ECLI:NL:GHARL:2021:2232

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 februari 2021
Publicatiedatum
9 maart 2021
Zaaknummer
P20/0248
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en resocialisatietraject van terbeschikkinggestelde

In deze zaak gaat het om de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die momenteel verblijft in een gesloten afdeling van de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) Trajectum. Het hof heeft op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg van 27 juli 2020, die de terbeschikkingstelling met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde is van mening dat het resocialisatietraject te lang duurt en is het niet eens met het voorstel van de kliniek om uit te stromen naar een woonvoorziening met 24-uurs begeleiding. Het hof oordeelt dat, gezien de lange duur van de terbeschikkingstelling, het wenselijk is dat beide partijen zich inspannen om overeenstemming te bereiken over de volgende stappen in het traject. Het hof verlengt de terbeschikkingstelling met één jaar, zodat de ontwikkelingen op kortere termijn kunnen worden getoetst. Het hof wijst het verzoek van de terbeschikkinggestelde om de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege af, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken. De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden meerdere pogingen tot resocialisatie ondernomen, die telkens zijn mislukt. Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en dat een voorwaardelijke beëindiging thans prematuur is.

Uitspraak

TBS P20/0248
Beslissing d.d. 18 februari 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,
verblijvende in Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) Trajectum te Boschoord.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 27 juli 2020, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en - impliciet - afwijzing van het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 1 april 1998, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • de verlengingsbeslissing van dit hof van 5 september 2019;
  • de rapportage van het observatieonderzoek van FPC De Rooyse Wissel van november 2019;
  • het verlengingsadvies van FPC Trajectum van 14 februari 2020;
  • de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 3 maart 2020;
  • het advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) van 12 juni 2020, strekkende tot verlening van een machtiging voor begeleid verlof van de terbeschikkinggestelde, en de beslissing van 16 juni 2020, waarbij die machtiging is verleend namens de Minister voor Rechtsbescherming;
  • de processen-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 29 juli 2020;
  • de aanvullende informatie van FPK Trajectum van 8 september 2020.
Het hof heeft ter zitting van 4 februari 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.O. Roosjen, advocaat te Groningen, en de advocaat-generaal mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De behandeling van het hoger beroep van de terbeschikkinggestelde heeft veel te lang op zich laten wachten. Dit mag niet tegen hem worden gebruikt in de zin dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar niet meer aan de orde is omdat dat jaar inmiddels bijna is verstreken. Het is belangrijker dat zijn behandeling, voor zover er nog sprake is van behandeling, ook veel vertraging heeft opgelopen. Hij komt telkens terug op zijn wens om terug te keren naar [plaats] waar hij in 2016 verbleef in een eigen woning met veel vrijheden en relatief weinig begeleiding tot een medepatiënte aangifte tegen hem deed. Hij bleek een alibi te hebben voor het moment waarop de vergaande seksuele handelingen volgens de aangifte zouden hebben plaatsgevonden. Die zaak is geseponeerd. De wens van de terbeschikkinggestelde om terug te keren naar [plaats] verklaart zijn verbale verzet tegen alternatieven voor een resocialisatietraject. Uiteindelijk beweegt hij echter wel mee. Hij heeft belang bij stappen in de richting van het einde van de terbeschikkingstelling. Volgens de - inmiddels gedateerde - aanvullende informatie van de kliniek was het de bedoeling dat hij snel een volgende stap zou zetten. Hij verblijft echter nog steeds op gesloten afdeling [afdeling] en verder is zijn situatie niet of nauwelijks veranderd. De kliniek heeft eindelijk een machtiging voor begeleid verlof aangevraagd. De aanvraag van de machtiging voor onbegeleid verlof zou op 3 december 2020 worden besproken door de interne verloftoetsingscommissie van de kliniek, maar die bespreking is uitgesteld tot januari 2021. Op 25 februari 2021 is een zorgconferentie gepland. De terbeschikkinggestelde vindt dat het door de kliniek voorgestelde stapsgewijze resocialisatietraject te langzaam verloopt. Dit traject moet en kan ook sneller verlopen zonder onverantwoorde risico's te nemen. De problematiek van de terbeschikkinggestelde speelt alleen een rol in zijn relaties met vrouwen. Hij definieert zijn relaties met vrouwen anders dan de kliniek, wat telkens leidt tot misverstanden en problemen. Hij kan stappen zetten door zwart-wit met hem te communiceren en zijn gebruik van communicatiemiddelen te beperken en beter te controleren. De raadsman heeft primair verzocht om de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Subsidiair heeft de raadsman bepleit de verlengingstermijn van de terbeschikkingstelling te beperken tot één jaar.