Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
30 oktober 2019 dat de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
16 februari 2021 te berichten of zij overeenstemming hebben bereikt over de punten die hen verdeeld houden.
9 februari 2021 bevestigd. Beide partijen hebben het hof verzocht arrest te wijzen.
3.De feiten
"Einde van de vennootschap
"Als in deze situatie de overwaarde volledig gedeeld zou worden dan vrees ik dat er geen ruimte meer is voor een betaling van alimentatie en de continuïteit van de onderneming ook op de tocht komt te staan. Het is in u beider belang dat het bedrijf kan blijven bestaan. (…)
Voordat wij hiermee verder gaan adviseer ik u contact met uw huisarts op te nemen. De situatie waarin u nu zit heeft naar mijn indruk een zodanige impact op u dat ik u adviseer daar met iemand over in gesprek te gaan."
"Middels schrijven d.d. 13 mei 2015 heeft u op uw bevindingen, in de vorm van 2 persoonlijke brieven, ons beide een voorstel gedaan.
Inhoudelijk bestond dit uit de mededeling dat u onderzoek had verricht waarna een voorstel tot invulling aangaande beëindiging van ons geregistreerd partnerschap volgde…
"Dat mijn slotadvies aan u zo verkeerd is gevallen betreur ik zeer. Het was goed bedoeld, omdat ik sterk de indruk heb dat u zich in het vervolg van de onderhandeling weleens tekort zou kunnen doen. Ik zal het dossier nu sluiten en wens u beiden sterkte toe."
"Mijn excuses dat ik wat laat reageer want ik krijg nu pas het convenant retour van onze fiscalist. Ik heb dit bijgevoegd zodat we het morgen kunnen doornemen."
"Dank voor je e-mail, ik heb de stukken bekeken en verwerkt in bijgaande convenant.
"Ja de info. Is goed verwerkt en het jaar 2015 klopt. Dank daarvoor. Volgens ons staat alles erin en een fiscalist is niet meer nodig."
- voor zover van belang - het volgende vermeld:
€ 96.049 per persoon. (…)
1-1-2014 bedraagt € 288.000. Op de woning rust een hypotheek van € 320.000 ten behoeve van de Rabobank, de maandelijks verschuldigde rente bedraagt € 1.200. Aan de hypotheek is verbonden een spaarzekerpolis met een saldo van € 55.731 met een maandpremie van € 198. De netto hypotheekschuld bedraagt derhalve € 264.269. De man zal de woning overnemen en de woning en de hypotheek zullen daartoe aan hem worden toebedeeld onder de verplichting de vrouw te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheek. De man zal het gehele eigendom verkrijgen door notariële levering. Op basis van de waardering is er geen sprake van een over- of onderwaarde.
€ 1.000.000. De belastingclaim voor de vrouw in verband met de stakingswinst zal door de man worden voldaan. Indien de man binnen 5 jaar gedwongen is de onderneming te beëindigen, dan zal de belastingschuld opnieuw worden berekend en zal de vrouw het verschil voor haar rekening nemen. De inkomstenbelasting en premie zorgverzekeringswet die de vrouw is verschuldigd over het winstaandeel van 2015 zal door de man worden voldaan.
€ 85.000,- overgemaakt naar de vrouw. Ook is de man sinds begin januari 2016 de verschillende in het convenant overeengekomen maandelijkse bedragen aan de vrouw gaan betalen.
mr. J. Pieters, onder andere het volgende aan de man bericht:
"Gelet op het voorgaande, beraadt cliënte zich nog of zij de (gedeeltelijke) vernietiging van het convenant zal inroepen of niet wegens benadeling. (…)
Los van het voorgaande, blijken er onverdeelde zaken te zijn. Zo is er een Lemster Aak welke u thans te koop hebt aangeboden via Marktplaats voor een vraagprijs van 200.000,-- Euro. Uiteraard dient de aak nog verdeeld te worden. Aangezien u de aak onder zich heeft en toebedeeld heeft, maakt cliënte dan ook aanspraak op 100.000,-- Euro welke door u aan haar voldaan dient te worden.
"De Belastingdienst heeft naar aanleiding van een strafrechtelijk (financieel) onderzoek door de Dienst Waterpolitie met toestemming van de Officier van Justitie, informatie ontvangen over leveringen van vetten en oliën uit de sloptanks van een groot aantal motortankschepen aan de afnemer Vethandel Gebroeders Laaij B.V.
€ 17.910,- ter zake van inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over 2013 en een vergrijpboete in rekening gebracht bij de vrouw.
€ 24.561,- ter zake van inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over 2012 en een vergrijpboete in rekening gebracht bij de vrouw.
4.De procedure in eerste aanleg
primair:
subsidiair:
5.De motivering van de beslissingDe akte van de vrouw van 24 december 2020
Inhoudelijk
Het beroep op artikel 3:196 BW
Grief IV
Grief II
€ 350.000,-. Die waarde blijkt volgens de vrouw uit de waardebepaling door Jonkman Makelaars, en sluit volgens haar ook aan bij de WOZ-waarde per 1 januari 2014.
1 januari 2016 was nog lager, namelijk € 229.000,-.
€ 264.269,-. Vast staat dat de WOZ-waarde van de woning per (waardepeildatum)
1 januari 2016 € 229.000,- bedroeg. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat aan de waardebepaling van Jonkman Makelaars niet het gewicht kan worden toegekend dat de vrouw daaraan toekent, omdat het slechts een summiere geveltaxatie betreft. Voor het aansluiten bij de door partijen in het convenant genoemde WOZ-waarde per 1 januari 2014 van € 288.000,- ziet het hof evenmin aanleiding, omdat die datum ver voor de peildatum van 1 januari 2016 ligt, en partijen ter zitting niet hebben kunnen verklaren waarom die waarde in het convenant is opgenomen. Dat de man de woning inmiddels te koop zou hebben gezet voor een aanzienlijk hogere prijs, zegt naar het oordeel van het hof niets over de waarde per de peildatum. De man heeft daarover bovendien verklaard dat hij de woning nadien grondig heeft verbouwd, wat door de vrouw niet is betwist.
‘s-Hertogenbosch 18 november 2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:AO0346 en gerechtshof
’s-Hertogenbosch 22 december 2009, ECLI:NL:GHSHE:2009:BL1040).
6.De beslissing
30 oktober 2019;
13 april 2021.