ECLI:NL:GHARL:2021:2767
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning na ontdekking hennepkwekerij met belangenafweging in voordeel verhuurder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning na de ontdekking van een hennepkwekerij. De appellant, [huurder], had sinds 15 november 2013 een woning gehuurd van de stichting Woonstede. Op 27 augustus 2019 ontdekte de politie in de woning een hennepkwekerij, wat leidde tot een gerechtelijke procedure door Woonstede om de huurovereenkomst te ontbinden en de woning te ontruimen. De kantonrechter had in een eerder vonnis van 11 maart 2020 de vorderingen van Woonstede toegewezen.
In hoger beroep heeft [huurder] de beslissing van de kantonrechter bestreden, maar het hof heeft geoordeeld dat de belangen van Woonstede bij ontbinding en ontruiming zwaarder wegen dan die van [huurder] bij behoud van de woning. Het hof heeft vastgesteld dat [huurder] ernstig tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door de hennepkwekerij te exploiteren. Het hof heeft ook geoordeeld dat er geen sprake is van misbruik van recht door Woonstede en dat de belangenafweging in het voordeel van de verhuurder uitvalt. De eiswijziging van [huurder] werd niet in behandeling genomen, omdat hij geen vordering in reconventie had ingesteld bij de kantonrechter.
Het hof heeft de grieven van [huurder] verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. [huurder] werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 760 voor griffierecht en € 2.785 voor het salaris van de advocaat. Deze uitspraak benadrukt de strikte handhaving van huurovereenkomsten en de gevolgen van ernstige tekortkomingen door huurders.