Antwoord Ja, hetgeen Boertjes heeft uitgewerkt in de werktekeningen en
principedetails is in grote lijnen in werkelijkheid ook zo uitgevoerd, echter reeds door de
aannemer op enkele plaatsen verbeterd. Voor een aantal punten is zichtbaar dat de
werkelijke situatie afwijkt van hetgeen is uitgewerkt door Boertjes op tekening 14-150
Blad 1 en Blad 2.
Zo is er geen bevestiging van de stijlen en dorpels op de bouwkundige constructie zichtbaar.
Op tekening is aangegeven dat de constructie door de profielen heen dient te worden
gemonteerd, waarna een kunststofdopje in het boorgat aan de binnenzijde wordt geplaatst.
Er zijn echter geen dopjes of boorgaten zichtbaar, waarbij de suggestie wordt gewekt dat de
profielen op een afwijkende wijze zijn gemonteerd, foto 01 en 02. Op tekening zijn schuine
knellijsten afgebeeld waarbij deze ter plaatse van de nok rechthoekig zijn, hierdoor kan
meer water op de horizontale ligger ophopen.
Vraag 4 Is er sprake van een ontwerpfout of uitvoeringsfout of beide?
Antwoord Naar de mening van ondergetekende is er niet direct sprake van een
ontwerpfout. (...) De uitvoeringswijze is naar de mening van ondergetekende ook het
probleem in de onderhavige situatie. De mate van waterdichtheid van dergelijke gevel/dak
constructies valt en staat met de zorgvuldigheid van de montage. Zoals reeds door een
derde partij, maar ook door Alcoa (producent lichtkap) is waargenomen, is de door
Boertjes uitgevoerde montage matig te noemen. Ondergetekende heeft waargenomen dat
een groot aantal knellijsten op de lichtkap openingen vertonen in aansluiting op het glas of
onderlinge aansluitingen (onthechting van butyl tape, als gevolg van ophopend water en
vuil op de liggende knellijsten). Zo zijn opengetrokken rubbers en kitnaden zichtbaar,
waardoor lekwater de knellijsten en profielen kan binnendringen, foto 03 t/m 08. Dit is bij
het onderhavige gevelsysteem acceptabel en wordt via kanalen in het systeem naar buiten
afgevoerd. Echter worden de kanalen onderbroken ter plaatse van de aansluiting van de
liggers op de stijlen en ter plaatse van de knik in de stijlen. Indien deze aansluiting
onvoldoende door rubbers worden afgedicht, kan lekwater uit de kanalen dieper in de
constructie dringen en de woning binnentreden. Volgens mededelingen en rapportage van
Alcoa ontbreken daarbij enkele essentiële rubbers en kaderrubbers, waardoor de
waterdichte en onderlinge aansluiting in het geding is. Indien de afwaterkanalen in de
profielen volledig naar behoren functioneert, wordt water in de onderdorpel naar buiten
afgevoerd. Echter zoals tijdens de opname is medegedeeld en in de stukken is terug te
vinden, zijn ontwateringsopeningen geblokkeerd of bevinden zich op een verkeerde plek.
Hierdoor kan een waterkolom optreden in de kanalen, waardoor water alsnog de woning
kan binnentreden. Op de tekeningen van Boertjes (14-150 Blad 1 en Blad 2) is onduidelijk
hoe de ontwatering van de profielen is gerealiseerd. De lekkage doet zich daarbij op
verscheidende plekken voor, maar structureel lijkt de aansluiting van de liggers op de
hellende stijlen te zijn, foto 09 en 10. Hierom kan worden gesteld dat deze aansluiting
onnauwkeurig is uitgevoerd en waarbij het vermoeden wordt gewekt dat de juiste rubbers
ontbreken of onjuist zijn aangebracht, waardoor lekwater de constructie dieper kan
binnendringen. Het achterhalen of de constructie juist is gemonteerd of de juiste materialen
zijn toegepast is echter alleen te achterhalen en na te zien door een groot deel van de
lichtkapconstructie inclusief beglazing te demonteren”