Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Samenvatting
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beslissing in hoger beroep
5.De slotsom
€ 332,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om uitlatingen die in 2020 zijn gedaan tijdens een radio-interview over een voetbalwedstrijd tussen Nigeria en Italië tijdens het WK van 1994. De eiser, die destijds [functie1] van het Nigeriaanse elftal was, stelt dat de gedaagde, [functie2] van dat elftal, in een uitzending heeft gesuggereerd dat hij de wedstrijd heeft verkocht. De rechtbank Gelderland heeft in een kort geding geoordeeld dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en heeft hem veroordeeld tot rectificatie. Echter, in hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat de eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde deze uitlatingen daadwerkelijk heeft gedaan. Het hof bevestigt de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en de toepassing van Nederlands recht, en wijst de vorderingen van de eiser af. Het hof benadrukt het belang van de vrijheid van meningsuiting en dat niet te snel aangenomen moet worden dat onrechtmatige uitlatingen zijn gedaan zonder voldoende bewijs. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de gedaagde, die in het ongelijk is gesteld.