Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de betrokkene] C.V. (hierna: de betrokkene),
De beslissing van de kantonrechter
Het verloop van de procedure
De advocaat-generaal is vertegenwoordigd door mr. [B] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter, waarbij de betrokkene, vertegenwoordigd door R. van Rossem, een sanctie van € 95,- opgelegd kreeg voor het niet gebruiken van de rijbaan met een stilstaand voertuig. Dit gebeurde op 19 januari 2018 op de Heemskerkerweg in Beverwijk. De betrokkene stelde dat het voertuig geparkeerd stond op een stuk grond dat in eigendom van hem was en dat er een erfdienstbaarheid van overpad was gevestigd. Hierdoor zou het stuk grond niet tot de openbare weg behoren en zou het parkeren daar toegestaan zijn.
De kantonrechter verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond. In hoger beroep werd de zaak behandeld op 5 maart 2021, waarbij de vertegenwoordiger van de betrokkene niet aanwezig was. De advocaat-generaal was wel aanwezig en heeft een verweerschrift ingediend. Het hof beoordeelde of de plaats waar het voertuig stond geparkeerd feitelijk voor het openbaar verkeer openstond. Het hof concludeerde dat de strook waar het voertuig stond geparkeerd, toegankelijk was voor iedereen en niet afgebakend of afgesloten was, waardoor de verkeersregels van toepassing waren.
Het hof oordeelde dat de betrokkene niet kon aantonen dat er sprake was van gedoogbeleid en dat de sanctie terecht was opgelegd. De beslissing van de kantonrechter werd bevestigd, en de betrokkene kreeg geen aanleiding om de sanctie te matigen of achterwege te laten. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter, waarmee de sanctie van € 95,- in stand bleef.