Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Kooi van 9 februari 2021 met productie(s);
a. te bepalen dat de woning van partijen aan de [a-straat 1] te [A] (verder ook te noemen: de woning) zo spoedig mogelijk dient te worden verkocht;
aan de man worden toebedeeld:
- de VW Golf cabrio € 3.250,00
Totaal € 4.250,00
- de VW Golf cabrio € 3.250,00
Totaal € 4.250,00
niet-ontvankelijkverklaring althans ongegrondverklaring van het hoger beroep, met veroordeling van de vrouw in de kosten van deze procedure, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na het wijzen van het arrest en te vermeerderen met nakosten, en tot uitvoerbaar bij voorraad verklaring van deze proceskostenveroordeling.
3.De feiten
2016 de echtscheiding uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 5 juli 2016 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Artikel 4. Verdeling van de huwelijksgemeenschap
4.De procedure in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissingDe wijziging van eis
Inhoudelijk
€ 202.000 bedroeg en per 1-1-2017 € 216.000) dat deze niet realistisch is, volgt het hof niet.
Levensverzekering € 29.810,92
€ 1.000,00
In aanmerking nemend de hypotheekschuld van € 218.000,- bedroeg de waarde van de gemeenschap per de peildatum aldus € 83.826,92 (€ 301.826,92 minus € 218.000,-) en bedroeg het aandeel van de vrouw € 41.913,46.
Spaargeld € 16.000,00
€ 1.000,00€ 21.750,00
De woning
2 mei 2016 is opgebouwd vanuit premies die alleen door de man zijn voldaan. De man dient het hiermee verband houdende bedrag - te weten de helft van de waarde van de polis per
2 mei 2016 - uiterlijk ter gelegenheid van de notariële overdracht van de woning aan de vrouw te voldoen.
De bankrekeningen / het spaargeld
- [banknummer1] € -/- 15,07
De vrouw heeft als productie 4 bij de inleidende dagvaarding twee rekeningoverzichten in het geding gebracht, waaruit deze bedragen volgens haar blijken De man heeft betwist dat van deze rekeningoverzichten kan worden uitgegaan, omdat daarop geen data staan vermeld. In de memorie van antwoord stelt de man bovendien dat nu de vrouw niet heeft gegriefd tegen de overwegingen van de rechtbank over de spaargelden, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat het spaargeld op de peildatum € 16.000,- bedroeg, uitgegaan moet worden van dat bedrag.
[banknummer3] toedelen aan de man tegen een waarde van € 16.000,-. Dat betekent dat de man in verband hiermee een bedrag van € 8.000,- aan de vrouw dient te voldoen. De vrouw heeft de stelling van de man dat zij reeds een voorschot van € 5.000,- heeft ontvangen, in het licht van het door de man overgelegde bankafschrift, onvoldoende betwist. Dat betekent dat het hof de man zal veroordelen om nog een bedrag van € 3.000,- aan de vrouw te voldoen.
22 maart 2016. Voor vorderingen uit hoofde van een verdeling geldt dat zolang de verdeling van een tot de gemeenschap behorende bate niet is vastgesteld, een daarop gebaseerde vordering niet kan worden beschouwd als een vordering tot betaling van een geldsom ter zake waarvan de schuldenaar is verzuim is (ECLI:NL:HR:2008:BC0387). Nu de tussen partijen overeengekomen verdeling in het convenant van 22 maart 2016 door het hof zal worden vernietigd, ziet het hof geen aanleiding om het door de man te betalen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 maart 2016. Deze vordering van de vrouw zal worden afgewezen.
De proceskosten
6.De beslissing
24 oktober 2018, met uitzondering van de compensatie van de proceskosten, en in zoverre opnieuw recht doende, in conventie en in reconventie:
22 maart 2016;
- de VW Golf cabrio;
11 mei 2021.