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van stoornissen. Het recidivegevaar wordt als hoog ingeschat bij beëindiging van de terbeschikkingstelling. De terbeschikkingstelling is verlengd met een termijn van één jaar bij de vorige verlengingsbeslissing van dit hof teneinde zo de ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen. Daarbij heeft het hof echter opgemerkt dat aan deze verlengingsbeslissing niet de verwachting mag worden ontleend dat de maatregel na afloop van dat jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. Het is prematuur om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken. Drie eerdere pogingen tot resocialisatie van de terbeschikkinggestelde, waaronder een resocialisatiepoging in het kader van een voorwaardelijke beëindiging in 2007, zijn telkens mislukt. Uit de rapportage van het observatieonderzoek in FPC De Rooyse Wissel komt naar voren dat er wordt gekozen voor het inzetten van een nieuw resocialisatietraject. Het in te zetten traject bestaat uit kleine stappen die nodig zijn om er voor te zorgen dat deze resocialisatiepoging wel zal slagen. Dit traject kan zeker niet binnen een jaar worden afgerond. Daarom is een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar niet aan de orde. Een verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaar is niet disproportioneel in verhouding tot de ernst van de indexdelicten en evenmin in strijd met het subsidiariteitsbeginsel omdat er op dit moment geen andere reële, minder ingrijpende optie is. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Verbeterde lezing van de beslissing van de rechtbank
Uit de overwegingen van de rechtbank voor haar verlengingsbeslissing blijkt dat zij het ter zitting in eerste aanleg gedane verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, heeft afgewezen. De rechtbank heeft echter verzuimd de afwijzing van dit verzoek in het dictum van haar beslissing op te nemen. Het hof leest de beslissing van de rechtbank in die zin verbeterd.
Afwijzing verzoek
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingestelde beroep. Het verzoek om de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen, nu de noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken. De eerdere resocialisatiepogingen van de terbeschikkinggestelde, waaronder een resocialisatiepoging in het kader van een voorwaardelijke beëindiging, zijn telkens mislukt. Op dit moment verblijft hij op een gesloten afdeling van de kliniek en praktiseert hij alleen begeleide verloven. Gezien de fase waarin de resocialisatie zich bevindt en het belang van een gefaseerde uitbreiding van de vrijheden van de terbeschikkinggestelde acht het hof een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege thans prematuur.
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere verlengingsbeslissing komt.
Indexdelicten
De rechtbank Maastricht heeft de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 1 april 1998 veroordeeld ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, te weten:
  • met iemand beneden de leeftijd van 12 jaren handelingen plegen, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
  • ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd;
  • verkrachting.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de kliniek volgt dat er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een licht verstandelijke beperking en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Bij een beëindiging van de maatregel wordt het recidivegevaar als hoog ingeschat.
Verlenging
Gelet op de advisering en op hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof laat zich bij de verlenging van de terbeschikkingstelling leiden door het uitgangspunt dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een termijn van één jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
Ten tijde van vorige verlengingsprocedure was FPK Trajectum van mening dat de terbeschikkinggestelde diende te worden overgeplaatst naar een andere behandelkliniek voor een nieuwe resocialisatiepoging. Mede gelet op de lange duur van de terbeschikkingstelling achtte het hof het destijds wenselijk dat de terbeschikkinggestelde - die toen al geruime tijd niet meer werd behandeld in de kliniek - zo spoedig mogelijk de kans kreeg om opnieuw te resocialiseren. Bij de beslissing van dit hof van 5 september 2019 werd de terbeschikkingstelling verlengd met niet meer dan één jaar, teneinde zo de ontwikkelingen op kortere termijn te kunnen toetsen.
