Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
schuldsaneringsregeling te honoreren, dan wel een beslissing te nemen die het juist acht.
Het hof zal in dit arrest alleen het subsidiaire verzoek van [appellant] behandelen.
Bij afzonderlijk arrest van heden zal worden ingegaan op het primaire verzoek.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
[appellant] heeft een ambachtelijke meubelmakersopleiding gevolgd. Daarna heeft hij doorgaans als zelfstandig meubelmaker gewerkt.
In 2018 heeft [appellant] zich aangemeld bij de schulddienstverlening van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (hierna: de RSD).
Op dit moment werkt [appellant] volgens eigen zeggen als zelfstandig meubelmaker voor twee opdrachtgevers gedurende 12 uur per week, in totaal dus 24 uur per week, en sinds de zomer van 2020 als parttime docent voor 9 uur per week. Vanwege de coronapandemie zijn de lessen volgens [appellant] opgeschort, maar vanaf 15 april 2021 worden deze weer hervat. Verder verkoopt [appellant] sinds kort voor een opdrachtgever via een webshop koffieproducten.
In 2018 is bij [appellant] een hernia in de nek geconstateerd en begin 2020 een hernia in zijn onderrug.
Begin januari 2021 heeft op verzoek van de RSD bij [appellant] een door Oreon afgenomen medisch arbeidsmogelijkhedenonderzoek plaatsgevonden. Uit de daaruit gevolgde rapportage blijkt dat voor [appellant] in zijn huidige werk als meubelmaker een urenbeperking geldt van maximaal 20 uur per week. Die urenbeperking geldt niet als [appellant] ander (passend) werk gaat doen.
Gezien het belang dat [appellant] heeft om in geval van toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling te worden bevrijd van zijn schuldenlast mag worden verwacht dat hij zich maximaal inspant om zijn verdiencapaciteit zo volledig mogelijk te benutten en daarmee de hoogst haalbare baten voor zijn schuldeisers te verwerven. Het is aan [appellant] om aannemelijk maken dat hij hiervan doordrongen is en dat hij er ook naar handelt of voldoende vertrouwen geeft dat dit op korte termijn het geval zal zijn.
Om dat te kunnen beoordelen moet het hof door middel van concrete en zo volledig mogelijk documentatie in elk geval inzicht hebben in de huidige inkomenssituatie van [appellant] .
De door zijn advocaat bij brief van 25 februari 2021 overgelegde facturen van verrichte werkzaamheden zijn onvoldoende om dit te kunnen vaststellen. Ook kan daarmee niet worden nagegaan of [appellant] conform de door hem opgegeven uren werkt en met de inkomsten daaruit niet of nauwelijks boven bijstandsniveau komt, zoals hij heeft betoogd.
Verder ontbreekt elk inzicht in de omvang van de werkzaamheden die [appellant] verricht of gaat verrichten in de webshop voor koffieproducten en de daarmee verband houdende (te verwachten) kosten en baten.
Voor zover zijn gezondheidssituatie hem verhindert zijn verdiencapaciteit optimaal te benutten, moet [appellant] dat met actuele en adequate medische documentatie onderbouwen. Ook dat heeft hij niet gedaan. Met de in het kader van zijn bijstandsuitkering opgemaakte rapportage van Oreon kan hij niet volstaan, ook omdat uit die rapportage nu juist valt op te maken dat er geen beperkingen gelden als [appellant] ander werk dan meubelmaken zou willen aanpakken.
3.7 Het hoger beroep faalt. Het hof zal beslissen als hierna te melden.
11 februari 2021, voor zover daarbij het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen.