Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.mr. B. Maillieux,
2 mr. F.B.R.J. Ruysschaert,
3 mr. M.L.A.G. Bernaerts,
[geïntimeerde1] B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissingen tot en met het arrest van de Hoge Raad
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep na verwijzing
f3.400.000,-. Telstar werd toen vertegenwoordigd door [de dochter] . Met deze overeenkomst verdween de Oude Catalogus uit de macht van de [geïntimeerde1] -groep en daarmee ook de eigendoms- en exploitatierechten. Op een later moment is aan deze overeenkomst bij mondelinge afspraak een recht van terugkoop door Telstar toegevoegd. Inter Fides heeft de rechten op de Oude Catalogus gecedeerd aan de bank, die deze vervolgens heeft verkocht aan CNR/Arcade. Omdat bij die gelegenheid [de dochter] het recht van terugkoop door Telstar heeft ingeroepen zijn CNR, Arcade en [de dochter] met elkaar in gesprek geraakt. In dat overleg bleek, volgens de brief van [de dochter] aan haar vader van 6 januari 1993 (abusievelijk gedateerd op 6 januari 1992), dat Arcade graag de Oude en de Nieuwe Catalogus gezamenlijk wilde exploiteren. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een aantal overeenkomsten:
“zuiver filosoferend en niets vastgelegd”. In de brief schetst zij als alternatief, als de deal met Arcade niet zou rondkomen:
“Het enige alternatief zou zijn: Laat hem maar aankloten met die 20.000 titels. Wij gaan met het materiaal sinds 1.4.1990 naar Dureco…In feite is de beslissing nu aan jou. Dureco draait goed maar ik kan niet in de toekomst kijken…Bij Dureco moet ik met 600 titels beginnen en dan het oude gaan coveren maar het blijft dubbel…”.
“Die banden moet ik dan wel in een aparte b.v. doen omdat ik absoluut problemen zoals nu gebeurd zijn wil voorkomen, zoals met artisten, schadeclaims enz.”.Deze constructie met een aparte vennootschap is naar het oordeel van het hof niet door Arcade verlangd (dat blijkt uit geen enkel ander stuk), maar lijkt een eigen initiatief van [de dochter] te zijn. Deze passage kan daarom moeilijk anders worden begrepen dan dat zij de (financiële) belangen die gemoeid waren met de Oude Collectie wilde afschermen van eventuele (financiële) problemen bij andere onderdelen van de [geïntimeerde1] -groep.
“Allereerst wil ik de hele Telstar Familie feliciteren met de overgang naar Arcade…Zalig om te weten, dat de oude catalogus toch in de familie [geïntimeerde1] blijft al is 't in dit geval dan [de dochter] . We waren 't oude fonds so wie so kwijt en dat ze ‘t tegen die prijs en op die manier van betalen heeft weten te versieren, daar neem ik mijn toupetje voor af. Voor mezelf is 't natuurlijk ook zeer geruststellend dat mijn royalties als producent en zangertje nu in de veilige handen van m’n dochter liggen. En niet te vergeten, als ik in de tachtig ben gaat deze jongen ook nog 'ns meeprofiteren van ’t hele fonds en wel op 50/50 basis.”
al is 't in dit geval dan [de dochter]” is voor het hof onvoldoende om vast te stellen dat [de zanger/tekstschrijver] begreep en instemde dat alleen [de dochter] gerechtigd was tot de Oude Catalogus.
“een aan [geïntimeerde1] gelieerde vennootschap”. Daarvan was formeel geen sprake, want [B] B.V. maakte geen deel uit van de [geïntimeerde1] -groep. De drie op 7 maart 1994 gesloten overeenkomsten waren inhoudelijk duidelijk op elkaar afgestemd en ook uit deze passage kan worden afgeleid dat sprake was van één optredend geheel aan vennootschappen behorend tot de [geïntimeerde1] -groep, die met elkaar waren verbonden. Die indruk heeft [de dochter] (bewust) gewekt door de overeenkomsten op die manier te (laten) opstellen en vervolgens te tekenen.
5.De beslissing
15 juni 2021voor een akte aan de zijde van de curatoren, waarna [geïntimeerden] c.s. een antwoordakte kan nemen;