Uitspraak
Pluimveehouderij,
[appellant],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om de aansprakelijkheid van [appellant], een pluimveehouder, voor schade die [geïntimeerde], een producent van diervoeder, heeft geleden aan haar bulkwagen op 7 augustus 2017. De schade ontstond toen de chauffeur van [geïntimeerde] met een bulkwagen het terrein van [appellant] betrad om diervoeder af te leveren. Tijdens het manoeuvreren zakte de bulkwagen in, wat leidde tot schade aan het voertuig. [geïntimeerde] stelde [appellant] aansprakelijk op basis van artikel 6:174 BW (aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal) en artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad). De rechtbank oordeelde dat [appellant] aansprakelijk was, omdat de betonvloer, die als erfverharding werd gebruikt, niet geschikt was voor zwaar verkeer. Het hof bevestigde dit oordeel en oordeelde dat [appellant] niet voldoende waarschuwingsmaatregelen had genomen om het risico van het gebruik van de betonvloer door zware voertuigen te mitigeren. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellant] tot betaling van de proceskosten van [geïntimeerde].