Uitspraak
FNS,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- productie 5 van Jumbo;
- een akte met productie 26 van FNS.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.De beoordeling van de grieven en de vordering in hoger beroep
op basis van voor Steenwijk reële marktconforme huurprijzen tot overeenstemming” wil komen. In die e-mail staat ook een voorstel voor een huurovereenkomst. Daarin staat over de huurtermijn het volgende: “
in basis 10 jaar gevolgd door nog nader te bepalen optietermijnen van telkens
Voorbehoud goedkeuring directie”. Reeds op dat moment (daarover straks meer) was overigens kennelijk al sprake van enige irritatie in de contacten tussen partijen. [A] schrijft namelijk ook “
Het zou prettig zijn als dit dossier ontdaan wordt van emoties en op basis van rationele uitgangspunten tot een goed eind wordt gebracht.”
10 jaar gevolgd door nog nader te bepalen optietermijnen van telkens 5 jaar”. [A] herhaalt daarin het gemaakte voorbehoud van goedkeuring door de directie van Jumbo. [B] reageert met een e-mail van 15 maart 2018. Hij vraagt daarin wanneer goedkeuring door de directie van Jumbo kan worden verwacht en merkt op dat het niet verstandig is kosten te maken zolang deze niet is verleend. [A] reageert op 19 maart 2018 en schrijft daarin: “
Wij maken deel uit van een totaaldeal( w.o overeenkomst met Aldi maar ook met jou) die steeds concreter wordt. Zodra dit voldoende concreet is wordt het als eindvoorstel beschouwd en intern voorgelegd. We zijn hier positief over maar het juiste niveau is nog niet bereikt”. Dat (misschien ook in combinatie met de overige inhoud van de reactie van [A] ) schiet [B] in het verkeerde keelgat. Per kerende (digitale) post laat hij op 19 maart 2018 weten: “
Ik heb niet de behoefte om inhoudelijk op je mail te reageren. Ik acht me voor wat betreft Steenwijk aan Jumbo niet meer gebonden.”
15 jarige huurperiode met daarop aansluitend 2 huurdersoptieperioden van elk 10 jaar.” Er staan verder twee voorbehouden in. Het huurdersvoorbehoud is de goedkeuring van de directie van Jumbo. Het verhuurdersvoorbehoud is dat met de gemeente tot overeenstemming wordt gekomen over de verwerving van de benodigde grond.
Helaas kan ik niet anders dan te constateren dat je uitspraak dat er door Jumbo geen huurovereenkomsten worden gesloten met een looptijd langer dan 10 jaar bezijden de waarheid is geweest.” Op basis daarvan zegt hij ook: “
Nu duidelijk wordt dat er door Jumbo wel huurovereenkomsten worden gesloten met een looptijd van 15 jaar zie ik niet in waarom dit in Steenwijk niet het geval zou kunnen zijn. Mijn voorkeur zou uitgaan naar een huurperiode die nog langer is en denk hierbij aan
Dan zal ik mijn vraag verduidelijken: Wil jij nog door met Steenwijk als de
Mijn antwoord op je vraag isJA.”
De gang van zaken begint mij behoorlijk tegen te staan. Eerst haal ik Jumbo binnen en hierna wordt ik op alle mogelijke manieren afgeknepen en ervan beschuldigd onbetrouwbaar te zijn. Voor zover mij bekend heb ik nog nooit gelogen en valse informatie doorgegeven aan Jumbo over Steenwijk. Desondanks wordt ik weggezet als onbetrouwbaar. Dit accepteer ik niet en excuses hiervoor zouden niet misplaatst zijn. En mocht ik leugens hebben verteld of spraken niet zijn nagekomen dat dient Jumbo hier met feiten te komen. [A] heeft mij in 2017 stellig verzekerd dat er door Jumbo geen huurovereenkomsten door Jumbo worden gesloten met een looptijd langer dan 10 jaar. Ik heb [A] toen op zijn woord geloofd. Tot mijn grote verbazing ontdek ik dat in 2018 een huurovereenkomst door Jumbo is gesloten voor 15 jaar voor een supermarkt in Woerden. Wie heeft er hier niet de waarheid gesproken ??? Welke partij is hier onbetrouwbaar ???
Heb nav de recente mailwisselingen de situatie met de heer [B] overlegd. Een huurtermijn van 15 jaar met een break op 10 jaar en een huurkorting of een eenmalige korting indien geen gebruik gemaakt wordt van de braakmogelijkheid, is niet interessant.
principieel” niet de waarheid heeft gesproken. [A] vraagt daarop aan [B] of er aan diens zijde nog wel voldoende draagvlak is voor samenwerking “
aangezien jij Jumbo en ondergetekende als onbetrouwbaar typeert”. Daarop antwoordt [B] dat hij zeer teleurgesteld is, maar dat hij het wel kenbaar zal maken als hij de samenwerking wil beëindigen.
Zodra wij ons voorbehoud kunnen laten vallen zal ook verhuurder zijn voorbehouden moeten kunnen laten vallen”. Ook schrijft hij: “
Aangezien mijn collega van contractmanagement, Roland [F] , de aanstaande huurovereenkomst mede zal begeleiden, heb ik hem in de cc meegenomen.”
zie concept huurovereenkomst”. In het meegezonden concept van de huurovereenkomst (gedateerd 18 oktober 2018) is geen looptijd ingevuld. Het huurdersvoorbehoud (goedkeuring directie Jumbo) staat daarin niet meer. Wel staan daarin twee voorbehouden van de verhuurder:
Opschortende voorwaarde
1. Huurperiode is niet ingevuld. 10 jaar is afgesproken of gaan we opnieuw in
Dhr [B] en ik hebben volgende week dinsdag een gesprek met [D] over oa Lemmer. Ik heb hem in de aanloop daarvoor verteld over ons voorstel om medewerking te verlenen aan de verbouwing van Lemmer onder voorwaarde dat in Steenwijk de eerste huurperiode 20 jaar is met een braakmogelijkheid op 15 jaar. Daarover wilde hij nadenken. Dat is de reden waarom ik de termijn "open" heb gelaten in de tekst.”
