ECLI:NL:GHARL:2021:3721

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
16 april 2021
Zaaknummer
21-001541-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest in strafzaak met betrekking tot poging tot doodslag

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 april 2021 een herstelarrest gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, die zich op 6 juni 2018 schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag. De verdachte heeft het slachtoffer, [slachtoffer], met twee kogels in zijn bovenlichaam geschoten, wat leidde tot ernstige verwondingen en langdurige medische behandeling. Het slachtoffer heeft vele operaties ondergaan en verbleef 19 dagen op de intensive care. De zaak kwam opnieuw voor het hof na een verzoek van de advocaat van het slachtoffer, mr. Sent, om een passage in het eerdere arrest te corrigeren. In het oorspronkelijke arrest werd gesteld dat het slachtoffer op 30 december 2020 op tragische wijze zichzelf om het leven heeft gebracht. De advocaat heeft echter aangegeven dat dit niet expliciet door haar is gesteld en verzocht om de formulering te wijzigen naar dat het slachtoffer op die datum om het leven is gekomen, zonder de implicatie van zelfdoding. Het hof heeft dit verzoek ingewilligd en de betreffende passage aangepast. Het herstelarrest laat het oorspronkelijke arrest in stand voor zover niet gewijzigd en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke arrest, zonder dat er een nieuwe termijn voor cassatie ingaat.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001541-20
Uitspraak d.d.: 16 april 2021
TEGENSPRAAK

Herstelarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
thans verblijvende in [detentie] .
1.
Overwegingen
Het hof heeft op 2 april 2021 arrest gewezen in de strafzaak tegen de verdachte onder voormeld parketnummer. Op pagina 13 van dit arrest staat de volgende zin vermeld: “Ter terechtzitting van het hof heeft de advocaat van het slachtoffer meegedeeld dat [slachtoffer] op 30 december 2020 op tragische wijze zichzelf om het leven heeft gebracht.” Bij e-mail van 13 april 2021 heeft de advocaat van het slachtoffer, mr. Sent, geschreven dat men niet weet of sprake was van zelfdoding en dat zij dit ook nooit zo expliciet heeft gesteld. Mr. Sent heeft daarom verzocht om deze passage te vervangen door de volgende zin: “Ter terechtzitting van het hof heeft de advocaat van het slachtoffer meegedeeld dat [slachtoffer] op 30 december 2020 op tragische wijze om het leven is gekomen.” Gelet op dit schrijven van mr. Sent gaat het hof ervan uit dat het de advocaat van het slachtoffer ter terechtzitting verkeerd heeft begrepen. Het hof zal daarom de hiervoor genoemde zin op pagina 13 van het arrest vervangen door de zin zoals voorgesteld door mr. Sent in haar e-mail van 13 april 2021.
Een en ander wordt hersteld door een, hierna onder 2 weergegeven, verbeterde overweging onder de kop “Oplegging van straf en/of maatregel”, die de oorspronkelijke overweging op pagina 13 van het arrest (de vierde alinea) vervangt. De griffier zal dit herstelarrest aan het oorspronkelijke arrest hechten.
Dit herstelarrest laat het oorspronkelijke arrest voor zover niet gewijzigd in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke arrest en doet geen nieuwe termijn voor cassatie ingaan.
2.
Verbeterde overweging onder de kop “Oplegging van straf en/of maatregel” (pagina 13, vierde alinea)
Verdachte heeft zich op 6 juni 2018 schuldig gemaakt aan een zeer ernstig strafbaar feit, namelijk een poging tot doodslag op het slachtoffer [slachtoffer] door twee kogels in zijn bovenlichaam te schieten. Zonder medisch ingrijpen had het slachtoffer het hoogstwaarschijnlijk niet overleefd. Het slachtoffer heeft vele operaties moeten ondergaan en heeft 19 dagen op de intensive care verbleven. Daarnaast zat er nog een kogel in zijn lijf die op elk moment een verlamming kon veroorzaken. Ter terechtzitting van het hof heeft de advocaat van het slachtoffer meegedeeld dat [slachtoffer] op 30 december 2020 op tragische wijze om het leven is gekomen. Het slachtoffer leed onder zijn geestestoestand en volgens zijn moeder ervoer hij dagelijks pijn aan zijn buikwond.
Aldus gewezen door
mr. J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr. J.D. den Hartog en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen, griffier,
en op 16 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.D. den Hartog en mr. R.R.H. Laurens zijn buiten staat dit herstelarrest mede te ondertekenen.