Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
geïntimeerden,
[geïntimeerden],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief 1komt [appellant] op tegen dat oordeel. Zijn argumenten zijn als volgt. Hij heeft altijd dagrapporten ingeleverd. Zijn berekening van gemaakte uren is daarop gebaseerd en dus juist. [geïntimeerden] had als werkgever de plicht die dagrapporten gedurende zeven jaren te bewaren. Dat is niet gebeurd. Om die reden dient de bewijslast te worden omgedraaid. Subsidiair biedt [appellant] aan te bewijzen dat zijn urenoverzichten juist zijn.
grief 2komt [appellant] op tegen dat oordeel. Zijn argumenten zijn als volgt. Wel degelijk was de afspraak dat het loon € 1.250,- netto bedroeg tot 1 april 2014 en
grief 3komt [appellant] op tegen dat oordeel. Zijn argumenten zijn als volgt. Van de overgang van de onderneming is geen bewijs geleverd. Veba zelf ontkent dat daarvan sprake is. Dat personeel is overgegaan, is niet meer dan een aanname. [geïntimeerden] moet daarom bewijs leveren van de overgang van de onderneming.