2. Ontbindende voorwaarden(punt 26) staat 1 november 2018 als fatale datum
Ik ben in het gesprek met de gemeente geschrokken van de mening/houding van [E](hof: de franchisenemer van Jumbo in Steenwijk)
inzake het stedenbouwkundige plan en wij maken ons zorgen over de waarde van het contract als dit niet op korte termijn opgelost wordt. Vandaar deze ontbindende voorwaarde.”
JA” van [B] op de vraag van [A] of [B] nog wel door wil gaan als de eerste huurtermijn 10 jaar is maakte, in de visie van FNS, dat ook overeenstemming was bereikt over dat onderdeel van de essentialia van de huurovereenkomst, namelijk de huurtermijn. Daarmee was de huurovereenkomst volgens FNS perfect.
JA” wijst in dat licht bezien op niet meer dan dat [B] , ook al vond hij [A] een leugenaar, toch wel naar een overeenkomst toe wilde waarbij een eerste huurtermijn van 10 jaar uitgangspunt zou zijn.
De heer [B] kan akkoord gaan met een huurtermijn van 10 jaar indien” Jumbo de huurovereenkomst uiterlijk op 1 oktober 2018 ondertekent (zonder voorbehoud van goedkeuring directie) en akkoord is met de voorwaarde dat het bestemmingsplan uiterlijk op 31 december 2019 is vastgesteld. Met andere woorden: in de visie van FNS zelf was er nog geen overeenstemming over de huurtermijn, maar zou [B] daarmee wel akkoord kunnen gaan (“
kan akkoord gaan met”) als maar aan die twee voorwaarden was voldaan. Wederom dus geen terugkoppeling naar de al bestaande afspraak van 12 juli 2018 en daarom een reactie die past in het scenario dat van een perfecte huurovereenkomst nog geen sprake was.
aanstaande huurovereenkomst”. In zijn reactie van 22 oktober 2018 zegt [C] niet dat het station “
aanstaande” is gepasseerd, omdat er al sprake is van een definitieve huurovereenkomst. In tegendeel, hij stuurt een concept van een huurovereenkomst mee waarin geen huurtermijn is ingevuld. Bovendien staat daarin een nieuwe ontbindende voorwaarde (als franchisenemer [E] niet akkoord is vóór 1 november 2018). De onderhandelingen gaan dus gewoon door.
totaaldeal” voor te bereiden. Zodra die voldoende concreet was zou deze als “
eindvoorstel” worden beschouwd en “
intern”worden “
voorgelegd”. In de door [A] gebruikte tekst van het voorbehoud ontbreekt bovendien telkens enige aanduiding van het voorbehoud als ‘opschortend’. Ook in de van FNS afkomstige e-mails en documenten, zoals het voorstel huurvoorwaarden van 18 september 2018, ontbreekt een dergelijke aanduiding. Het gemaakte voorbehoud is daarom aan te merken als een totstandkomingsvoorbehoud: zonder goedkeuring van de directie van Jumbo is er geen wilsovereenstemming en dus geen overeenkomst.
de aanstaande overeenkomst mede zal begeleiden”. FNS leest daarin dat de directie van Jumbo haar goedkeuring al heeft verleend en het voorbehoud dus is vervallen. De tekst van deze mededeling wijst daarop echter niet. Het gaat immers niet om een goedgekeurde, maar “
aanstaande” overeenkomst.
Zodra wij ons voorbehoud kunnen laten vallen zal ook verhuurder zijn voorbehouden moeten kunnen laten vallen”. In reactie daarop heeft [C] op 18 oktober 2018 het concept van een huurovereenkomst toegezonden. Daarin is niet langer sprake van een voorbehoud van goedkeuring door de raad van commissarissen van Klaver Vastgoed B.V. Maar daarmee is het voorbehoud van Jumbo nog niet vervallen. FNS draait de zaken hier om. [A] stelt immers voorop dat Jumbo in staat moet zijn het voorbehoud van goedkeuring door de directie van Jumbo te laten vervallen. Pas indien en zodra dat het geval zou zijn zou aan de orde zijn dat ook FNS haar voorbehoud kon laten vervallen. Van goedkeuring van de directie van Jumbo is het echter nooit gekomen. Ook deze stelling haalt het dus niet.
gerechtvaardigdvertrouwen aan de zijde van FNS dat een huurovereenkomst alsnog zou worden bereikt was namelijk geen sprake. Dat maakte, alle besproken argumenten overziende, het afbreken van de onderhandelingen niet onaanvaardbaar. Ook grief 2 faalt.
gerechtvaardigdvertrouwen in het alsnog tot stand komen van een huurovereenkomst aan de zijde van FNS geen sprake was of kon zijn. Het niet verder onderhandelen kan gelet daarop en gegeven het feit dat daaraan geen andere feiten en omstandigheden ten grondslag zijn gelegd dan die hiervoor reeds besproken zijn, evenmin als onrechtmatig worden aangemerkt. De vordering tot schadevergoeding is daarom niet toewijsbaar.