Uitspraak
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidKroezen Onroerend Goed Beheer B.V.,
Grid Vastgoedontwikkeling B.V.,
Fortu Beheer B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
Vorige week is duidelijk geworden dat de Raad van State het beroep op zitting gaat behandelen. (…) Inmiddels is ook duidelijk geworden wat het beroepschrift inhoudelijk betreft. Het is beroepschrift is ingediend door twee achterburen aan de huis ter beestlaan, die met hun achtertuin direct aan de locatie grenzen. Het beroepschrift geeft vrij vertaald aan dat de buren liever geen enkel bebouwing meer hadden gehad achter hun woning en dat zij zich met name zorgen maken over privacy in de vorm van ramen vanuit de toekomstige woningen die uitkijken op hun terrein en woning. Wij zijn bereid met deze buren een gesprek aan te gaan om te zien of er mogelijkheden zijn afspraken te maken, waarmee zij voldoende comfort hebben bij de ontwikkeling en een behandeling van het beroep niet langer nodig is. Graag zouden we met jou willen afstemmen of jij dat ook zinvol vindt. Uit het contact met de Raad van State is gebleken dat de behandeling van het beroep hoogstwaarschijnlijk 4 maart pas plaats kan vinden. Men kijkt bij Raad van State nog naar een mogelijkheid voor een eerdere behandeling, maar konden daar geen toezegging over doen. Duidelijk is dat de behandeling in 2020 zal plaatsvinden. Onze overeenkomst ziet er nu op toe dat de bestemming dit jaar onherroepelijk zou zijn. Wij zijn bereid om deze termijn in de koopovereenkomst te verlengen tot maart 2020, zodat we de originele afspraken met jou kunnen nakomen. Graag vernemen wij op korte termijn of je het eens bent met verlenging van de overeenkomst tot maart 2020, zodat we dat tijdig kunnen regelen. (...)”
Middels deze mail bevestig ik je mailbericht van hedenochtend 8.24 uur waarin jij stelt dat de bestemming dit jaar niet onherroepelijk zal zijn van de locatie [a-straat] 32a te [B] . Gezien het gestelde in onze koopovereenkomst in artikel 7 lid 1, stel ik op verdere verlenging van deze overeenkomst geen prijs. Ik wens je veel succes met de verdere afwikkeling van de procedure.”.
Op de valreep in 2019 kunnen wij nog een positief bericht delen met betrekking tot het bestemmingsplan [a-straat] 32a, te [B] . De afgelopen dagen hebben met de buren overleg gevoerd met als resultante dat zij het beroep ten aanzien van het bestemmingsplan hebben ingetrokken. Bijgaand hebben vindt je de bijbehorende brief die is verzonden aan Raad van State. Daarmee zijn nu alle obstakels weggenomen om over te gaan tot levering.”
3.Het geschil en de beslissing van de voorzieningenrechter
4.De beoordeling in hoger beroep
voorzienbaar wordtdat de benodigde bestemmingsplanwijziging
vanwege de behandeling van ingediende zienswijzen, bezwaren en/of beroep niet uiterlijk in 2019kan worden verkregen [cursivering hof]. Dat het woord “onherroepelijk” daar niet bij staat, leidt niet tot een andere uitleg, omdat uit de gecursiveerde woorden evident blijkt dat het daarom gaat. Deze uitleg is ook in lijn met wat de heer [A] namens Kroezen c.s. op de zitting van het hof heeft verklaard. Voor een andersluidende uitleg hebben Kroezen c.s. onvoldoende gesteld.
Duidelijk is dat de behandeling in 2020 zal plaatsvinden”). Het intrekken van het beroep door de buren in de tweede helft van december was slechts een theoretische kans, waarvan gesteld noch gebleken is dat die zo groot was dat in objectieve zin viel te verwachten dat dat nog zou gebeuren. Het enkele feit dat intrekking van het beroep (op de laatste dag van het jaar) uiteindelijk wel is gebeurd, wil niet zeggen dat dit medio december 2019 voorzienbaar was.
van rechtswegeis ontbonden. Anders dan Kroezen c.s. betogen, hoefde Fortu dus geen beroep te doen op de ontbindende voorwaarde. Bovendien geldt dat Kroezen c.s. uit het e-mailbericht van Fortu van 12 december 2019 hadden kunnen begrijpen dat Fortu een beroep deed op die bepaling. In dat e-mailbericht heeft Fortu immers met zoveel woorden verwezen naar de ontbindende voorwaarde. Ook uit het e-mailbericht dat Fortu diezelfde dag vervolgens aan de notaris heeft gestuurd en waarin zij verzoekt om de waarborgsom terug te storten, hadden Kroezen c.s. dit kunnen afleiden. Van dit verzoek hebben zij immers weet gehad, zo volgt uit het
- verschotten: € 2.071,- (griffierecht);
- salaris advocaat conform liquidatietarief (2 punten, tarief VII): € 9.356,-.