Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De beoordeling van het hoger beroep
hof] kunnen verklaren. Gezien het klachtenpatroon van belanghebbende en de resultaten van het onderzoek is het consistent en plausibel dat belanghebbende enige beperkingen heeft. Verder overlegt cliënt een brief van de huisarts d.d. 15-11-2016 die bovenstaande bevestigt. (…) Het geheel in ogenschouw nemend is het gezien de medicatie die cliënt neemt niet verantwoord het eigen werk momenteel uit te voeren gezien het feit dat er in het eigen werk auto gereden moet worden”. Omdat de verzekeringsarts spreekt over beperkingen op basis van het klachtenpatroon, kan uit deze beschouwing niet anders worden begrepen dan dat de verzekeringsarts [geïntimeerde] ook los van de medicatie ongeschikt achtte voor eigen werk. Temeer omdat de verzekeringsarts verwijst naar een brief van de huisarts en ook de huisarts in het patiëntendossier veel aandacht besteedt aan burn-outklachten, agressie, agitatie en onrust (zie hierboven onder 2.2).