Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] ten laste van de ouders van de verdachte hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 754,36, met de wettelijke rente en voor het overige afgewezen;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] ten laste van de ouders van de verdachte hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 2.549,20, met de wettelijke rente.
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
deze kosten als rechtstreekse schade toewijzen.
dat uit de overgelegde bankafschriften volgt dat de benadeelde partij [benadeelde 2] na de overval minder salaris heeft ontvangen. De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft gesteld dat dit veroorzaakt is doordat hij vanwege psychische klachten, die ten gevolge van de overval weer kwamen opzetten, tot en met oktober 2019 minder heeft kunnen werken. Volgens zijn berekening bedroeg zijn inkomen voor de overval gemiddeld € 137,01 per maand en was dit na de overval nog gemiddeld € 51,41 per maand. Zijn schade is daarom € 85,66 per maand x vijf maanden = € 428,30.
is van oordeel dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zijn vordering voldoende heeft onderbouwd en dat dit bedrag als rechtstreekse schade uit de onrechtmatige daad, namelijk de overval, kan worden aangemerkt.
van oordeel dat ook de gevorderde schadevergoeding in verband met de studievertraging toewijsbaar is. De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft gesteld dat hij studievertraging heeft opgelopen, omdat hij in verband met de impact van de overval
is van oordeel dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zijn vordering met het overleggen van een brief van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen dat sprake is van een achterstand, voldoende heeft onderbouwd. Het door hem gevorderde bedrag is redelijk en zal eveneens als rechtstreekse schade uit de onrechtmatige daad worden aangemerkt.
is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 2] als gevolg van de afpersing in vereniging immateriële schade heeft geleden. De overval heeft grote impact gehad en de benadeelde partij [benadeelde 2] is nog steeds angstig. De rechtbank(het hof)
acht het gevorderde totaalbedrag van € 700,00 voor immateriële schadevergoeding dan ook redelijk en billijk en zal dit bedrag toewijzen.
de ouders van [verdachte] hoofdelijk veroordelen tot betaling van de geleden schade. Dit betekent dat de ouders van [verdachte] niet meer tot vergoeding zijn gehouden indien en voor zover het gevorderde door de mededaders van [verdachte] is of wordt voldaan.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, voldoende komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 1] als gevolg van de afpersing in vereniging ook immateriële schade heeft geleden. De overval heeft ook op hem grote impact gehad. Hij is angstig en heeft last van concentratieproblemen. Gelet op de ernst van het feit, neemt de rechtbank(het hof)
dit zonder meer aan. De rechtbank(het hof)
zal (…), gelet op vergelijkbare zaken en op de bedragen die strafrechters daarvoor in de regel toekennen (…) een bedrag van € 700,00 aan immateriële schadevergoeding toewijzen, nu dit redelijk en billijk voorkomt. Dit is hetzelfde bedrag dat benadeelde partij [benadeelde 2] ook aan immateriële schadevergoeding toegewezen heeft gekregen. (…)
de ouders van [verdachte] hoofdelijk veroordelen tot betaling van de geleden schade. Dit betekent dat de ouders van [verdachte] niet meer tot vergoeding zijn gehouden indien en voor zover het gevorderde door de mededaders van [verdachte] is of wordt voldaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen jeugddetentie.
60 (zestig)uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
toezichtop de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
- dat de veroordeelde gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 2.549,20 (tweeduizend vijfhonderdnegenenveertig euro en twintig cent) bestaande uit € 1.849,20 (duizend achthonderdnegenenveertig euro en twintig cent) materiële schade en € 700,00 (zevenhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de ouders van de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk zijn,
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 754,36 (zevenhonderdvierenvijftig euro en zesendertig cent) bestaande uit € 54,36 (vierenvijftig euro en zesendertig cent) materiële schade en € 700,00 (zevenhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de ouders van de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk zijn, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.