ECLI:NL:GHARL:2021:3786

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 april 2021
Publicatiedatum
20 april 2021
Zaaknummer
200.244.277
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van aannemer voor schade door ongeschikte tegels bij vloerverwarming

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een geschil tussen een consument, aangeduid als [appellant], en Heatnet B.V., de aannemer die verantwoordelijk was voor de aanleg van vloerverwarming. De consument heeft tegels laten leggen op de door Heatnet aangelegde vloerverwarming, maar deze tegels raakten beschadigd en voldeden niet aan de verwachtingen die de consument op basis van de overeenkomst had. De consument stelt dat Heatnet tekort is geschoten in haar verplichtingen door niet adequaat te waarschuwen voor de restricties met betrekking tot het formaat van de te gebruiken tegels. Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat de schade aan de tegels voornamelijk te wijten is aan het gebruik van een ongeschikt formaat tegel. Heatnet voerde als verweer aan dat zij op haar website had gewaarschuwd voor de maximale maten van de tegels, maar de consument betwistte dat deze informatie op het moment van de offerte beschikbaar was.

Het hof heeft vastgesteld dat Heatnet niet voldoende heeft aangetoond dat de waarschuwing op de website stond op het moment van de offerte. Hierdoor is Heatnet tekortgeschoten in haar waarschuwingsplicht. Het hof oordeelt dat de consument recht heeft op schadevergoeding, omdat hij erop mocht vertrouwen dat de tegels geschikt waren voor het vloerverwarmingssysteem. De schadevergoeding is vastgesteld op een totaalbedrag van € 21.580,72, inclusief wettelijke rente. Het hof heeft ook de kosten van beide instanties toegewezen aan de consument, en de vordering van de consument om een verklaring voor recht te verkrijgen is afgewezen, omdat de schadevergoeding al is toegewezen. Het arrest is uitgesproken op 20 april 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.244.277
(zaaknummer rechtbank C/05/325709 / HZ ZA 17-398)
arrest van 20 april 2021
in de zaak van
[appellant],
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna: [appellant] ,
advocaat: mr. D.S. Muller,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Heatnet B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
2.
[geïntimeerde2],
3.
[geïntimeerde3],
beide wonende te [B] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna: (gezamenlijk) Heatnet,
advocaat: mr. A.P.L.C. Trouwborst.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 21 april 2020 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- de akte met producties van Heatnet;
- de antwoordakte van [appellant] .
1.3
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Deze zaak gaat over tegels die [appellant] heeft aangelegd op een door Heatnet aangelegde vloerverwarming. [appellant] stelt dat Heatnet toerekenbaar tekort is geschoten bij het leveren van de vloerverwarming. Nadat [appellant] de tegels in zijn woning heeft laten leggen, bleek dat die tegels veerden en beschadigd raakten. De vloerverwarming heeft daarom niet de eigenschappen die [appellant] op basis van de overeenkomst mocht verwachten. Heatnet had immers meegedeeld dat de vloerverwarming geschikt was om te betegelen.
2.2.
In het tussenarrest van 21 april 2020 heeft het hof geoordeeld dat de hoofdoorzaak van de schade aan de tegels is gelegen in het gebruik van een ongeschikt formaat tegel (rov 5.6. van het tussenarrest). Heatnet voert als verweer dat de vloerverwarming niet gebrekkig is, omdat Heatnet op haar website heeft meegedeeld dat er restricties golden ten aanzien van het formaat van de tegels (te weten maximaal 80 × 80 cm en een maximale lengte-breedte verhouding van 3::1). Volgens [appellant] stond dat destijds niet op de website van Heatnet, maar is die waarschuwing pas later geplaatst.
2.3.
Het hof stelt voorop dat [appellant] een schadevergoeding vordert omdat – kort gezegd – de vloerverwarming niet aan de overeenkomst beantwoordt. Hij moet dus stellen – en bij voldoende betwisting bewijzen – dat Heatnet tekortgeschoten is. Heatnet betwist dat zij tekortgeschoten is. Volgens haar voldoet de vloerverwarming aan de overeenkomst, omdat zij gewaarschuwd heeft voor de maximale maten van de tegels.
2.4.
Doorslaggevend is dus welke tekst op 9 maart 2016 (het moment dat Heatnet de offerte voor [appellant] heeft opgesteld) op de website van Heatnet stond. Als meest gerede partij is Heatnet in de gelegenheid gesteld om zich daarover uit te laten. Dat heeft zij bij akte gedaan.
2.5.
