4.2De man heeft verweer gevoerd, is op zijn beurt in incidenteel hoger beroep gekomen. Hij heeft bij memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep zes grieven aangevoerd en toegelicht, een aanvullende vordering ingesteld, bewijs aangeboden en geconcludeerd tot verwerping van de grieven van de vrouw in het principaal hoger beroep en voorts dat het hof, uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal vernietigen, en opnieuw rechtdoende:
A. Met betrekking tot de onderneming, de ontbonden vof [naam1] te [plaats1] :
I. Primair te verklaren voor recht dat partijen, althans een door het hof aan te wijzen vereffenaar over dienen te gaan tot vereffening en verdeling van de vennootschap onder firma [naam1] , gevestigd te [plaats1] en te bepalen:
a. primair:
- dat de man gerechtigd is tot voortzetting van de onderneming;
- de vrouw te veroordelen tot het afleggen van rekening en verantwoording over het door haar gevoerde beleid en beheer vanaf februari 2017 tot op datum voortzetting door de man;
- de vrouw te veroordelen aan de man te voldoen, al dan niet in de vorm van loon, een bedrag gelijk aan 60% van de winst die de onderneming voorheen geheten [naam1] , heeft gegenereerd vanaf 1 januari 2014 tot op de dag dat de ontbonden vennootschap onder firma is vereffend en verdeeld, welk winstaandeel zal worden vastgesteld door een door het hof te benoemen deskundige en met inachtneming van de loonbetalingen die de man reeds heeft ontvangen;
- aan de man een schadevergoeding c.q. schadeloosstelling te voldoen wegens onrechtmatige beëindiging c.q. wijziging c.q. opzegging van de nadere (stilzwijgende) overeenkomst tussen partijen zoals in de memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep uiteengezet;
- de vrouw te veroordelen tot vereffening en verdeling van het vennootschapsvermogen en mee te werken aan de wijziging van de tenaamstelling van de gedoogvergunning van de gemeente [plaats1] , aan de wijziging van de te naam stelling van de zakelijke bankrekening [nummer6] en inschrijving in het handelsregister een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per keer en per dag dat de vrouw weigert mee te werken aan een van de voornoemde handelingen na betekening van het in deze te wijzen arrest;
b. subsidiair: dat, indien het hof bepaalt dat de vrouw gerechtigd is tot voortzetting van de
onderneming, de vrouw te veroordelen tot:
- rekening en verantwoording af te leggen over het door de vrouw gevoerde beleid en beheer vanaf 19 februari 2017 tot op de dag dat de ontbonden vof is vereffend en verdeeld;
- betaling van een door een deskundige vast te stellen bedrag door de vrouw aan de man, verschuldigd voor de door de man ingebrachte goodwill;
- tot betaling van een bedrag van € 41.731,-, het kapitaal dat de man ultimo 2013 in de onderneming hield;
- aan de man te voldoen, al dan niet in de vorm van loon, een bedrag gelijk aan 60% van de winst die de onderneming voorheen geheten [naam1] , heeft gegenereerd vanaf 1 januari 2014 tot op de dag dat de ontbonden vennootschap onder firma is vereffend en verdeeld, welk winstaandeel zal worden vastgesteld door een door het hof te benoemen deskundige en met inachtneming van de loonbetalingen die de man reeds heeft ontvangen;
- betaling aan de man van een schadevergoeding c.q. schadeloosstelling te voldoen wegens de onrechtmatige en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid gedane beëindiging c.q. wijziging c.q. opzegging van de nadere (stilzwijgende) overeenkomst tussen partijen zoals in de memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep uiteengezet;
II. Subsidiair te verklaren voor recht dat de vernietiging van de wijziging c.q. opzegging c.q. beëindiging van de al dan niet stilzwijgende nadere overeenkomst tussen partijen in februari 2017 door de vrouw jegens de man onrechtmatig is c.q. in strijd met de redelijkheid en billijkheid is en deze wijziging c.q. opzegging c.q. beëindiging te vernietigen en te bepalen dat:
a. primair:
- dat de man gerechtigd is tot voortzetting van de onderneming;
- de vrouw te veroordelen tot het afleggen van rekening en verantwoording over het door haar gevoerde beleid en beheer vanaf februari 2017 tot op datum voortzetting door de man;
