Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met bijlagen 1 tot en met 11, ingekomen op 24 april 2020;
- het verweerschrift, tevens houdende voorwaardelijk zelfstandig (incidenteel)
- hoger beroep met producties 1 tot en met 15;
- het verweerschrift in het voorwaardelijk zelfstandig (incidenteel) hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Houtsmuller van 26 november 2020 met een akte uitlating op het verweerschrift, tevens akte houdende producties;
- de pleitaantekeningen van de vrouw, ingekomen op 1 december 2020;
- de pleitaantekeningen van de man, ingekomen op 3 december 2020.
3.De feiten
…..Artikel 11.1KinderalimentatieDe totale behoefte van de kinderen is vastgesteld op 1.200 euro per maand, waarvan ieder 300 euro zal gebruiken voor de kinderen in de eigen huishouding. Met ingang van 1 april 2010 en zolang de kinderen minderjarig zijn stort de vader een voorschot alimentatie voor de kinderen van € 300,- per maand en per kind (totaal € 600,-) op een door de vrouw aan te geven bankrekening. Verder betaalt de vader 100 euro extra op de doelrekening van de kinderen. Indien sprake is van gelijke verdeling van verblijf en onderhoud van de kinderen wordt dit bedrag aangepast. Deze alimentatie en bedragen zijn onderworpen aan de wettelijke indexering als bedoeld in artikel 1:402a BW, voor het eerst per 1 januari 2011. Indien, op basis van het in artikel 2.8 in het convenant gestelde, een verrekening plaats vindt zal de bijdrage van de partijen aan de kinderalimentatie evenredig worden verrekend zodanig dat ieder een evenredig deel van het hen toegekomen brutojaarinkomen heeft bijgedragen aan de kinderalimentatie voor het betreffend jaar. Bijvoorbeeld; als na verrekening conform art. 2.8 blijkt dat inkomen 110k en 80k is dan is respectievelijk 366 euro en 223 euro op doelrekening verschuldigd.Moeder is geen verantwoording schuldig aan de vader indien de doelrekening niet verder aangevuld wordt.
4.Het geschil
in conventiede vorderingen (verzoeken) van de vrouw afgewezen en
in reconventiede vrouw veroordeeld om binnen 14 dagen na de bestreden beschikking aan de man te voldoen een bedrag van € 5.465,50,- te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na heden.
- € 60.000,- aan achterstallige partneralimentatie over de jaren 2013, 2014 en 2016, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 2.276,15 ter zake van de wettelijke rente over de hoofdsom aan achterstallige partneralimentatie berekend tot 5 februari 2018;
- € 8.346,- aan partneralimentatie over het jaar 2017, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 26.687,- aan achterstallige partneralimentatie 2017 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 12.108,- aan achterstallige partneralimentatie 2018 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.De overwegingen voor de beslissing
de som van beide bruto jaarinkomens is kleiner dan € 120.000,-
de som van beide bruto jaarinkomens is tussen € 120.000,- en € 140.000,-
de som van beide bruto jaarinkomens is tussen € 140.000,- en € 160.000,-
de som van beide bruto jaarinkomens is tussen € 160.000,- en € 180.000,-
de som van beide brutojaarinkomens is meer dan € 200.000,-