Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting ROC Nijmegen e.o.,
1.Het geding in eerste aanleg
8 februari 2020 die de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, binnengekomen bij de griffie van het hof op 8 december 2020;
- het verweerschrift met producties van het ROC en de bij brief van 24 februari 2021 nagezonden producties 53-56;
12 april 2021 of zoveel eerder als mogelijk of zoveel later als nodig is.
3.Samenvatting en beslissing
4.De motivering van de beslissing in het hoger beroep
Vandaag overhandigde je mij een envelop met een brief erin. (…) Deze brief heb je cc. Ook gestuurd naar: onderwijsdirecteur ZWS&UV, CvB en personeelsdossier.
Wanneer krijgen we weer les.
De opmerkelijke praktijk van gepersonaliseerd onderwijs”.
wijzewaarop zij (een deel van) haar collega’s in haar boek heeft geportretteerd, heeft [verzoekster] een substantieel aantal collega’s, zo volgt zonder meer uit de diverse berichten in het dossier, diep gekwetst. [verzoekster] had zich moeten realiseren dat het uitbrengen van haar boek, waarbij, dat heeft zij niet bestreden, ten minste de persoon van enkele collega’s wel degelijk herleidbaar is, de samenwerking met diverse collega’s zou bemoeilijken. Zij was hiervoor door [B] ook uitdrukkelijk gewaarschuwd. Dat zij zich dit ook daadwerkelijk heeft gerealiseerd blijkt uit een interview waarin zij zegt dat zij er rekening mee heeft gehouden dat niet iedereen op school haar het boek in dank zou afnemen, maar dat zij dit heeft ‘ingecalculeerd’ [1] . Het hof rekent haar bovendien zwaar aan dat zij bedrijfsgevoelige informatie (te weten het verlies van anderhalve ton dat door team PW in 2018 is geleden) in haar boek openbaar heeft gemaakt.
juistvan een kritisch OR-lid mag worden verwacht dat zij haar kritiek op het nieuwe onderwijsconcept langs andere weg (bijvoorbeeld via ‘audits’ die regelmatig plaatsvonden dan wel op studiedagen of anderszins) had geuit dan door het (achteraf) schrijven van een boek waarin ze uitgebreid uit de doeken doet wat er aan het nieuwe onderwijssysteem schortte. [verzoekster] heeft weersproken dat zij haar grieven niet eerst intern heeft aangekaart (met verwijzing naar haar brief van 16 april 2020 punt 4 aan de voorzitter van het College van Bestuur [3] ). Door een algehele verwijzing naar het bespreekbaar maken en stellen van (kritische) vragen tijdens diverse bijeenkomsten, heeft [verzoekster] het verwijt van ROC dat zij niet eerder specifiek kritiek heeft geuit op het nieuwe onderwijssysteem onvoldoende weerlegd.
[verzoekster] heeft met de publicatie van haar boek voor mij een ethische en professionele grens overschreden waardoor ik mijzelf niet meer in staat acht met haar samen te werken. Mocht het besluit genomen worden [verzoekster] alsnog te herplaatsen in Team PW dan maakt dit dat ik mij genoodzaakt zie een andere functie te gaan zoeken.’) is veelzeggend, evenals andere afwijzende reacties van een aantal teamleden. [4] op de vraag van [C] naar de impact van de publicatie van het boek van [verzoekster] . Herplaatsing binnen andere ROC-directies is evenmin een optie, gelet op de (ieder voor zich) gemotiveerde afwijzende reacties van de directeuren Economie, Techniek en Strategie en Beleid op de vraag van [C] of zij binnen hun team plaats hebben voor [verzoekster] . [5] Herplaatsing in een andere ROC vestiging ligt evenmin voor de hand, gelet op de aard van het geschil tussen partijen en de landelijke aandacht die dit in ‘onderwijsland’ heeft gehad.
juistde bedoeling van [C] om eerst met een afvaardiging van het team over de impact van het boek te spreken (waarover geen openheid naar [verzoekster] toe is betracht) en daarna pas met [verzoekster] . Van een organisatie als ROC mag verwacht worden dat zij voor een dergelijke situatie een duidelijk te volgen procedure voor ogen had én naar [verzoekster] toe open was geweest over de te volgen procedure.
Grief 4 (en daarmee een deel van grief 3) slaagt.