Uitspraak
Ubink,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat dit hoger beroep over
Verder stelt Ubink dat [geïntimeerde] tijdens het werk schade heeft veroorzaakt doordat (1) op
3.Wat wordt het oordeel van het hof?
Het zal je verbazen [B] , maar zowel de jongens als ik zijn hard aan paar weken ontspannen toe. En voor een veilige sanering is het noodzakelijk dat ikzelf direct oproepbaar ben om eventuele calamiteiten op te lossen. En die zijn er daar nogal eens. Ik hoop dat ik jullie met deze berichtgeving niet in (grote) problemen breng. Ik heb mijn best gedaan.
nietdat [geïntimeerde] het werk in onvoltooide staat zal beëindigen. [geïntimeerde] geeft immers aan dat hij na de (bouwvak)vakantie terug zal keren op het werk. Dat dat de bedoeling was, blijkt ook uit zijn aangetekende brief van 5 augustus 2016, waarin [geïntimeerde] klaagt dat Ubink hem niet op het werk toelaat en waarin hij onder meer vraagt:
nietdat [geïntimeerde] heeft gezegd dat hij het werk definitief staakte, maar enkel dat [geïntimeerde] niet de hele bouwvak door kon werken. De e-mail die [geïntimeerde] een paar dagen later, op 31 juli 2016, aan Ubink zond, sluit daar ook bij aan.
Nu Ubink niet heeft gesteld wat [F] en [B] anders of meer zouden kunnen verklaren dan zij in hun schriftelijke verklaring hebben gedaan, ziet het hof geen reden hen als getuigen te horen. Hetgeen te bewijzen wordt aangeboden, leidt niet tot het oordeel dat [geïntimeerde] het werk in onvoltooide staat heeft beëindigd. Uit de verklaring blijkt juist dat Ubink zelf heeft besloten om met [geïntimeerde] te breken.
oktober2016 aan KLM opgeleverd moest worden en dat dat blijkt uit het bestek (dat door haar niet is overgelegd) en de nota van inlichtingen. Ubink heeft niet duidelijk gemaakt voor welke datum [geïntimeerde] haar deel van het werk moest opleveren en waar dat uit blijkt.
Ubink heeft (voor het eerst bij memorie van grieven in hoger beroep) alleen gesteld dat zij aanvankelijk de firma Toes had benaderd voor het werk en dat bij de informatie waarop Toes zijn aanbieding baseerde de concept planning zat. Toes is volgens Ubink met die planning akkoord gegaan, maar kon zijn aanbieding niet gestand doen, waarna Ubink rechtstreeks met [geïntimeerde] heeft gecontracteerd. [geïntimeerde] heeft zijn aanbieding volgens Ubink op dezelfde documentatie en planning gebaseerd als Toes. Ubink heeft daarvan bewijs aangeboden door het horen van Toes.
voorlopigeplanning was, die als concept door Ubink aan Toes was gestuurd.
tussen Ubink en [geïntimeerde]is overeengekomen.
In zoverre faalt grief IV.
€ 50.000,- ten laste van Ubink gebracht. Ubink heeft [geïntimeerde] voor het niet melden van de calamiteit aansprakelijk gesteld in een brief van 3 augustus 2016.
In dit bedrag is een post van € 10.000,- begrepen aan assistentiewerkzaamheden.
Ubink stelt dat [geïntimeerde] die werkzaamheden helemaal niet heeft verricht. Deze stelling valt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet te rijmen met de omstandigheid dat Ubink zelf in haar staat van afrekening van 27 september 2016 de post “Assisteren bij diverse werkzaamheden van ons (schatting) € 10.000,-” heeft opgenomen. Daaruit blijkt immers dat [geïntimeerde] wel degelijk heeft geassisteerd bij werkzaamheden van Ubink, zij het dat de exacte omvang daarvan kennelijk niet vaststond. Het hof vindt het bezwaar van Ubink tegen deze post daarom onvoldoende gemotiveerd en gaat er aan voorbij.
Grief V faalt.
Ubink heeft dit naar het oordeel van het hof terecht aangevoerd. In de opdrachtbevestiging wordt bij de omschrijving van de saneringswerkzaamheden bij hangar 11 het verwijderen van isolatie vermeld en uit de bestektekening blijkt dat isolatie in de vorm van een glaswoldeken aanwezig is.
€ 176.180,18
4.De slotsom
5.De beslissing
12 januari 2021.