Uitspraak
bij de rechtbank: gedaagde,
[appellante] ,
[geïntimeerde] ,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.2 Waar gaat deze zaak over?
3.3 De beoordeling van het geschilInternationaal privaatrecht: bevoegdheid en toepasselijk recht
- [geïntimeerde] op verzoek van [appellante] een bedrag van 120.000.000 Toman op een Iraanse bankrekening heeft overgemaakt;
- [appellante] als tegenprestatie nagenoeg gelijktijdig € 17.000,- aan [geïntimeerde] zal overhandigen.
De enkele omstandigheid dat van de ondertekening een video opname werd gemaakt is, zonder nadere toelichting die ontbreekt, op zichzelf onvoldoende om aan te nemen dat de verklaring - tot tweemaal toe - onder een druk is getekend waaraan [appellante] geen weerstand heeft kunnen bieden.
Voor zover [appellante] in hoger beroep nog heeft aangevoerd dat misbruik is gemaakt van de kwetsbare positie van mensen die een asielzoekersstatus hebben, geldt dat zij niet heeft toegelicht welk verband haar hoedanigheid van asielzoekster zich verhoudt tot de ondertekening door haar van de documenten.
4.Slotsom
5.5. De beslissing
- € 332,- aan griffierecht;
- € 2.228,- aan salaris;
23 maart 2021 in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer, in aanwezigheid van de griffier.