Uitspraak
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
verzoekster in het incidenteel hoger beroep,
1.1. Samenvatting van de beslissing
2.Het geding in eerste aanleg
- het verweerschrift in het incidentele beroep (met producties 44 en 45);
voor zover deze nadelig is voor [verzoekster]” en bij beschikking (voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad) aan [verzoekster] toe te kennen een transitievergoeding van € 201.984 bruto en een billijke vergoeding van € 1.134.656 bruto, met veroordeling van Centric in de proceskosten in beide instanties (met nakosten).
4.De feiten
Geschäftsführer(uitvoerend directeur) van Wagner Solar.
Geschäftsführervan Wagner Solar. Bij besluit van de aandeelhoudersvergadering van DSS Beheer van 16 mei 2019 is [verzoekster] met onmiddellijke ingang ontslagen als haar statutair bestuurder, nadat zij eerder, op 9 mei 2019, was geschorst door haar RvC (feitelijk dus door [C] ). Met dit besluit beoogde [C] tegelijkertijd de arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en Centric te beëindigen. Bij kortgedingvonnis van 26 juli 2019 heeft de kantonrechter overwogen dat de arbeidsovereenkomst door het ontslagbesluit niet was geëindigd, vanwege het opzegverbod bij ziekte.
5.Het verzoek/de verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
6.De beoordeling in hoger beroep
tal van andere misdragingen en verzwijgingen”. Andersom maakt [verzoekster] ook veel verwijten aan Centric. Tussen partijen woedt, zoals ook de kantonrechter al heeft overwogen, een intense rechtsstrijd. De intensiteit ervan komt tot uiting in het veelvoud aan procedures tussen partijen, en publicaties in kranten en tijdschriften. Centric is er bijvoorbeeld van overtuigd dat [verzoekster] ernstig heeft gefraudeerd, wat door [verzoekster] met klem wordt ontkend. [verzoekster] schrijft de ontstane situatie van vertrouwensbreuk en beschuldigingen vooral toe aan de nieuwe relatie van [C] , wat voor Centric weer een onaanvaardbare lezing is.
er een onderzoek ingesteld zal worden naar de administraties van de door [verzoekster] geleide vennootschappen”. Dat is ook gebeurd: de heer [D] (financieel directeur van een van de bedrijven van [C] ) is daarvoor vervolgens ingeschakeld. Daarna zijn nog verschillende financiële onderzoeken verricht in opdracht van Centric en ook [verzoekster] heeft zich tot een forensisch accountant gewend, alles in verband met fraudeverdenkingen. De lijst met verwijten is daarna alleen maar gegroeid, een en ander is in de media terechtgekomen en vanaf het voorjaar van 2020 zijn partijen dan wel [verzoekster] en [C] met elkaar verwikkeld geraakt in een veelvoud aan procedures (behalve onderhavige kwestie onder meer betreffende smaad, laster, executiegeschillen over dwangsommen, aandelen, onrechtmatig handelen en terugbetaling van de bonus).
[verzoekster] heeft een mail gestuurd met daarin informatie over ontslag. Wij, [H] en ik zijn nu ook op de hoogte. Door deze informatie te hebben gekregen denk ik niet de persoon te zijn om de bonus, die normaliter via een factuur van Centric gaat over te maken aan [verzoekster] . Dit geeft aanleiding tot niet overmaken van de bonus die normaal via een factuur van Centric gaat.” Vervolgens heeft [B] , die inmiddels net als [verzoekster] in een conflict met [C] verzeild was geraakt, de overboeking op verzoek van [verzoekster] verricht.
Een kat in het nauw maakt rare sprongen”). [verzoekster] verzoekt het hof een en ander in de volgende context te plaatsen. Op veel fronten was er een ongekende aanval op haar ingezet door [C] , met onterechte, ernstige, publiek gemaakte beschuldigingen en verdachtmakingen, het afkoersen op haar ontslag, en het vanaf 1 mei 2019 stopzetten van de betalingen waarop zij recht had. Met het laten overmaken van € 72.348 aan zichzelf deed [verzoekster] niets verkeerds, omdat dit bedrag haar toekwam en van [C] niet te verwachten viel dat hij dit eerlijk en netjes door Centric zou laten uitbetalen.
