1.De omvang van de hoger beroepen
De tenlastelegging is impliciet-cumulatief van aard. Verdachte heeft het hoger beroep onbeperkt ingesteld. Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de door de rechtbank gegeven vrijspraken, kan verdachte daarin niet worden ontvangen, nu daartegen gelet op artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering geen hoger beroep mogelijk is. Het hof zal verdachte in zoverre partieel niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.
Het openbaar ministerie heeft te kennen gegeven de vrijspraken waartoe de rechtbank gekomen is, niet te bestrijden. Tegen deze vrijspraken zijn bij appelschriftuur noch ter zitting bezwaren aangevoerd. Nu het hof ook ambtshalve geen aanleiding ziet voor een nieuwe behandeling van de feiten waarvan is vrijgesproken, zal het hoger beroep van de officier van justitie met inachtneming van artikel 416, derde lid, Sv, in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Het voorgaande brengt mee dat het hof bij de beoordeling van de hoger beroepen uitgaat van de tenlasteleggingen voor zover de rechtbank de verdachte daarvan niet heeft vrijgesproken. Aldus is de verdachte tenlastegelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 12 juli 2007 tot en met 31 december 2009, althans in 2007 (vanaf 12 juli) en/of 2008 en/of 2009 te [plaats 1] , althans in Nederland, althans op het grondgebied van Europa, samen en in vereniging met anderen of een ander dan wel alleen, opzettelijk, - in totaal - veertien maal, althans een aantal malen (zaak A), te weten,
- eenmaal in de periode van 25 juli 2007 tot en met 29 december 2007 { (zie overzicht op bladzijde 4100847 (deels) en 4100848 (1 transport) }, en/of
- vijf maal, althans een aantal malen in de periode van 7 februari 2008 tot en met 12 december 2008 (zie overzicht bladzijde 4100845 en 4100846), en/of
- acht maal, althans een aantal malen in de periode van 21 december 2008 tot en met 2 september 2009 (zie overzicht bladzijde 41 00843, 41 00844),
(telkens) (een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of b van de "EG-verordening overbrenging van afvalstoffen", immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) (telkens) afvalstoffen, te weten afgewerkte olie en/of smeerolie en/of één of meer andere afvalstoffen, overgebracht van [plaats 1] naar [plaats 2] , in elk geval naar Duitsland, terwijl die overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan alle betrokken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig deze verordening en/of zonder (schriftelijke) toestemming van de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
3.
zij te [plaats 3] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, samen en in vereniging met anderen of een ander dan wel alleen, in het jaar 2008 en/of 2009,
- in totaal dertien maal, althans een aantal malen (telkens) één of meer EVOA-documenten genaamd "Vervoersdocument voor grensoverschrijdende afvaloverbrenging" (de in het overzicht op bladzijde 41 00843 tot en met 41 00846 opgenomen documenten, waarvan het IBN-nummer in rood is weergegeven en/of de/het document(en) op bladzijde 41 01092, 41 01102, 41 01111, 41 01120, 41 01130, 41 01142, 41 01149, 41 01154, 41 01165, 41 01174, 41 01288, 41 01299, 41 01304, 41 01310, 41 01319 en/of 41 01330) en/of
- in totaal acht maal, althans een aantal malen (telkens) één of meer begeleidingsbrieven (de in het overzicht op bladzijde 41 00843 tot en met 41 00846 opgenomen documenten, waarvan het IBN-nummer in zwart is weergegeven),
(elk)zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op de in 2008 en/of 2009 gebruikte EVOA-documenten in vak 9 (als locatie waarop, en proces waarbij, de afvalstoffen zijn ontstaan), -respectievelijk - (zakelijk weergegeven) [plaats 3] en destillatie en/of op de begeleidingsbrieven als ontvanger [bedrijf 1] vermeld, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.
Verdachte is daardoor niet geschaad in haar verdediging.