Volgens Heatnet staat al vanaf april 2015 een document op haar website waarin maximale maten voor tegels staan genoemd. Dat is een document (opgesteld in het Duits) dat niet gewijzigd is sinds april 2015.
2.6.
Ook voert Heatnet aan dat zij na april 2015 de beperkingen uitdrukkelijk vermeldde op de (sub) pagina www.qualitherm.nl/strongboard.html . Aan de hand van de
Wayback Machine(web.archive.org) is vast te stellen dat de verwijzing naar die subpagina ook al bestond in augustus en december 2015. [appellant] oppert daarentegen de mogelijkheid dat alleen de verwijzing zelf bestond, maar niet de subpagina, maar dat acht het hof onwaarschijnlijk. [appellant] zelf schreef immers destijds dat hij de informatie op de website over “qualitherm” had bekeken, en dat is niet te rijmen met de suggestie dat op de website een niet functionerende link zou staan, in plaats van informatie over vloerverwarming zonder dekvloer (het “strongboard” systeem).
2.7.
Dat de subpagina bestond op 9 maart 2016 betekent echter nog niet dat toen al de waarschuwing over het maximale formaat tegel op die subpagina stond. Een print van deze subpagina is (bij conclusie van antwoord in eerste aanleg) in het geding gebracht. Die print van de website verwijst echter naar een “Strongboard Brochure 2017”. Dat wil zeggen dat de tekst van de website waar het hof over beschikt, in ieder geval op dat punt aangepast moet zijn nadat die brochure is uitgegeven. Uit de akte van Heatnet blijkt niet wanneer de tekst van de website is aangepast.
2.8.
In de akte verwijst Heatnet naar een document van de fabrikant, waarop in het Duits, onder meer de maximale grootte van tegels genoemd staat: “
Fliesen ≥ 10 × 10 cm ≤ 80 × 80 cm (Seitenverhältnis 1:1 bis 3:1)”. Dat document dateert van april 2015, maar ook hieruit blijkt niet wat er in maart 2016 op de website van Heatnet stond. Het hof acht niet doorslaggevend dat het document zelf niet gewijzigd is, want waar het om gaat is dat en hoe dat Duitstalige document bereikbaar was voor bezoekers van haar website. Dat licht Heatnet onvoldoende toe. Over de wijze waarop deze informatie werd gedeeld met (potentiële) klanten, staat immers niets in de akte. Heatnet licht – bijvoorbeeld – niet toe wanneer en door wie de Duitse tekst is vertaald of dat ook een Nederlandse tekst is aangeleverd door de fabrikant. Heatnet voert in algemene termen aan dat zij (“
de heer Dijs in het bijzonder”) de website altijd zelf heeft “
onderhouden”, maar licht niet toe waaruit dat onderhoud bestond en evenmin op welke wijze dat gebeurde. Daarom kan het hof niet met voldoende zekerheid vaststellen dat op de website van Heatnet op 9 maart 2016 een link naar dat document stond. De akte roept daarover meer vragen op dan zij beantwoordt. Het komt erop neer dat Heatnet aanvoert dat de waarschuwing op haar website stond in 2016 en in enige vorm daarop gestaan heeft sinds april 2015. Daarmee heeft Heatnet niet voldaan aan de in het tussenarrest onder 5.10 weergegeven waarschuwingsplicht ten aanzien van het formaat van de te gebruiken tegels. Van andere feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat Heatnet heeft gewaarschuwd is niet gebleken. Voor verdere bewijslevering is geen plaats. [appellant] mocht ervan uitgaan dat de tegels geschikt waren voor toepassing op het door Heatnet aangebrachte vloerverwarmingssysteem, terwijl dit niet het geval was. Aldus is sprake van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van Heatnet. Die tekortkoming is ook aan Heatnet toe te rekenen.
Causaal verband schending van de waarschuwingsplicht en hoogte schadevergoeding
2.9.
Heatnet betwist dat zij aansprakelijk is voor de (volledige) schade die [appellant] geleden heeft. Heatnet stelt dat het uiteindelijk de fout van de door [appellant] ingezette tegelzetter is geweest die de schade heeft veroorzaakt. Die tegelzetter wist – anders dan Heatnet – welk formaat tegels gebruikt werden. Die had moeten weten dat het formaat van de tegels onjuist was en had moeten waarschuwen.
2.10.
Het hof volgt Heatnet daarin niet. Zoals al overwogen in het tussenvonnis (overweging 5.13) is de schade ontstaan door het gebruik van te grote tegels. Als juist is dat ook de tegelzetter tekortgeschoten is door niet te waarschuwen voor het gebruik van dit formaat tegels, gaat het hier om dezelfde schade door dezelfde oorzaak: de tegels zijn gelegd zonder dat [appellant] als consument voldoende duidelijk is gewaarschuwd dat het Strongboard niet geschikt was voor dit formaat tegels. Dat zou dan leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid van Heatnet en de tegelzetter. Het hof hoeft daarom niet verder te onderzoeken of ook op de tegelzetter een waarschuwingsplicht rustte en de tegelzetter die heeft geschonden: ook als dat zo zou zijn, is Heatnet jegens [appellant] (hoofdelijk) voor de schade aansprakelijk.
2.11.
[appellant] voert ook verweer tegen de hoogte van de gevorderde schadevergoeding. Dat verweer slaagt gedeeltelijk. De schadevergoedingsvordering van [appellant] is als volgt opgebouwd:
4 weken vervangend onderdak: € 2.000,00
Opslag huisraad: € 727,21
Demontage keuken € 2.003,00
Aanleg nieuwe vloerverwarming € 7.500,00
Tegels € 2.616,48
Sloop en opbouw € 11.374,00
Nieuwe voordeur € 1.805,63
2.12.
Heatnet voert aan dat een periode van 4 weken veel te ruim is gerekend, zelfs als in aanmerking wordt genomen dat de gelegde vloer zal moeten drogen. Aanleg van een nieuwe vloerverwarming hoeft geen € 7.500,00 te kosten, omdat onderdelen hergebruikt kunnen worden. Het aantal berekende uren voor de sloop en opbouw (220 manuren) is veel te hoog. Dat een nieuwe voordeur als gevolgschade voor vergoeding in aanmerking zou komen, blijkt nergens uit, aldus – steeds – Heatnet.
2.13.
Het hof oordeelt als volgt. Omdat de huidige vloer en tegels verlijmd zijn, acht het hof onvoldoende onderbouwd dat hergebruik van onderdelen mogelijk is. De gevorderde schadevergoeding voor nieuwe tegels en een nieuwe vloerverwarming is daarom toewijsbaar. [appellant] onderbouwt echter onvoldoende – gelet op het verweer van Heatnet – dat voor een periode van vier weken vervangend onderdak en opslag van huisraad nodig is. Ook de offerte voor 220 manuren (“
4 weken á 40 uur + 1,5 week tegelzetter/stukadoor”) maakt niet inzichtelijk welke uitgangspunten daaraan ten grondslag liggen. Het hof zal daarom schattenderwijs de schadevergoeding voor opslag en vervangend onderdak begroten op een periode van twee weken, en dus de helft van de gevorderde bedragen. Van de offerte voor sloop en opbouw zal het hof 100 uur à € 35,00 per uur toewijzen, plus de verder niet weersproken € 1.700,00 aan materiaalkosten, te vermeerderen met btw. Dat komt neer op een bedrag van € 3.500,00 plus € 1.700,00, te vermeerderen met 21% btw, in totaal dus een bedrag van € 6.292,00.Dat het vervangen van de vloer(verwarming) ook betekent dat de voordeur vervangen moet worden, heeft [appellant] in de pleitaantekeningen in eerste aanleg onderbouwd: doordat voor een ander systeem wordt gekozen, moeten de deuren en kozijnen worden ingekort. Heatnet heeft dat niet meer weersproken en dit deel van de schadevergoeding wijst het hof toe.
Toewijsbaar is derhalve als schadevergoeding:
2 weken vervangend onderdak: € 1.000,00
Opslag huisraad: € 363,61
Demontage keuken € 2.003,00
Aanleg nieuwe vloerverwarming € 7.500,00
Tegels € 2.616,48
Sloop en opbouw € 6.292,00
Voordeur € 1.805,63
Totaal: € 21.580,72
Wettelijke rente
2.14.
Heatnet voert verweer tegen de ingangsdatum van de gevorderde wettelijke rente. Volgens haar is de schade nog niet geleden, omdat [appellant] de kosten van herstel niet heeft gemaakt. Tegenover dat verweer stelt [appellant] onvoldoende, zodat het hof onvoldoende duidelijkheid heeft over de juridische en feitelijke grondslagen van de door [appellant] gevorderde rente. Het hof zal daarom de gevorderde wettelijke rente afwijzen.
Overige vorderingen
2.15.
