Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak hebben de ouders in 2011 ontheffing van het ouderlijk gezag over hun kind gekregen. In 2019 is het kind, [de minderjarige1], weer bij hen komen wonen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het hof de ouders herstelt in hun gezag over [de minderjarige1]. De ouders hadden eerder een verzoek ingediend om het gezag te herstellen, nadat de rechtbank Noord-Nederland hun verzoek had afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders sinds de terugkeer van [de minderjarige1] in staat zijn om voor hem te zorgen en dat het in zijn belang is dat zij het gezag terugkrijgen. De ouders hebben aangetoond dat zij de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige1] kunnen dragen. De voogd en de raad voor de kinderbescherming hebben hun zorgen geuit over de financiële situatie van de ouders en de gevolgen daarvan voor [de minderjarige1] na zijn meerderjarigheid. Het hof heeft echter geen aanleiding gezien om deze zorgen te delen, gezien de positieve ontwikkelingen in de situatie van de ouders en de minderjarige. De beslissing van het hof houdt in dat de voogdij van rechtswege eindigt en dat de ouders weer het gezag over hun kind hebben.