Geschäftsführerwas van Wagner Solar. Deze functie behoorde tot het takenpakket van [verzoekster] waarvoor zij van Centric haar salaris ontving. Een afzonderlijk salaris werd aan haar voor deze functie niet uitbetaald. Op 1 maart 2019 heeft [verzoekster] namens Wagner Solar met zichzelf, in haar hoedanigheid van
Geschäftsführereen arbeidsovereenkomst gesloten. De arbeidsvoorwaarden die daarin zijn vastgelegd behelzen onder meer een jaarsalaris van € 70.000 bruto en een ‘vertrekpremie’ van € 25.000 bruto (voor elk volgemaakt dienstjaar vanaf 2014). [verzoekster] heeft voor dit alles geen instemming gevraagd van [C] , in zijn hoedanigheid van bestuurder en eigenaar van Sanderink Holding, de aandeelhouder van Wagner Solar. Op 29 april 2019 is door Wagner Solar aan [verzoekster] salaris over de maanden maart en april 2019 betaald, in totaal € 8.319,88 netto. Op 13 mei 2019 is [verzoekster] met onmiddellijke ingang als
Geschäftsführerontslagen.
Arbeitnehmerüberlassungsgesetz) is vereist. Nu er geen formele aanstelling bestond was deze detachering ongeldig. Gelet op de positie van een uitvoerend directeur, met de zeer beperkte wettelijke bescherming die de Duitse wet (het
Bürgerliches Gesetzbuch) biedt, is het naar Duits recht gebruikelijk om met een
Geschäftsführereen
Dienstvertrag(arbeidsovereenkomst) aan te gaan. Nu een formele aanstelling ontbrak was de positie van [verzoekster] bij Wagner Solar niet rechtsgeldig, althans niet in lijn met Duits recht, en ontbrak het [verzoekster] bij de uitoefening van haar functie aan de nodige bescherming. Bovendien was tussen partijen bij aanvang afgesproken dat, indien [verzoekster] erin zou slagen om met Wagner Solar een goed resultaat te boeken, zij voor deze extra werkzaamheden beloond zou worden met een 10% bonus. Dat goede resultaat is al vanaf 2017 gelukt, maar Centric is deze afspraak nooit nagekomen. Bovendien zou het bedrijf door [C] aan haar worden nagelaten, maar [C] wijzigde in januari 2019 dit onderdeel van zijn testament ten nadele van [verzoekster] , aldus - nog steeds - [verzoekster] . Centric weerspreekt dit alles.
Prokuristbij Wagner Solar, hierna: [I] ) laten duidelijk zien dat zij een en ander juist niet bij [C] (en daarmee ook bij Centric, haar werkgever) bekend wilde laten worden:
Hallo [I] , Ich sehe jetzt das [C] gefragt hat nach alle Konto Auszüge bis heute. Hast du auch 2019 geschickt? Hoffentlich nur bis 2018?”
Bis 2019(…)”
Dan sieht er auch mijn Gehalt?”
Ich fürchte, ja(…)”
Das hättest du nie bis 2019 machen müssen! Er kan ohne weitere info nichts mit die Konten, nur Elend.”
Geschäftsführertwee weken daarna doet dat niet af aan de ernstige verwijtbaarheid.
Deze regeling dient bij het arbeidscontract bewaard te worden en gaat in, in het geval [B] ontslagen wordt, anders dan bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, uit zijn functie als directeur.
Met het op oneigenlijke gronden aanhangig maken van een kort geding procedure tegen [C] en daarvan mededelingen te doen aan de media, waaronder een journalist van de Volkskrant, bent u een publiciteitscampagne tegen [C] , uw werkgever en DSS c.s. gestart. Door deze situatie zijn de onderlinge verhoudingen onder druk komen te staan.” Centric verwijt [verzoekster] onder meer hierom een gebrek aan loyaliteit, dat tot een vertrouwensbreuk heeft geleid. Met het versturen van de salarisgegevens van [verzoekster] naar een verslaggever van een dagblad heeft Centric echter zelf ernstig verwijtbaar bijgedragen aan de verstoring van de arbeidsverhouding die zij [verzoekster] voor de voeten werpt als ontslaggrond.
Als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan dient de werknemer hiervoor te worden gecompenseerd, ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen. In dat geval kan de kantonrechter aan de werknemer dan ook een billijke vergoeding toekennen. Uiteraard heeft de werknemer daarnaast op grond van de wet recht op de transitievergoeding (…).” (Kamerstukken II 2013–2014, 33 818, nr. 3, p. 32-33).