Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 17 december 2019 te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [naam benadeelde partij] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een (tot kort daarvoor) brandende snijbrander slaande bewegingen heeft gemaakt in de richting van het hoofd en/of de hals, althans het lichaam, van die [naam benadeelde partij] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 17 december 2019 te [plaats 2] , opzettelijk en wederrechtelijk een hek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Verweer raadsman
Bewezenverklaring
hij op 17 december 2019 te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [naam benadeelde partij] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, met kracht, met een kort daarvoor brandende snijbrander slaande bewegingen heeft gemaakt in de richting van het hoofd en de hals van die [naam benadeelde partij] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 17 december 2019 te [plaats 2] , opzettelijk en wederrechtelijk een hek, toebehorende aan [naam benadeelde partij] , heeft beschadigd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
€ 3.482,50 (drieduizend vierhonderdtweeëntachtig euro en vijftig cent) bestaande uit € 1.482,50 (duizend vierhonderdtweeëntachtig euro en vijftig cent) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.