Uitspraak
RVA,
[geïntimeerde] B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
€ 58.018,60 aan [geïntimeerde] B.V. in rekening gebracht. [geïntimeerde] B.V. heeft die factuur niet betaald. RVA heeft op 31 augustus 2016 aan [geïntimeerde] B.V. een creditfactuur (nummer 16041) verstrekt, waarmee het op 30 augustus 2016 in rekening gebrachte bedrag volledig is gecrediteerd. Op 1 september 2016 heeft RVA de offerte met nummer 20160249 ingetrokken en vervolgens heeft RVA een op 31 augustus 2016 gedateerde offerte met nummer 20160430 voor een bedrag van € 105.676,- voor werkzaamheden aan ‘deur en luifel’ aan [geïntimeerde] B.V. verstrekt (voor de deur: € 25.676,-, voor de luifel: € 80.000,-).
€ 105.676,- met de factuur van 31 augustus 2016 (met nummer 16042) aan [geïntimeerde] B.V. in rekening gebracht. RVA heeft daarna voor de werkzaamheden aan de hangar 11 ook nog de factuur van 31 augustus 2016 (nummer 16038) van € 44.230,-- en de factuur d.d.
€ 834,- voor buitengerechtelijke incassokosten met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding. De vorderingen van partijen zijn voor het overige afgewezen. [geïntimeerde] B.V. is in de proceskosten van RVA veroordeeld (in conventie € 2.656,81 met wettelijke rente en nakosten en in reconventie € 894,-).
3.Wat oordeelt het hof?
grieven 1 tot en met 4) van RVA tegen het eindvonnis van de rechtbank thematisch bespreken. Het hof zal daarbij gebruik maken van tussenkopjes.
€ 116.000,- (drie termijnen) is betaald aan [C] B.V. Dat verdraagt zich niet met de door RVA gestelde afspraak, omdat die zou inhouden dat [geïntimeerde] zich zou hebben verbonden om dezelfde termijn twee keer te betalen. Dat is zonder toelichting, die niet is gegeven, niet aannemelijk.
‘Hierbij bevestigen wij dat er vandaag gewerkt is volgens onderstaande condities in de offerte, (bijgesloten). En mogen wij ervan uitgaan dat de offerte daardoor is geaccepteerd, ondanks deze werkwijze zien wij alsnog een getekend exemplaar voor onze administratie tegemoet’. De factuur van RVA van
derdeofferte (met nummer 20160430) moet het gelet daarop zonder deugdelijke onderbouwing stellen. Uit niets blijkt dat [geïntimeerde] B.V. om een derde offerte heeft gevraagd of dat zij heeft ingestemd met het intrekken of vervangen van tweede offerte, om vervolgens in te stemmen met een offerte waarbij de kosten voor de luifel fors zijn verhoogd. RVA heeft in dat verband onvoldoende duidelijk gemaakt waarom het geoffreerde bedrag zoveel hoger werd. Hij heeft in zijn processtukken niet aan de hand van de offertes of andere stukken toegelicht waardoor dat prijsverschil werd veroorzaakt en ook ter zitting bij het hof daarover geen opheldering kunnen geven; zijn verklaringen dat het kwam omdat meer ijzer moest worden verwerkt of dat het VGA-plan aangepast moest worden zijn daartoe onvoldoende.