Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
De uitvoering van de staalconstructie en de verankering van deze staalconstructie levert veel vragen op. De verankering is volstrekt onvoldoende en zal zonder maatregelen leiden tot ernstige constructieve problemen. Spoedige aanpassingen zijn noodzakelijk. (…)”
(…), [geïntimeerde] heeft een prima vloer gekregen, vlakker en fraaier dan aangeboden is. Dat de vloer er qua maatvoering niet erg fraai uitziet heeft alles te maken met het uitzetten en plaatsen van de bekisting.” In haar rapport van 19 januari 2018 concludeert Ingenieursbureau Kamerling ten aanzien van de staalconstructie: “
Met betrekking tot de staalconstructie dient er alleen een aanpassing te worden gedaan bij de hoekkolommen tpv de windverband aansluitingen als vermeld onder punt 4. De overige punten zijn allemaal te wijten aan de onjuiste (te kleine) maatvoering van de fundering/vloer. De bekisting (maatvoering) is geplaatst door opdrachtgever [geïntimeerde] dus dit kan niet worden toegeschreven aan de heer [appellant] . De oplossing ligt hiervoor derhalve ook bij de heer [geïntimeerde].”
(…)
Gesteld kan worden dat [geïntimeerde] de maatvoering niet juist heeft uitgevoerd. Het is echter de vraag of [appellant] (als professioneel aannemer) dit had mogen overlaten en vragen van [geïntimeerde] . De maatvoering is bij aanvang het belangrijkste punt van een gebouw. Daarna heeft [appellant] gewoon doorgebouwd, zonder meldingen gedaan van mogelijk een slechte afwerking (betonvloer) en toekomstige problemen en constructieve fouten (windverband, verankering etc.). Hij heeft daarmee zijn meldingsplicht verzaakt. (…).”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Aan deze vordering heeft [appellant] ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] de overeengekomen aanneemsom niet volledig heeft voldaan terwijl hij zich niet kan beroepen op een opschortingsrecht. Nu de reeds geleverde prestaties van [appellant] niet ongedaan gemaakt kunnen worden, is [geïntimeerde] volgens [appellant] gehouden tot betaling van een vergoeding naar waarde van de verrichte prestatie.
5.De beoordeling in hoger beroep
Inleiding). [appellant] heeft de verschillende afstanden uitgemeten en de hoekpunten geslagen. Bij de aanleg van de elektra is twijfel ontstaan bij de door [geïntimeerde] ingeschakelde elektriciens [F] en [G] over de juistheid van de bouwtekeningen en de maatvoering van de bekisting. Vervolgens hebben zij contact opgenomen met [appellant] en die heeft verklaard dat de tekeningen afweken omdat er nog niet in de tekening verwerkte aanpassingen waren gedaan, maar dat het volgens hem wel klopte.