de terbeschikkinggestelde de komende periode zal verblijven op een transmurale afdeling. Op deze manier kan worden getoetst in hoeverre hij in staat is om zich staande te houden met afnemende ondersteuning. Ook zal hij moeten laten zien dat hij in staat is om op zo’n manier met zijn seksualiteit om te gaan dat dit niet leidt tot (dreigend) delictgedrag. Dit dient te geschieden binnen het veilige kader van de verpleging van overheidswege. Indien dit gedurende het geadviseerde verlengingsjaar stabiel verloopt, bestaat er een kans dat er na dat jaar kan worden overgegaan tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Ter zitting in eerste aanleg heeft de deskundige [deskundige] verklaard dat de kliniek een kleine kans ziet dat de verpleging van overheidswege volgend jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. Het is ook mogelijk om binnen dit jaar overleg te hebben met de reclassering over passende mogelijkheden. De stap naar de reclassering in het kader van proefverlof of voorwaardelijke beëindiging kan volgens [deskundige] heel goed gemaakt worden vanaf de plek waar de terbeschikkinggestelde nu verblijft.
De terbeschikkinggestelde verbleef ten tijde van het uitbrengen van het verlengingsadvies nog voor een time-out in de kliniek, waar hij werd opgenomen nadat uit een ICT-controle was gebleken dat hij had gezocht naar voor hem ongeoorloofd materiaal. Na de time-out opname van een half jaar, waarin diversie interventies zijn ingezet en nieuwe afspraken zijn gemaakt, is de terbeschikkinggestelde op 13 augustus 2020 teruggeplaatst op de transmurale afdeling [afdeling] van de Pompestichting. Hij functioneert stabiel, is goed in beeld en in de samenwerking, en geeft aan welke zaken bij hem spelen. Hij stelt zich open op bij zijn gesprekken met een GZ-psycholoog van de kliniek die zich focussen op seksualiteit. Ook de contacten met zijn partner verlopen goed. De terbeschikkinggestelde en zijn partner zijn in beeld bij het maatschappelijk werk van de kliniek en de systeemtherapeut van [instelling] . Bij zowel de individuele gesprekken als de relatiegesprekken wordt gezien dat de terbeschikkinggestelde tegenslagen beter kan incasseren, hij zich sneller kan herstellen en hij open staat voor nieuwe ideeën. Hij staat op de wachtlijst voor de overgang van de individuele therapie en relatietherapie bij [instelling] . Wanneer de behandeling van de terbeschikkinggestelde in zijn geheel is overgenomen door [instelling] , zal bij blijvend stabiel functioneren de eventuele overstap van depot naar orale toediening van libidoremmende medicatie worden besproken. De verwachting is dat hij de komende periode zal beginnen met de COSA-cirkel. De kliniek blijft in de aanvullende informatie bij het eerder door haar uitgebrachte verlengingsadvies.
Psycholoog Geurkink heeft in zijn pro justitiarapportage geschreven dat moet worden doorgegaan met de geleidelijke resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. In de (nabije) toekomst moet de reclassering bij zijn behandeling worden betrokken. Mogelijk is proefverlof noodzakelijk om de reclassering meer bekendheid te geven met hem en zijn pathologie. Het is niet goed te voorspellen hoeveel tijd dit traject nodig heeft. Geurkink heeft geadviseerd de voortgang van het traject over één jaar te toetsen om de terbeschikkinggestelde te motiveren en te bekijken of hij dan is opgeschoven in de richting van een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Psychiater Maksimovic vindt een stapsgewijze resocialisatie van de terbeschikkinggestelde nodig. Dit traject zal niet binnen een jaar klaar zal zijn. Desondanks adviseert Maksimovic de maatregel te verlengen met een termijn van één jaar om de terbeschikkinggestelde in beweging te brengen, zijn hospitalisatie tegen te gaan en hem een toets moment te bieden, wat zijn motivatie ten goede zal komen. Ter zitting in eerste aanleg heeft Maksimovic hieraan toegevoegd dat hij zich kan voorstellen dat men volgend jaar voor de vraag staat of proefverlof dan wel een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan de orde is, waarbij hij niet uitsluit dat de rechtbank volgend jaar kan beslissen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof overweegt dat de terbeschikkinggestelde op 13 augustus 2021 van de kliniek is teruggeplaatst op de transmurale afdeling. Sindsdien zijn de behandeling van de terbeschikkinggestelde en zijn resocialisatietraject positief verlopen. Het is nog onduidelijk wanneer het ingezette traject kan worden voortgezet in het kader van het proefverlof dan wel het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het hof ziet in de eenduidige verlengingsadviezen van de kliniek en de pro justitia rapporteurs, in combinatie met de positieve lijn in het traject van de terbeschikkinggestelde sinds de zitting bij de rechtbank, al met al voldoende aanleiding om maatregel te verlengen met niet meer dan één jaar, teneinde zo de ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen. Daarbij merkt het hof op dat aan deze verlenging met één jaar niet de verwachting mag worden ontleend dat na verloop van dat jaar de terbeschikkingstelling (voorwaardelijk) zal worden beëindigd of opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 20 oktober 2020 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. A.B.A.P.M. Ficq als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
drs. C.J.J.C.M. van Gestel en dr. K. de Wijs-Heijlaerts als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 22 april 2021 in het openbaar uitgesproken.
Mr. E.A.K.G. Ruys, de raden en de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.