[appellant] vordert ook een verklaring voor recht dat Heatnet alle schade die [appellant] als gevolg van de wanprestatie door Heatnet lijdt en nog zal lijden, voor zover deze schade in dit arrest nog niet is toegewezen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, aan eiser dient te vergoeden. De vordering de procedure naar de schadestaat te verwijzen, wijst het hof af, omdat [appellant] de mogelijkheid van meer schade dan nu wordt gevorderd (en toegewezen) niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De gevorderde verklaring voor recht zal het hof afwijzen, omdat de schadevergoeding wordt toegewezen en [appellant] onvoldoende belang heeft aangetoond bij de gevorderde verklaring voor recht.
2.16.
Ook vordert [appellant] terugbetaling van al wat hij ter voldoening aan het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis aan Heatnet heeft voldaan. Deze vordering is toewijsbaar, nu het een vordering betreft die er slechts toe strekt de gevolgen van de – thans onjuist bevonden – veroordeling die bij het vonnis waarvan beroep werd uitgesproken, aanstonds ongedaan te maken. De gevorderde wettelijke rente is ook toewijsbaar, vanaf de datum van voldoening aan de bestreden uitspraak.
2.17.
Omdat niet de hele vordering wordt toegewezen, zullen de gevorderde buitengerechtelijke kosten gematigd worden tot het bedrag dat gelet op de hoofdsom verschuldigd is. De kosten van het rapport van een partijdeskundige zijn als redelijke kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid toewijsbaar. Het verweer dat deze kosten niet zijn gemaakt door [appellant] is niet onderbouwd. Een rechtsbijstandverzekering kan deze kosten voorschieten, maar dat laat onverlet dat er – in juridische zin – sprake is van schade waarvoor Heatnet aansprakelijk is.
Hoofdelijke veroordeling
2.18.
In eerste aanleg heeft [appellant] Heatnet v.o.f. en twee van haar vennoten aangesproken. In hoger beroep zijn Heatnet B.V. en de twee voormalige vennoten van Heatnet v.o.f. gedagvaard. In eerste aanleg en hoger beroep is door de (voormalig) vennoten van Heatnet v.o.f. geen zelfstandig verweer gevoerd. De gevorderde hoofdelijke veroordeling van (het hof begrijpt:) Heatnet B.V. en de (voormalig) vennoten van Heatnet v.o.f. is daarom toewijsbaar.

3.De slotsom

3.1.
Grief 2 tegen de afwijzing van de vordering slaagt. In het tussenarrest is al geoordeeld dat grief 3 tegen het beroep op de exoneratie in de algemene voorwaarden (ook) slaagt (rov 5.15 van het tussenarrest). Het bestreden vonnis zal worden vernietigd en de vordering van [appellant] zal worden toegewezen, zoals overwogen in rov 2.13 hierboven. Als de (overwegend) in het ongelijk te stellen partij zal het hof Heatnet in de kosten van beide instanties veroordelen. Dat betekent dat ook grief 4 tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg slaagt.
3.2.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 97,31 + € 8,49
- griffierecht € 883,00
totaal verschotten €
988,80
- salaris advocaat € 1.390,00 (2 punten × tarief 695,00)
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 115,31
- griffierecht €
726,00
totaal verschotten € 841,31
- salaris advocaat € 3.605,00 (2,5 punten × tarief € 1.442,00)
3.3.
Als niet weersproken zal het hof ook de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
4.1.
vernietigt het vonnis van de rechtbank Gelderland (locatie Zutphen) van 16 mei 2018 en doet opnieuw recht;
4.2.
veroordeelt Heatnet (Heatnet B.V., dhr. [geïntimeerde2] en mw. [geïntimeerde3] ) hoofdelijk tot betaling van € 21.580,72aan [appellant] ,
4.3.
veroordeelt Heatnet hoofdelijk tot betaling van € 1.455,26 aan [appellant] ;
4.4.
veroordeelt Heatnet hoofdelijk tot terugbetaling van alle bedragen die [appellant] uit hoofde van het bestreden vonnis heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente over de betaalde bedragen vanaf de datum van die betaling;
4.5.
veroordeelt Heatnet hoofdelijk in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van [appellant] wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 988,80 voor verschotten en op € 1.390,00 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 841,31 voor verschotten en op € 3.605,00 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
4.6.
veroordeelt Heatnet in de nakosten, begroot op € 163,00 met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 85,00 in geval Heatnet niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
4.7.
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
4.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.P.M. Rousseau, O.G.H. Milar en H.F.P. van Gastel, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 april 2021.