De terbeschikkinggestelde is op 28 oktober 2019 opgenomen in FPC De Rooyse Wissel voor een observatieonderzoek. De onderzoekers formuleren in de rapportage van dit onderzoek aanbevelingen voor een nieuw resocialisatietraject. Zij vinden het met name van belang om zicht te houden op het concrete recidiverisico. De indexdelicten vonden plaats in de familiekring. Het is niet aannemelijk dat recidive in de deze kring zal plaatsvinden omdat de terbeschikkinggestelde geen contact heeft met zijn familie. Wanneer sprake is van een opbouwend contact met een vrouw zien de onderzoekers niet direct een recidiverisico wanneer hij de hulpverlening krijgt die nodig wordt geacht. Hij is vanuit zijn persoonlijkheidsprofiel geneigd om de overhand te nemen in een relatie. Gelet op zijn problematiek is het aannemelijk dat hij signalen in een relatie verkeerd kan opvatten. De onderzoekers adviseren een opname van de terbeschikkinggestelde in een instelling binnen de besloten geestelijke gezondheidszorg. Binnen een dergelijke instelling kan hij zijn behoefte aan vrijheden (het hebben van een tuin, arbeid en woning) bevredigen en is er ook voldoende toezicht, zodat op tijd en in alle openheid kan worden geïntervenieerd. Waarschijnlijk heeft een traject in het kader van proefverlof de meeste kans van slagen. In dat kader wordt de terbeschikkinggestelde begeleid door de reclassering en kan de kliniek op de achtergrond meekijkijken. Het wederzijds beschadigde vertrouwen tussen de kliniek en terbeschikkinggestelde heeft dan een minder groot effect op de resocialisatie.
FPK Trajectum heeft in het verlengingsadvies van 14 februari 2020 aangekondigd dat het multidisciplinaire team samen met de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman op korte termijn zal onderzoeken wat de meest passende vervolgstap in lijn van het advies van FPC De Rooyse Wissel is. Ter voorbereiding op een overplaatsing van de terbeschikkinggestelde zal een opbouw van zijn vrijheden plaatsvinden in stappen die zijn beschreven in de verlofaanvraag. Ook zal het Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) door de sector ambulante zorg van Trajectum worden betrokken bij de contacten op de afdeling [afdeling] om de overgang naar een vervolgzetting succesvol te laten zijn. Uit de aanvullende informatie van de kliniek komt naar voren dat de machtiging voor de begeleide verloven van de terbeschikkinggestelde in juni 2020 is verleend. Die verloven zijn gestart met een dubbel begeleide fase. De terbeschikkinggestelde heeft alle stappen voorspoedig doorlopen en praktiseert nu vooral regionale vrijheden. De kliniek heeft voorgesteld hem van de gesloten afdeling [afdeling] over te plaatsen naar de open zorgboerderij [zorgboerderij] op het terrein van de kliniek en hem vervolgens via [naam] uit te plaatsen naar appartementencomplex [appartementencomplex] met 24-uurs begeleiding in [plaats] . De kliniek heeft in de aanvullende informatie van 8 september 2020 aangekondigd dat er op korte termijn een tussenevaluatie zal plaatsvinden om de beoordelen of de machtiging voor onbegeleide vrijheden en het transmurale verlof van de terbeschikkinggestelde ten behoeve van zijn overplaatsing van de gesloten afdeling [afdeling] naar de open zorgboerdering [zorgboerderij] worden aangevraagd.
Het hof constateert dat het nieuwe resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde ruim een half jaar geleden is gestart met begeleide verloven die goed zijn verlopen. Hij verblijft op dit moment nog steeds op een gesloten afdeling van de kliniek. Het is onduidelijk wanneer hij de volgende stappen in het traject kan zetten. Hij vindt dat het door de kliniek voorgestelde traject te lang duurt. Ook is hij het niet eens met het voorstel van de kliniek om hem uit te laten stromen naar een woonvoorziening met 24-uurs begeleiding. Mede gelet op de lange duur van de terbeschikkingstelling - die inmiddels ruim 22 jaren loopt - acht het hof het wenselijk dat beide partijen zich inspannen om overeenstemming over de volgende stappen in het traject te bereiken bij de reeds op korte termijn geplande zorgconferentie, zodat wordt voorkomen dat de nieuwe resocialisatiepoging van de terbeschikkinggestelde vertraging oploopt of zelfs mislukt.
Het hof ziet daarin aanleiding om maatregel opnieuw te verlengen met niet meer dan één jaar, teneinde zo de ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen. Daarbij merkt het hof op dat aan deze verlenging met één jaar niet de verwachting mag worden ontleend dat na verloop van dat jaar de terbeschikkingstelling (voorwaardelijk) zal worden beëindigd of slechts met één jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 27 juli 2020 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde] .
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en dr. W.J. Canton als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 18 februari 2021 in het openbaar uitgesproken.
Mr. E.A.K.G. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.