- de vrouw te veroordelen aan de man te voldoen, al dan niet in de vorm van loon, een bedrag gelijk aan 60% van de winst die de onderneming voorheen geheten [naam1] , heeft gegenereerd vanaf 1 januari 2014 tot op de dag dat de ontbonden vennootschap onder firma is vereffend en verdeeld, welk winstaandeel zal worden vastgesteld door een door het hof te benoemen deskundige en met inachtneming van de loonbetalingen die de man reeds heeft ontvangen;
- aan de man een schadevergoeding c.q. schadeloosstelling te voldoen wegens onrechtmatige beëindiging c.q. wijziging c.q. opzegging van de nadere (stilzwijgende) overeenkomst tussen partijen zoals in de memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep uiteengezet;
- de vrouw te veroordelen tot vereffening en verdeling van het vennootschapsvermogen en mee te werken aan de wijziging van de tenaamstelling van de gedoogvergunning van de gemeente Apeldoorn, aan de wijziging van de te naam stelling van de zakelijke bankrekening [nummer6] en inschrijving in het handelsregister een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per keer en per dag dat de vrouw weigert mee te werken aan een van de voornoemde handelingen na betekening van het in deze te wijzen arrest;
c. subsidiair: dat, indien het hof bepaalt dat de wijziging c.q. opzegging c.q. beëindiging van de tussen partijen al dan niet stilzwijgende nadere overeenkomst dient te worden vernietigd en de vrouw gerechtigd is tot voortzetting van de onderneming, de vrouw te veroordelen tot:
- rekening en verantwoording af te leggen over het door de vrouw gevoerde beleid en beheer vanaf 19 februari 2017 tot op de dag dat de ontbonden vof is vereffend en verdeeld;
- betaling van een door een deskundige vast te stellen bedrag door de vrouw aan de man, verschuldigd voor de door de man ingebrachte goodwill;
- tot betaling van een bedrag van € 41.731,-, het kapitaal dat de man ultimo 2013 in de onderneming hield;
- aan de man te voldoen, al dan niet in de vorm van loon, een bedrag gelijk aan 60% van de winst die de onderneming voorheen geheten [naam1] , heeft gegenereerd vanaf 1 januari 2014 tot op de dag dat de ontbonden vennootschap onder firma is vereffend en verdeeld, welk winstaandeel zal worden vastgesteld door een door het hof te benoemen deskundige en met inachtneming van de loonbetalingen die de man reeds heeft ontvangen;
- betaling aan de man van een schadevergoeding c.q. schadeloosstelling te voldoen wegens de onrechtmatige en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid gedane beëindiging c.q. wijziging c.q. opzegging van de nadere (stilzwijgende) overeenkomst tussen partijen zoals in de memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep uiteengezet;
B. De woning gelegen te [woonplaats1] aan de [adres1] toe te delen aan de man en te bepalen dat hij wegens overbedeling een bedrag van € 5.988,- aan de vrouw dient te voldoen;
C. te bepalen dat de waarde van de garageboxen gelegen aan de [adres4] te [plaats1] en aan de [adres3] te [plaats3] zal worden vastgesteld door middel van taxatie door Makelaar [naam8] te [plaats3] , waarna de man als eerste de garageboxen in zowel [plaats3] als [plaats1] zal kunnen aanwijzen welke hij toegedeeld wenst te krijgen, waarna de mate van over- dan wel onderbedeling van partijen kan worden vastgesteld, rekening houdende met het vergoedingsrecht van de man van € 150.000,-;
D. te bepalen dat de vrouw aan de man dient te betalen vanaf 1 januari 2012 tot op de datum dat de garageboxen tussen partijen zijn verdeeld en geleverd de helft van de door de vrouw geïnde huur van de garageboxen gelegen aan de [adres4] te [plaats1] ten bedrag van € 10.350,- per jaar;
E. de vrouw te veroordelen om aan de man te betalen een bedrag van € 9.000,-, althans een bedrag dat het hof in goede justitie zal vaststellen, zijnde de waarde van verzamelstukken militaria, eigendom van de man, die de vrouw onder zich had en aan derden heeft gegeven c.q. voor derden heeft achtergelaten;
F. de vrouw te veroordelen om aan de man te betalen een bedrag van € 12.798,14 wegens betalingen die de man voor zijn rekening heeft genomen maar die voor rekening van de vrouw komen;
G. te bepalen dat de vrouw de wettelijke rente dient te voldoen over hetgeen zij aan de man verschuldigd is, te berekenen vanaf de datum van vaststelling van de verschillende vorderingen;
H. de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure.