[appellante] heeft als getuige verklaard dat zij [D] , de bezoeker van de benedenbuurman [E] , regelmatig heeft uitgescholden.
Uit de verklaringen van het echtpaar [B] (toen 90 en 82 jaar) blijkt dat [appellante] hen iedere keer als zij in hun achtertuin zijn uitscheldt voor ‘aso’s’, ‘alcoholisten’, ‘terror-oma’, hen ziektes toewenst en hen toeroept dat zij naar het bejaardentehuis moeten. [appellante] was bij het getuigenverhoor van [B1] aanwezig. Uit het proces-verbaal blijkt dat zij toen naar aanleiding van de verklaring van [B1] heeft gezegd dat zij hen uitscheldt omdat het echtpaar [B] haar als aso in de buurt heeft weggezet. Het echtpaar [B] heeft dat laatste in hun getuigenverklaringen ontkend. In ieder geval heeft [appellante] met die verklaring het uitschelden van het echtpaar [B] toegegeven.
De (toen 65-jarige) getuige [E] (benedenbuurman) heeft verklaard dat hij door [appellante] is uitgescholden en dat ook zijn bezoek ( [D] en zijn ex-vrouw [F] ) verwensingen van [appellante] kreeg te horen. Zelf heeft [appellante] bij de kantonrechter verklaard de bezoeker [D] voor onder meer “terror- [D] ” en “schreeuw- [D] ” te hebben uitgemaakt. Het echtpaar [B] heeft in hun verklaringen bevestigd dat [E] door [appellante] wordt uitgescholden. Ook de schriftelijke verklaring van zijn ex-vrouw [F] bevestigt het schelden van [appellante] tegen [E] en tegen haar. Dat uitschelden is volgens het echtpaar [B] ook de vroegere bewoners [G] en (de 92-jarige) [H] overkomen. Een geluidsopname van het schelden naar [E] is als productie 60 bij akte 23 mei 2018 overgelegd. Te horen is dat [appellante] zegt: “
Kutchemtrails! Kankerveroorzakende chemtrails! Veel te veel van die schijtbejaarden! Met je doorgeflipte paardenhoer! Schijtbejaarde! Terrorbejaarde!".
In hoger beroep heeft [appellante] de verweten bewoordingen (‘alcoholisten’) aan het adres van de familie [B] niet bestreden, maar aangevoerd dat zij haar planten op het balkon toespreekt met de woorden dat die planten ‘zuipschuiten zijn’. Volgens [appellante] heeft het echtpaar [B] die woorden ten onrechte als scheldpartij richting hen opgevat. Die stelling acht het hof, mede gelet op haar eigen verklaringen tegenover de kantonrechter, ongeloofwaardig.
Daarmee staat het schelden naar het op de begane grond wonende echtpaar [B] , [E] en hun bezoekers voldoende vast. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat [appellante] op het ontoelaatbaar schelden geregeld door omwonenden en De Alliantie is aangesproken, maar dat zij in haar gedrag volhardt.
De getuigen verklaren dat zij door onder meer dit gedrag van [appellante] in hun huurgenot worden aangetast. Als [appellante] thuis is, gaan zij niet meer in de achtertuin zitten en voelen zij zich in hun eigen huis niet veilig. Zij zijn bang dat [appellante] ergere dingen dan schelden gaat doen. Het echtpaar [B] heeft daarvoor gewezen op de doodsbedreigingen die [appellante] op Facebook heeft geuit. Prints van de facebookpagina van [appellante] zijn als producties 41, 42, 44, 45 en 50 overgelegd. De (27-jarige) getuige [C] heeft verklaard dat omwonenden vanwege [appellante] zo weinig mogelijk buiten komen en dat zij door hen gebeld wordt om hun vuil buiten te zetten. Het hof is van oordeel dat hiermee voldoende aannemelijk is gemaakt dat deze gedragingen van [appellante] het huurgenot van de beneden huurders aantasten en hen in hun bewegingsvrijheid beperken.