ECLI:NL:GHARL:2021:3010
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en de bekendheid van de echtgenote met overeenkomsten
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep in een civiele procedure met betrekking tot effectenlease. De appellant, Dexia Nederland B.V., was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiseres in reconventie. De geïntimeerde, een particulier, had in eerste aanleg de rol van eiser in conventie en verweerder in reconventie. De zaak draaide om de vraag of de echtgenote van de geïntimeerde bekend was met de effectenlease-overeenkomsten die haar echtgenoot had afgesloten. Het hof oordeelde dat de stelling van de echtgenoot dat zijn vrouw niet op de hoogte was van de overeenkomsten niet kon worden ontzenuwd. De getuigenverklaringen van zowel de echtgenoot als zijn vrouw gaven aan dat zij samen betrokken waren bij de financiële beslissingen en dat de echtgenote op de hoogte was van de Dexia-contracten. Het hof concludeerde dat de overeenkomsten I, II en III niet rechtsgeldig waren vernietigd, terwijl de overeenkomsten III, IV en V dat wel waren. Dexia werd veroordeeld tot terugbetaling van de door de geïntimeerde betaalde bedragen onder de vernietigde overeenkomsten, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het arrest werd uitgesproken op 30 maart 2021.