Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
Bemi Kalf B.V.,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in (principaal en incidenteel) hoger beroep
Mijn veronderstelling is dat de heer [geïntimeerde1] dat heeft gedaan vanwege fiscale voordelen. Ik weet niet waarom het zo is gegaan, maar er kunnen dus fiscale redenen zijn voor aankoop in prive.Dit is echter niet meer dan een veronderstelling en vindt geen steun in de (gestelde) feiten. Dat de factuur aan een ander huisnummer (54 in plaats van 57) aan de [a-straat] is gericht legt evenmin gewicht in de schaal omdat uit het door [geïntimeerde1] overgelegde uittreksel uit het kadaster blijkt dat de onroerende zaak aan de [a-straat] 54 eigendom is van een derde en daarmee voldoende is komen vast te staan dat dat een verschrijving moet zijn geweest.
“Ik heb de partijen WPC bij mijn weten aangekocht van Van den Bor Milk. De partijen zijn op mijn naam gesteld (…)”en op het feit dat [D] en [geïntimeerde1] het in hun verklaringen in die procedure steeds over [geïntimeerde1] en niet over Bemi Kalf hebben, zodat geen sprake is van een verschrijving. [geïntimeerde1] heeft dit overtuigend uitgelegd met zijn beschrijving van de handelsrelatie tussen zijn eenmanszaak en de voorloper van Vikariën (Van den Bor Mesterijen V.O.F.) vanaf 1991. De geciteerde verklaring moet, mede in het licht van de eenmanszaak die [geïntimeerde1] heeft gehad, als een vergissing worden gezien, ook al omdat in die procedure juist in geschil was of Bemi Kalf (en dus niet [geïntimeerde1] ) WPC aan Van Sloten had verkocht en waarbij duidelijk was en niet werd betwist dat [geïntimeerde1] namens Bemi Kalf optrad en sprak.
'die ten doel heeft een goed over te dragen tot zekerheid', moet worden gezocht in het antwoord op de vraag of de rechtshandeling ertoe strekt de wederpartij een zodanig zekerheidsrecht op het goed te verschaffen dat deze in zijn belangen als schuldeiser ten opzichte van andere schuldeisers wordt beschermd. De kern van een zodanige bescherming ligt, aldus de Hoge Raad, naar haar aard in de bevoegdheid om zich met voorrang boven andere schuldeisers op het goed te verhalen, wat de bevoegdheid tot toe-eigening uitsluit. Strekt daarentegen de rechtshandeling van partijen tot 'werkelijke overdracht' (in geval van een zaak: tot eigendomsoverdracht) en heeft zij derhalve de strekking het goed zonder beperking op de verkrijger te doen overgaan — en deze aldus meer te verschaffen dan enkel een recht op het goed, dat hem in zijn belang als schuldeiser beschermt — dan staat art. 3:84 lid 3 BW daaraan niet in de weg.
De 2 vracht WPC van gisteren komen van van den Bor Milk orengine maar economies op b [geïntimeerde1] [a-straat] 57 6718wd [B] btw nr 8183273 52bol U kunt dus van dit adres een dezer dagen een fact verwachten hopende u voelde te hebben geinvormeerd.Uit deze tekst blijkt (ook) niet dat Bemi Kalf zich (enkel) bij voorrang op de lactose en WPC kon verhalen maar juist dat zij een factuur voor de levering van de WPC (aan Van Sloten) zou sturen.